Ik zat rustig te werken en keek af en toe naar de vallende bladeren, die in allerlei kleuren dwarrelden. De inleiding tot een donkere periode met allerlei consumentengekkigheden, toen m’n oren gespitst raakten naar m’n beide buurvrouwcollega´s. Die hadden een interessant gesprek over de, voor sommige mensen zeer moeilijke, tijd die armoede heet.
Tjessis, ja zeg. Daar had je het alweer en ik dacht aan de schouwburg, die ik elke maand bezoek en altijd helemaal vol zit. Restaurants hetzelfde, heus niet enkel voor de happy few maar goed… Ik moet niet net doen alsof er geen armoede is natuurlijk.
Voorlopig bleef ik stil, luisterde naar de ‘wie goed doet, goed ontmoet’ verhaallijn over de schuldhulpverlening waar de een zich mee bezighoudt in de vrije tijd. De ander hoorde ik over de ‘hoe is het toch mogelijk in deze tijd in Nederland, dat er zoveel mensen dakloos zijn en ‘s nachts buiten moeten slapen’.
Zelf heb ik ook geen enkel idee van alle ins en outs. Ook al doemden er bij mezelf wel enige herinneringen op van geldtekorten door omstandigheden, die niet direct door eigen toedoen ontstaan waren. Op straat slapen was er hoe dan ook niet bij geweest, zeker ook geen schuldhulpverlening, want gelukkig bijtijds uit de brand geholpen door diverse mensen waarvoor nog altijd mijn innige dank…
Er kwamen veel ach en wee’s, die ik qua gevoel ook wel kon ondersteunen. Godbetert, wat was ik eigenlijk zelf voor onverlaat. M’n deur nooit openlatend voor een zielig iemand zonder bed? Ik heb toch ook eten en drinken te over en toch nodig ik geen enkele arme sloeber uit die er in mijn winkelstraat toch echt wel rondlopen en die, nou niet schijnheilig doen, ik zelden een centje geef, hooguit een broodje uit de Appietje. Enne… had ik vorige zomer niet zo een zieligerd, die voor mijn deur lag te slapen, weliswaar vriendelijk begroet toen ik er overheen moest stappen op weg naar het werk? Maar verder had ik me er toch knap ongemakkelijk bij gevoeld op de vroege ochtend en ben keihard naar de metro gerend, zonder ach en wee. Wat ben ik eigenlijk voor tiep? Heb ik wel voldoende empathie?
Dit alles zweefde hardgrondig voorbij aan mijn geestesoog, totdat beide dames zich naar mij toe draaiden. “Els, wat was dat nou ook weer bij jou voor de deur tijdje geleden?” Ze lachten hard, waarbij ik tot mijn grote ontzetting moest horen in wat voor straat ik in feite wel niet woonde. “Jij had toch die dakloze zwerver voor de deur, waar je overheen moest stappen? Weet je nog? Toen je naar de metro liep?”
“Uhh, ja”, piepte ik kleintjes en dacht dat ik er flink van langs zou krijgen, omdat ik hem niet naast me had laten slapen. Maar dat gevoel veranderde al snel toen ik de allerleukste straat in mijn buurtje omgetoverd hoorde tot het paupergedeelte van 010…
Auw auw auw…. “Ja niet dan?” hoorde ik naast me. “Jij woont toch in een pauperbuurtje? Is niet meer wat het is geweest, toch??”
“Mwah”, zei ik… “Valt toch goed mee? Ik hou van m’n straatje met alles in de buurt en tja, dit hoort er nu ook even bij. We werken er aan als stad en….”
Van egoïst naar bewoner van een pauperbuurt in een split second. Met mij viel het nog mee bleek achteraf. Tenslotte kon ik er plotseling ook nix aan doen dat ik daar woonde. Ik staarde naar mijn scherm… Verwarring..
Kennelijk is armoede en dakloos zijn enkel maar zielig, als het zich niet in jouw eigen omgeving afspeelt en al zeker niet voor je eigen deur. Tis zoals ik net al opmerkte: We werken er aan…. Werk in uitvoering….Heel veel werk….
Bedankt voor het lezen weer en tot rap!
Fijne week lieve mensen!
Els