Dit zijn de grootste ergernissen van de Vlaming in het verkeer

‘Mens-erger-je-niet’ wordt ‘Vlaming-erger-je-wél’. Toch als we het over het verkeer hebben. VAB hield een enquête bij 3.540 Vlamingen over ergernissen in het verkeer. Gemiddeld stoort de Vlaming zich aan acht zaken in het verkeer. Grootste irritatie? Geen richtingaanwijzer gebruiken.

Acht ergernissen per respondent

3.540 Vlamingen vulden de enquête in die VAB uitstuurde. Daarbij kon men aanduiden of, en zo ja aan wat men zich ergert in het verkeer. 27.936 keer werd een ergernis aangevinkt of acht ergernissen per respondent. Meest voorkomende ergernis in het verkeer is geen richtingaanwijzer gebruiken (66,9%). Ook aan bumperklevers (65,8%) en chauffeurs die op het linker- of middenvak blijven rijden als er rechts plaats is (65,2%) ergeren we ons blauw. De top vijf wordt aangevuld met gsm’en achter het stuur (59,8%) en onveilig gebruik van (e-)step (41.9%). Nog opvallend is dat quasi iedereen zich wel érgens aan ergert. In Vlaanderen zijn er slechts vier (!) ‘zenmasters’ die zich door niets of niemand laten enerveren.

Waar bezondig je je zélf wel eens aan?

VAB polste in de enquête ook naar ergerlijk gedrag waar we ons zélf soms aan bezondigen. En ook al ergert 1 op de 4 Vlamingen (25%) zich aan snelheidsduivels, geeft ook 28,3% toe zélf soms te snel te rijden. Heel wat Vlamingen geven ook toe soms als voetganger niet correct over te steken (20,3%), trager te rijden dan de toegelaten maximumsnelheid (19,9%) en rechts in te halen (15%).

Wat mag strenger bestraft worden?

‘Afleiding achter het stuur’ blijft één van de grootste gevaren en ook grootste ergernissen in het verkeer. Dat beseft ook de Vlaming. ‘GSM’en achter het stuur’ mag dan ook gerust strenger bestraft worden voor bijna 7 op de 10 Vlamingen. Ook voor middenvakrijders en bumperklevers mag men gerust strenger optreden.

Verkeersagressie is een kwestie van actie-reactie, zo blijkt ook uit de enquête. Bijna 3 op de 10 Vlamingen confronteert de ander met zijn/haar ergerlijk gedrag.

7 op de 10 ergeren zich aan fietsers zonder licht

Spitsen we ons even specifiek toe op fietsers, zien we dat liefst 95% van de 3.540 respondenten zich soms ergert aan fietsers en hun gedrag. Grootste ergernis in het verkeer zijn fietsers die zonder licht rijden in het donker, 7 op de 10 Vlamingen ergert zich eraan. Speedpedelecs zorgen door hun snelheid en onaangepast rijgedrag voor frustraties bij meer dan 6 op de 10 Vlamingen.

Conclusies

Tegenstelling tussen ergernis en eigen gedrag
Er is een aanzienlijke kloof tussen wat mensen vervelend vinden en wat ze toegeven zélf te doen. Mensen zijn dus eerder geïrriteerd door rijgedrag dan dat ze het toegeven zelf te doen. Gebrek aan zelfbewustzijn, rechtvaardiging van eigen gedrag (of onwil om negatief gedrag toe te geven) en de zogenaamde perceptiebias: fouten van een ander meer en sneller opmerken dan van jezelf (pot-ketel), de neiging om eigen negatief gedrag in het verkeer te onderschatten. De grootste tegenstelling is te zien bij ‘te snel rijden’: als enige rijgedrag zijn er meer mensen die toegeven dat ze soms te snel rijden dan dat ze het een ergernis vinden. (28,3% >< 25%). Opmerkelijk: 36,8% vindt ook dat snelheidsduivels strenger bestraft mogen worden. 36,3% ergert zich aan voetgangers die oversteken waar het niet mag, maar 20,3% geeft toe dat ze dit zelf ook soms doen. 15% haalt soms langs rechts in, nochtans bij 32% van de Vlamingen is dit een ergernis. Ergernis versus bestraffing
Sommige gedragingen worden meer als strafbaar beschouwd dan als ergerlijk. Opvallende voorbeelden zijn telefoneren tijdens het rijden, gevaarlijk inhalen en te snel rijden. Dit duidt op een publieke wens voor strengere handhaving bij gedrag dat als bijzonder gevaarlijk worden ervaren. Er is een sterk verlangen naar strengere straffen voor gedrag dat de veiligheid in gevaar brengt, zoals telefoneren tijdens het rijden (veruit!) en gevaarlijk inhalen. Dit suggereert publieke steun voor een strengere handhaving van de verkeerswetgeving.

Belang van kwalitatief hoogstaande rijopleiding

VAB wil deze enquête aangrijpen om het belang van een kwalitatief hoogstaande rijopleiding in de verf te zetten. Het lijkt nuttig om periodieke opfriscursussen in te richten voor bestuurders met een rijbewijs om goede rijgewoonten te versterken en hen op de hoogte te brengen van nieuwe verkeerswetten. We denken bijvoorbeeld al richting 2026, met de invoering van de nieuwe Code van de openbare weg.
Attent, hoffelijk rijgedrag, denk aan het gebruik van richtingaanwijzers en het juiste gebruik van een rijstrook, maar ook de gevaren van afgeleid rijden moeten benadrukt worden. We moeten ons ook richten op de tegenstelling tussen wat mensen vervelend vinden en hun eigen gedrag: zelfreflectie en gedragsverandering aanmoedigen.

Sancties verhogen

VAB ijvert ook voor een strengere handhaving en sancties te verhogen voor gedrag dat de Vlaming strenger wil bestraft zien, zoals telefoongebruik tijdens het rijden en gevaarlijk inhalen. Uit de enquête blijkt dat er een duidelijk maatschappelijk draagvlak is voor strengere straffen op bepaalde gebieden. VAB is dan ook voorstander van het bevorderen van gebruik van handsfree apparaten en het stimuleren van de ontwikkeling van systemen in de auto die afleiding verminderen. Ook een verbeterd openbaar vervoer (om het totale verkeer te verminderen) en een betere weginfrastructuur (betere rijstrookmarkeringen, verbeterde bewegwijzering) kunnen bijdragen om beter rijgedrag op natuurlijke wijze aan te moedigen.

Bron en afbeeldingen: VAB
Foto: Pxhere

12