Achiel Spruyt

Essen vroeger en nu. Achiel Spruyt vertelt!

De ouders van Achiel Spruyt (91) woonden in de Kammenstraat, wat toen nog een zandweg was. Zijn vader werkte in Roosendaal, bij sigarenfabriek Van Wely, en zijn moeder zorgde voor het gezin.

Sigaren rollen

“De sigaren moesten toen nog met de hand gerold worden”, vertelt Achiel. Dat was een precies werkje en ze mochten niet te vast of te los gerold zijn. Mijn vader heeft later ook nog gewerkt bij een gasfabriek in Antwerpen en bij een groenten conservenbedrijf in Etten-Leur, maar dat was seizoenswerk.”

Sooi Noldus

“Ik had twee zussen, maar die zijn al overleden, en mijn moeder zorgde voor het gezin. Omdat mijn vader toen in Nederland werkte en maar drie kinderen had, kreeg hij geen kindertoeslag. Daar moest je namelijk minimaal vier kinderen voor hebben. Sooi Noldus heeft daar werk van gemaakt, zodat mijn ouders de toeslag toch konden krijgen.”

Van De Beukelaar naar de Lonka

“Ik ging naar Mariaberg op school, daarna naar de gemeenteschool in de Stationsstraat. Normaal ging je tot je veertiende naar school, maar er was weinig werk dus bleef ik er tot mijn vijftiende. Daarna kon ik ook niet meteen werk vinden en op mijn zeventiende begon ik bij snoepfabriek De Beukelaar in Antwerpen. Toen ik er 14,5 jaar werkte, ging het bedrijf verhuizen naar Herentals. Mijn zus werkte bij de Lonka in Essen en heeft gevraagd of er werk voor me was. Ik werd er aangenomen, ik had natuurlijk al werkervaring met snoep, en heb er 25,5 jaar gewerkt. Veel op café ging ik niet, maar als ik een keer ging was het naar De Meeuw of het Volkshuis.”

Oorlog

“Tijdens de oorlog waren er beschietingen en dan moesten we de schuilkelder in. Als er geen beschietingen waren, ging de school gewoon door. Veel te eten hadden we niet, maar we hebben ook geen honger geleden.”

Een leuk meisje op de fiets

“Mijn vrouw leerde ik kennen tijdens een fietstocht en ik weer onderweg naar Essen was. Er kwam een leuk meisje aan op de fiets uit de kant van Roosendaal. We passeerden elkaar, keken nog eens om, stopten en maakten een praatje. Ik was 35 en Nel, mijn vrouw, 28 toen we trouwden. Ik had een gehandicapte zus en mijn vrouw diverse familieleden die ook gehandicapt waren. De huisarts zei dat de mogelijkheid kon bestaan dat wij daarom ook een gehandicapt kind zouden kunnen krijgen. Daarom besloten we geen kinderen te krijgen.”

Mijn ouders

“Mijn vrouw en ik gingen nooit op lange vakanties. We fietsten veel of gingen met de trein naar Zeeland. Op mijn 57ste ging ik met pensioen. We hadden toen tijd om nog meer te gaan fietsen en wandelen en ik heb kunststofkozijnen gezet in ons huis. Dan was je van het schilderwerk af. Mijn vader overleed op zijn 74ste, hij had al drie hartinfarcten gehad en bij de vierde is hij overleden. Mijn moeder was half in de tachtig toen ze plotseling op een zaterdag, tijdens het koken overleed.”

Hartaderbreuk

“Zeven, acht jaar geleden werd mijn vrouw in het ziekenhuis opgenomen vanwege vocht in haar benen. Daarna ging ze tijdelijk naar Sint-Michaël en ik ben met haar meegegaan. Maar een maand of zes later overleed ze, waarschijnlijk aan een hartaderbreuk, en ik ben hier toen gebleven.”

Vrijwel blind

“Op een gegeven moment kreeg ik last van mijn linker oog, maar heb te lang gewacht met naar de oogarts gaan. Toen ik ging kon hij er niets meer aan doen en met mijn rechter oog zie ik nog maar een heel klein beetje. Ik word hier in Sint-Michaël heel goed verzorgd, maar ben er nog niet aan gewend. Ze zijn allemaal heel lief voor me en ik heb het hier echt heel goed, anders was ik al weggeweest.”

Essen vroeger en nu

“Essen is heel erg veranderd. De mensen zijn veel minder vriendelijk. Als je, bijvoorbeeld, een poos uit een winkel bent weggeweest, word je niet meer herkend. Er zijn haast geen cafés meer, terwijl er vroeger de ene na de ander zat. Qua wegen is Essen vooruit gegaan, maar qua veiligheid achteruit.”

NN

 

Facebook31
Twitter
Follow Me
Tweet