Er zijn ontelbare redenen waarom iets een hobby wordt. Een heel goede reden is als iets je heel goed smaakt. Zo’n drie jaar geleden begon gin ineens een hype te worden en Marc (57) besloot het ook eens te proeven. Met een hobby als gevolg.
“De gin die we nu kennen, stamt af van de jenever”, vertelt Marc, “nadat ik gin voor het eerst geproefd had, ben ik me er in gaan verdiepen en de geschiedenis is best fascinerend. Gin begon namelijk als jenever. Tijdens de bezetting door de Engelsen van België, Nederland en Frankrijk werd jenever door de Britten veel gedronken om zich moed in te drinken. Hier komt de uitdrukking ‘Dutch courage’ (Nederlandse moed) vandaan, die vandaag de dag nog steeds gebruikt wordt. Na de bezetting namen de Engelsen jenever mee naar Engeland, waar het een eigen leven ging leiden. Waarschijnlijk was het woord te moeilijk en evolueerde dat toen naar gin.”
Er was voor het eerst sprake van jenever in de dertiende eeuw. Toen werd het vooral als medicijn aangewend, nadat dokter Sylvius jeneverbessen aan de drank had toegevoegd. “Jenever werd van graan gemaakt en algemeen gedronken”, vertelt Marc, “de jeneverbes werd toegevoegd, omdat die goed zou zijn voor maag- en darmklachten.”
“In de zestiende eeuw was hier een totale drooglegging. Veel werknemers van de stokerijen uit Schiedam zijn toen naar Engeland verhuisd. Daar gingen ze zelf jenever stoken, in Londen mocht iedereen dat. Water was ongezond en werd ongezuiverd gedronken, wat zorgde voor epidemieën. Daarom lag het een beetje voor de hand, dat mensen alcohol dronken, vooral jenever. Dit stortte het land in een regelrechte drankramp, zoals afbeeldingen uit die tijd ook aangaven.”
Om hier paal en perk aan te stellen, kwam er een verbod op het stoken van gin. “Mensen konden hier wel een vergunning voor aanvragen, maar de belastingen hier op waren zo hoog, dat het niet te betalen was. De cafébazen vonden een uitweg. Ze fabriceerden een uithangbord van een zwarte kat, met een gleufje van achteren. Daar konden de mensen een penny insteken. Tussen de poten van de kat, zat een buisje waar ze dan een shot gin door kregen. Daar komt de naam Old Tom vandaan (Tom is Engels voor kater). Old Tom is nog steeds te koop, vroeger was het voor de arme mensen, nu is het heel duur.”
“Het mooie van gin is, dat het vestigt in de Europese wetgeving: 1) hij moet minstens 37.5 graden zijn (in Amerika zelfs 40 graden) en 2) er moet minstens 51% jeneverbes in zitten. Toen ik het die eerste keer proefde, vond ik het erg lekker. De oudere gins zijn heel complex van smaaktoevoegingen, zoals kruiden. In sommige gins zitten soms wel vijftig verschillende kruiden! Denk hierbij aan bramen, bosbessen, kruiden van India, Damiaanblad, bladeren van de aardbeienplant, lavendel,…
“Er is een Belgische gin op de markt, die goed zou zijn voor hoofdpijn, sexuele problemen, hoofdpijn, maagproblemen en -infecties, mondproblemen en nog veel meer. Dan heb je ook nog Ginderella, een Gentse gin die gemaakt is van onkruid. Smaken kunnen ook variëren door de hoeveelheid van toevoegingen als je het drinkt. Bijvoorbeeld Sylvius gin. Neem je één deel gin en één deel water, dan proef je anijs. Neem je daarentegen één op vier water, dan proef je juist citrus.”
“Nadat mijn interesse was gewekt, kocht ik af en toe een flesje om te vergelijken. De smaken bleken zo verschillend, dat ik nog meer interesse kreeg, met name in de gins die volgens oud recept gemaakt zijn. Die hebben echt mijn voorkeur. Er is een redelijk nieuwe gin uit 2011, die is gemaakt naar een heel oud recept waar onder andere perziken, Turkse Roos en frambozen in verwerkt zijn.”
Marc bezoekt ook een paar keer per jaar een stokerij in Schiedam. Daar zijn er een paar waar je een rondleiding kunt doen. “Tegenwoordig komt er bijna iedere week wel een nieuwe gin uit. Iedereen kan het laten maken, maar die zijn voor mij niet interessant. O, ze zijn wel lekker, maar puur op commercie gericht. Sommigen gaan zelfs zo ver, dat ze een basis van kreeft of vlees gebruiken. Terwijl gin juist een botanisch, vegetarisch product is.”
Gin wordt vaak met tonic gedronken, voor Marc hangt dat af van de gin die hij drinkt. “Op dit moment heb ik 62 soorten gin. Ik verzamel ze, maar drink ze ook. Ik verzamel niet om de fles dicht te laten en als pronkstuk te tonen.”
Marc heeft nooit overwogen om het zelf te maken. “Dan moet je het gaan stoken, wat verboden is, maar het is ook niet echt veilig. Het kan zomaar gebeuren dat je dan ineens geen dak meer op je huis hebt. Koud stoken kan ook, maar dat begint bij -100 graden. Dat is een heel kostbaar proces om te doen. De meeste gin koop ik bij een klein winkeltje in Boechout, dat alleen op vrijdag en zaterdag geopend is. Daar verkopen ze ook de exclusievere gins. Ze kennen me daar al en adviseren me ook, soms raden ze me een bepaalde soort gin aan. Zoek ik een bepaald merk dat ze niet hebben, dan zorgen ze er voor dat het in huis komt.”
“Ik haal heel veel informatie uit De complete gids voor Gin en Tonic. Wanneer ik iets interessants lees over gin, dan zoek ik het hier altijd in op. Zou het er niet in staan, dan zoek ik verder op internet. Er is ook een ginclub in België, maar daar ben ik nog geen lid van. Ik ben wel van plan het te worden. Daar zijn ook regelmatig excursies en proeverijen.”
“Een exclusieve, handgemaakte gin is Elephant Gin. Iedere fles heeft een uniek nummer en de naam van een olifant. Het mooie is, dat van de kostprijs van elke fles 15% naar de olifanten gaat.”
Ondanks dat jenever eigenlijk de voorloper is van gin, houdt Marc niet van jenever. “Jenever is scherper van smaak en is door de jaren heen amper veranderd. Terwijl gin een totale smaakverandering heeft ondergaan en veel varianten kent. Ooit heb ik een gin op een proeverij geprobeerd, die op basis van aardappels was gemaakt. Die was zo slecht, dat ik het glas heb leeggegooid, die had echt een muffe smaak. We waren met meerdere en niemand vond die lekker.
Buiten die ene keer heb ik nog nooit een slechte gin getroffen. Ik kan ’s avonds echt genieten van één of twee glazen gin en een goed boek.”
LW
Misschien bent u ook geïnteresseerd in gin en zou u ook een rondleiding bij een stokerij in Schiedam willen meemaken of advies willen hebben? U kunt dan met Marc contact opnemen. Zijn e-mailadres is bij de redactie bekend.
Hebt u ook zo’n bijzondere hobby waar u graag eens over wilt vertellen? Neem dan contact met ons op via de contactpagina en we nemen u graag een interview af. Het is niet noodzakelijk dat u in Essen of omgeving woont.