en-voort-tikt-de-tijd

En voort tikt de tijd Een nieuw vervolgverhaal van Lieve Wiesda

Het was een winderige dag in oktober. Niet veel mensen hadden de moeite genomen naar de rommelmarkt te komen, maar Els lette niet op het herfstachtige weer. Rommelmarkten vond ze heerlijk: oude boeken, antieke hebbedingetjes, maar vooral klokken. Geen nieuwe, oude. Meestal waren ze niet zo speciaal of gewoon veel te duur, maar soms had ze geluk. Ze slenterde van kraam naar kraam, voorwerpen oppakkend en bekijkend. Bij één van de uitstallingen zag ze de klok. Hij stond tussen een bonte verzameling van voorwerpen. Els bleef er naar kijken. De twee meisjes achter de kraam zagen haar belangstelling en staakten hun gesprek. “Mooi hè, mevrouw? En hij is echt oud.”
Els keek het meisje aan: “Heb jij er zo veel verstand van dan?” “ Eigenlijk niet, maar hij is van onze buurvrouw geweest en die was vijfentachtig toen ze overleed. Haar kinderen hebben de inboedel aan mijn moeder gegeven om te verkopen, omdat ze altijd zo goed voor hun moeder heeft gezorgd.’ Els pakte de klok, keek in het uurwerk en beluisterde het slagwerk. “Wat wil je ervoor hebben?” Onzeker keek het meisje haar aan: “Is twintig euro teveel?”

Thuisgekomen zette Els de klok op tafel. Het hout zag er niet zo mooi uit: het was dof en had wat kale plekken, maar de wijzerplaat was mooi. Net zoals de vorm van de klok. Niet het gebruikelijke pendule postuur. De voet was niet zo kolossaal als je gewoonlijk aantreft. Het gedeelte waar de klok inzat had de vorm van een kerstklok. Het glas was facetgeslepen en ter hoogte van de slinger zat nog een glaasje, ook facetgeslepen. De slinger had een heel bijzondere vorm: die leek op een langgerekte schoppenaas. De opwindsleutel zat er niet bij, maar Els had zoveel klokken dat ze ongetwijfeld een passende had. Ze behandelde eerst het houtwerk met was en olie en poetste het glas en de wijzerplaat. Het resultaat was verbluffend: het hout glansde warm en volmaakt. De rondingen voelden fluweelzacht aan, als de lippen van een vrouw. Els wond het uurwerk op, gaf de slinger een duwtje en luisterde naar de rustige, onverwacht zware tik. Heel regelmatig, als het kloppen van een hart. Achter het onderste glaasje deed de slinger rustig zijn werk. Ze stelde de klok in op de juiste tijd en zette hem op het dressoir. De rest van de dag kon ze haar ogen er niet van af houden. Bij dit exemplaar viel de rest van haar verzameling in het niet. Zelfs ’s nachts, toen ze een keer wakker werd, meende ze hem overal bovenuit te horen. Haar vriendin, die bij hetzelfde bedrijf werkte en haar iedere dag ophaalde, moest ’s morgens even binnenkomen om de nieuwe schat te bewonderen.
“Je hebt gelijk, dit is werkelijk een pracht exemplaar. Ik denk dat je hier een ongelooflijk koopje aan hebt.” Ook op het werk moest iedereen het verhaal horen en het liefst had Els al haar collega’s mee naar huis genomen om te kijken. Iedere avond als ze thuis kwam, liep ze eerst naar de klok en streelde hem. “Echt, dat hout is zo gaaf en warm, alsof je iemands huid aanraakt.” zei ze de volgende ochtend tegen Inge, haar vriendin. Ze merkte dat ze niet kon wachten om weer bij haar klok te zijn. Ze voelde zich pas weer compleet als ze thuis was. Wanneer de warme tonen om haar heen dartelden, was het als het verliefde gefluister van een minnaar. Degene die deze klok had gemaakt moest wel een heel speciaal, liefdevol mens zijn. Of liever: zijn geweest. Deze klok was oud, dus de maker had allang het tijdelijke voor het eeuwige verwisseld. Els werd steeds nieuwsgieriger naar de herkomst. In de stad zat een klokkenmaker, die ook antieke klokken verkocht. Misschien hij iets meer vertellen.
Op een zaterdag pakte ze de klok liefdevol in met veel bubbeltjesplastic en zette hem in een niet te ruime doos, zodat hij niet kon gaan schuiven. Heel voorzichtig zette ze de doos in de auto en reed weg. Door de bewegingen galmde de klok af en toe.

De man van de winkel bekeek de klok met eerbied. “Het is natuurlijk een pendule, maar deze stijl ken ik niet. Er is heel veel tijd en liefde aan besteed. Ik vermoed, maar dat is echt een wilde gok, dat de oorsprong, qua land ligt op de Duits-Zwitserse grens. Er is een mengeling van stijlen in verwerkt. Maar er zullen niet veel exemplaren zijn van deze maker. Een dergelijke schoonheid en perfectie valt op.”

Thuis plaatste Els de klok terug en peinzend bekeek ze hem. Een gevoel van liefde, verliefdheid eigenlijk, welde in haar op. Nu wilde ze helemaal weten wie de maker was. Ze boog zich voorover en kuste de kast… ’s Nachts droomde ze van strelende handen en zachte lippen. De hartenklop van de droomminnaar was als de lieve tik van een klok. Verward werd ze wakker en probeerde zich de onrustige dromen te herinneren.

Verliefd op een klok? Hoe gaat dit aflopen? Lees het morgen in deel 2 van En voort tikt de tijd

Facebook2
Twitter
Follow Me
Tweet