Katrijn Van Ginneken - Dierenarts

Trots op haar beroep. Katrijn Van Ginneken vertelt!

De droom om dierenarts te worden was bij Katrijn Van Ginniken (26) al heel vroeg aanwezig! Die droom heeft ze waargemaakt, net als de keuze van de dierenartsenpraktijk waar ze wilde gaan werken.

Biologie lag me meer dan wiskunde

“Toen ik vijf jaar oud was, kwam ik met mijn moeke, die een teckel had, bij Ilse Castelijns in de praktijk. Als we dan weer buiten kwamen, zei ik altijd: ‘Ik word de tweede Ilse Castelijns!’ Door de jaren heen heb ik wel andere ideeën gehad over mijn toekomstige beroep, zoals architect, maar in het middelbaar besefte ik me dat biologie me meer lag dan wiskunde. Mijn zus is bioloog geworden en daarom wist ik van dichtbij dat planten niet mijn ding waren en dat dieren voor mij het meest interessant zijn.”

Soms moet je een dier laten inslapen

“Vroeger keek ik altijd al naar dierenartsprogramma’s op de t.v. en wilde ik onschuldige dieren, die hulp nodig hebben, helpen. Ik heb er wel altijd bewust bij stil gestaan dat je een dier soms moet laten inslapen, maar in je opleiding leer je dat dat in het belang van het dier is. Mijn bachelor haalde in op de Universiteit van Antwerpen en heb daarna drie jaar gestudeerd aan de Universiteit van Gent, waar ik ben afgestudeerd. Daar liep ik stage bij de diverse dierenklinieken. In Antwerpen liep ik stage in de stal van de school zelf, daar waren paarden, lama’s en runderen. In Gent heb ik bewust gekozen voor de kleinere huisdieren.”

Vogels en reptielen

“Je diploma is algemeen, maar je kiest zelf je vakgebied en dat wordt in de laatste anderhalf jaar van je studie toegespitst. Kleine huisdieren hebben me altijd aangesproken, ook omdat ik zelf altijd honden heb gehad. In de kliniek van Gent was een afdeling bijzondere dieren, met vogels, reptielen, konijnen en knaagdieren. In de lessen leerde ik dat veel problemen bij vogels en reptielen vooral voortkomen uit niet optimale voeding en huisvesting. Ik dacht: de oplossing kan zo gemakkelijk zijn en die kennis wil ik delen met de eigenaars van vogels en reptielen en zo de levenskwaliteit van die dieren verhogen.”

Dierenarts Katrijn Van Ginneken met een short tailed hawk
Katrijn met een short-tailed hawk in Florida
Niet-optimale omstandigheden komen voort uit onwetendheid

“Niet-optimale omstandigheden worden niet expres of bewust veroorzaakt, maar komen voort uit onwetendheid. Op het internet staan veel onwaarheden en onvolledige informatie en bij dierenzaken zijn het vooral de basisbehoeftes van de dieren die meegedeeld worden. Dus niet over, onder andere, supplementen of het regelmatig vervangen van de Uv-lamp. Een Uv-lamp geeft zes maanden de goede dosis Uv-stralen af. Daarna wordt het minder, te weinig eigenlijk. Dat zie je natuurlijk niet aan de lamp, maar dat zorgt er wel voor dat de meeste reptielen zo maanden te weinig Uv-licht krijgen.”

Wild life kliniek in Florida

“In het laatste jaar van mijn studie heb ik een maand stage gelopen bij een wild life kliniek in Florida en daar meegewerkt aan de medische verzorging van de meest uiteenlopende dieren. Na mijn studie ben ik bij Dierenartsenpraktijk Het Hof gaan werken. Daar namen Ilse en Sarah me onder hun vleugels om alle praktijkgerichte acties zo snel mogelijk onder de knie te krijgen. Je kan alles wel leren tijdens een studie, maar om dat allemaal in de praktijk toe te passen is toch wel heel anders.”

Prooidieren

“In het begin is alles stresserend, maar door te doen en toe te passen leer je het vak pas echt! Ik had de interesse voor vogels en reptielen al, dus automatisch kwamen die patiënten bij mij terecht. Bij katten is het al moeilijk te zien of ze iets mankeren, omdat ze heel taai zijn en niet gauw iets laten merken. Bij vogels en reptielen is dat nog veel sterker. Vogels zijn sowieso prooidieren in de natuur, dus die mogen niet laten merken dat er iets mis is. Reptielen die door mensen in huis gehaald worden, zijn de nakomelingen van de dieren die uit het wild komen zijn om mee te kweken. Maar hun instinct om niet te tonen dat er iets is, omdat ze dat tot een gemakkelijke prooi maakt, is nog steeds aanwezig.”

Katrijn Van Ginneken - Dierenarts

Signalen kunnen heel subtiel zijn

“Signalen kunnen heel subtiel zijn, bijvoorbeeld een schildpad die heel de dag onder de lamp zit of juist in een donker, kouder hoekje. Een slang die zijn huid in stukjes vervelt in plaats van in zijn geheel, is ook een teken. Een reptielenconsult begint altijd met een volledig verslag van voeding en huisvesting. Als ik dan een volledig beeld heb gekregen, focus ik me op de klachten. Maar voeding en huisvesting komen altijd terug, want die veroorzaken stress waardoor ze gemakkelijk ziek worden. Die kennis is altijd een belangrijk deel van het onderzoek, daarna volgt het klinische onderzoek aangevuld met, bijvoorbeeld, bloedafname, röntgenfoto’s of echografie en die combinatie van gegevens brengt je dichter bij een diagnose.”

Creatief zijn om onderzoek te doen

“Je moet heel creatief zijn om je onderzoek te kunnen doen, maar giftige of gevaarlijke dieren stuur ik door naar een specialist. Ik heb een paar kameleons als patiënt, die vind ik heel leuk. Als ze boos zijn worden ze, bijvoorbeeld dof, grijzig. Voelen ze zich goed, dan zijn ze groen of andere felle kleuren. Het zijn grote persoonlijkheden en als ze iets niet willen, dan willen ze het niet en kan je zelfs niet uit hun hok halen. Ze houden dan gewoon met hun handjes de tralies vast. Er komen sinds ik hier werk ook reptielen uit andere praktijken voor onderzoek. Je merkt ook een mentaliteitswijziging ten opzichte van dieren en sowieso dieren in het algemeen. Ze worden steeds meer als een levend wezen gezien, met alle zorg die nodig is en niet als een voorwerp dat je afdankt of voor de decoratie neemt.”

Trots op mijn beroep

“Ik ben er vooral trots op, dat ik rechtstreeks een effect op de levenskwaliteit en het welzijn van de dieren heb. Dat ik kan samenwerken met de eigenaar om dat te bereiken, of het nu om simpele adviezen gaat of een uitgebreid onderzoek en een complexe diagnose.”

NN