Meubelstoffeerder of kleding maken, het ligt minder ver uiteen dan je denkt. Anna Broos (21) volgde de opleiding voor meubelstoffeerder, maar verlegde haar kunde en technieken naar het maken van kleding en andere producten.
Keuze uit zeven studierichtingen
“Op school kon ik kiezen uit zeven studierichtingen: hout, bouw, meubel stofferen, magazijn, tuinbouw, schilder en metaal”, vertelt Anna. “Ik koos voor meubel stofferen, maar door bepaalde omstandigheden ben ik me, om mijn hoofd leeg te maken, op het naaien toe gaan leggen. Ik maakte wel mijn opleiding af en heb een jaar als meubelstoffeerder gewerkt. Maar uiteindelijk lag me dat toch niet. Ik ben meer gaan naaien en maakte vooral kussens, kleding – ook carnavalskleding -, t-shirts, … Tijdens de opleiding leerde je kussens te maken voor de meubels, dus de basis was er. Mensen vroegen me of ik dingen kon repareren, wat ik dan ook deed. Mijn lerares op de opleiding was naaister en zij heeft me van alles geleerd. Sommige kledingstukken maakte ik op school. In het laatste jaar van mijn opleiding heb ik stage gedaan bij ‘Busy Lizy’ in Kapellen. Dat waren heel lieve mensen, bij wie ik veel geleerd heb.”
Elk kledingstuk is anders
“Op mijn dertiende kreeg ik mijn eerste naaimachine, een Singer. Op school werkte je met universele machines, die veel sneller waren, dus het werken met een Singer had ik snel onder de knie. Op mijn negentiende heb ik gespaard voor een Pfaff, die meer professioneel is. Al ging het niet meteen perfect, want de techniek voor of het daadwerkelijk maken van kleding zijn twee verschillende dingen en elk kledingstuk is anders. Zeer zeker als je unieke stukken wilt maken.”
Persoonlijke cadeautjes
“Om te beginnen waren kussens met lintjes het makkelijkst, om iets moeilijkers te maken legde ik me toe op toilettasjes. Daar komt veel meer techniek bij kijken. Het eerste kledingstuk dat ik maakte was een rok voor mijn moeder, die goed gelukt is. Mijn tante Anne geeft me vaak advies en ik kan altijd bij haar terecht voor vragen. Voor mijn zus heb ik een carnavalspak gemaakt. Een kaartenpak, net als uit het verhaal van ‘Alice in Wonderland’. Daarnaast repareer ik de broeken van mijn vader vaak en naai ik veel persoonlijke cadeautjes. Zoals een tasje voorzien van naam, gevuld met lekkere dingen.”
Bewerkelijk en moeilijk
“Voor mezelf maakte ik een salopet, een tuinbroek. Die heeft op sommige plekken diverse lagen stof en die mogen niet te dik zijn, want dan kom je er met de naald niet doorheen. Daarbij moet je helemaal uittekenen en opmeten waar de zakken komen. Dat was veel werk en best moeilijk. Het voordeel is dat als je het beu bent, je het even opzij kan leggen, want het heeft geen haast. Maar de salopet is goed gelukt, zo goed dat ik hem vaak draag. Die begint nu te slijten en zal ik een andere maken.”
Gemaakt volgens je eigen wensen
“Door veel te maken, krijg je steeds meer ervaring, kun je je patronen perfectioneren en het blijft altijd verrassend. Je hebt je stof gekozen, maar weet nog niet hoe het er exact uit gaat zien. Op de foto die je voor je hebt, zie het er anders uit qua kleur en stof. Al probeer je wel ongeveer hetzelfde materiaal te gebruiken, want anders lukt het niet. Gaandeweg zie je wat het resultaat gaat zijn en dat vind ik erg leuk. Elk kledingstuk is uniek en gemaakt volgens je eigen wensen. Als ik in een winkel ben en kleding bekijk, kan ik aan het stiksel zien of het lang mee zal gaan. Zo ontwikkel je een goede kijk op technieken en ik haal er inspiratie uit over hoe ik dingen mooier en sneller kan maken.”
Zorgkundige
“Ik heb overwogen van naaien mijn beroep te maken, maar besloot het niet te doen. Ik wil het als hobby houden. Als beroepskeuze heb ik besloten de zorg in te gaan, want ik heb altijd mensen willen helpen. Ik ben nu bijna zorgkundige en ben aan mijn laatste semester bezig. Maar naaien zal altijd mijn grote hobby blijven, zeker en vast!”
Foto’s: Johan Broos, Noordernieuws.be
NN