Essen vroeger en nu - Jan Hillebrand bekend als Jan 'Schuim' vertelt

Essen vroeger en nu. Jan Hillebrand vertelt!

Jan Hillebrand (74), ook wel Jan Schuim genoemd, werd in Rijpwetering, gemeente Alkemade (NL) geboren en verhuisde in 1980 naar Essen.

Ik voelde me al snel thuis

“In Oegstgeest ontmoette ik een Belgische vrouw, die daar in de verpleging werkte”, vertelt Jan. “Ze kwam uit Berchem en wilde na een aantal jaren terug naar België. Ik heb toen een supermarkt in Bergen Op Zoom gekocht en zij ging in Etten-Leur werken. We woonden zolang in Roosendaal en gingen op zoek naar een woning in de grensstreek van België. We vonden een huis in de Heikantvenstraat, achter de Brico. Ik vond de mensen hier gezellig en altijd bereid tot een babbel. Ook in de cafés had je altijd aanspraak, dus ik voelde me hier al snel thuis.”

Café De Tijl

“Ik heb nog een slagerij gehad in Bergen Op Zoom, maar kreeg in 1985 de kans om hier een café over te nemen, café De Tijl. Die zat op de hoek van de Stationsstraat en de Handelsstraat, daar waar nu appartementen zijn. Dat café dateerde van begin 1900. De eigenaar was John Peeters, die het had verhuurd aan brouwer Cassimon. Als Nederlander achter de toog werd je echt uitgeprobeerd. Als ze bijvoorbeeld met een groep kwamen, werd er gegarandeerd van alles gestolen. Ze probeerden van alles om je kwaad te maken, omdat je Nederlander was dus. Mijn voorganger had het café naar ‘de klote’ geholpen, om het zo maar even uit te drukken. Hij was verwikkeld in dubieuze feiten en zijn vroegere klanten was ik liever kwijt dan rijk, uiteindelijk lukte dat ook.”

Jan Schuim

“Daar kreeg ik de bijnaam ‘Jan Schuim’. Normaal heeft elke bierleiding zijn eigen koolzuurbron nodig, omdat elk bier een andere druk nodig heeft. Ik had drie bieren op tap: Supra (later werd dat Stella), De Koninck en Hoegaarden, maar ik had maar één koolzuurleiding. Dan moet je naar de gemiddelde druk gaan zoeken. Bij mij stonden de vaten in de kelder op vijf meter afstand van de tap, dus voor je de gemiddelde druk had, was er vijf meter schuim weggetapt. Het duurde weken voor je die juiste druk had gevonden. Soldaten die naar Duitsland gingen voor hun dienst, zaten in De Meeuw bij de Pol. Dan zeiden ze: ‘We gaan naar het station en nemen er nog eentje bij De Tijl. En de Pol zei: ‘Je gaat toch niet naar dat schuimcafé?’. Sindsdien is het Jan Schuim.”

Essen vroeger en nu. Jan Hillebrand vertelt!
Vrnl De Rex, De Brug en Duivenlokaal. © Heemkundige Kring Essen
Duivenlokaal

“Mijn openingsuren waren van 10:00 tot 20:00. Mensen verklaarden me voor gek, maar ik was niet van hun afhankelijk, maar van de treinreizigers. Dat café heb ik vijf jaar gehad. Naast de Rex had je het café van Marja Brant, Duivenlokaal, dat oranje huis waar ’t Appeltje heeft gezeten. Ik kon dat café kopen, heel uitzonderlijk, want cafés kwamen toen zelden of nooit op de koopmarkt. Het café was ook zo’n 100 jaar oud en er moest veel aan gebeuren, daarom heb ik het helemaal verbouwd. Een groot deel van mijn klanten is ‘meeverhuisd, maar het was ook maar een paar stappen verder. Jokke Hennekam baatte eerst café Rex uit en heeft daarna tien jaar bij mij gewerkt.”

Zwart geld circuit

“Er was in die tijd een enorm ‘zwart geld circuit’ en brouwers en cafés hadden een dubbele boekhouding. Vanuit de belasting was er amper controle en de controleurs waren, laat ik zeggen, ‘zeer plooibaar’. Op een gegeven moment begon de belastingdienst de aanvoerlijnen van zwart geld af te snijden, dus zwart betalen werd steeds moeilijker. Voor zelfstandigen waren ook geen sociale voorzieningen, werd je ziek, dan moest je je plan maar trekken.”

Huiskamercafés

“Op een gegeven moment had ik genoeg van het caféleven en de voorspelbaarheid van het werk. Ik besloot ermee op te houden en heb het café verkocht, dat was in 1999. Er waren toen al heel wat cafés verdwenen. In 1945 waren er 73, voor een groot deel huiskamercafés. Er was veel armoe en mensen in de bouw bijvoorbeeld, hadden in de winter geen inkomen. De huiskamers werden dan ingericht als café, want daar hoefde je geen vergunning voor te betalen, alleen openingstax. Die werd voorgeschoten door de brouwer, met de conditie dat je alleen van hun afnam. Toen ik er dus mee ophield in 1999, waren er nog zo’n 35 tot 40 cafés. Vanaf het moment dat de mannen regelmatig werk hadden en een behoorlijk inkomen, werden veel huiskamercafés gesloten. Want voor de vrouwen, die bijvoorbeeld nogal eens te maken hadden met handtastelijkheden, was het geen leuk werk.”

03 Noordernieuws - Cafe's in Essen - Heuvelzicht

Café Heuvelzicht

“Kennissen van me begonnen een café op de Heuvel, Heuvelzicht, maar die stopten er onverwacht mee. Ondanks dat ik veel hobby’s had en heb, kon ik het werkende leven niet missen, daarom besloot ik het uit te gaan baten. Dat heb ik tien jaar gedaan, maar toen had ik er echt wel genoeg van, al had ik toch wel moeite om afscheid te nemen. Stilzitten kan ik niet en werk nog wel bij Peter Hensen Begrafenissen.”

Essen vroeger en nu

“Vroeger gingen bouwvakkers op zaterdag op karwei, waar ze veel zwart geld mee verdienden. Die kwamen ’s middags dorstig binnen en zorgden voor een goede omzet. Maar dat zwarte geld werd dus minder, wat je merkte aan de inkomsten. Cafés waren sowieso drukker dan nu, er zijn nog wel vaste klanten, maar eigenlijk sterft het uit, want de jeugd gaat veel minder op café. Salarissen werden vroeger contant betaald en op een gegeven moment mocht dat niet meer. De salarissen werden op het station uitbetaald en al waren mensen nog zo ziek, ze gingen het daar halen. De vrouwen wisten namelijk doorgaans niet wat de mannen verdienden en dat wilden de mannen ook absoluut niet. Tot het dus verplicht werd dat de salarissen naar de bank werden overgemaakt, toen bleken mannen veel meer te verdienen dat ze thuis vertelden. De smoes was dan dat ze opslag hadden gekregen. Maar ze konden hun salaris toen niet meer afromen om geld te hebben voor het café. Sommigen gingen daarom op zoek naar alternatieven en bijbanen in het zwart.”

“Essen was een uithoek in de Noorderkempen en het alcoholgebruik en -misbruik was enorm! Vrijwel al het overheidspersoneel van alle diensten zaten tijdens werktijd in het café. Omdat Essen zo geïsoleerd was, waren er namelijk amper controles. Kwamen er controles uit Antwerpen, dan werden mensen door Essenaren die in Antwerpen werkten geseind, die belden dan op naar het station. Je kon ook stellen dat het douanekantoor het grootste café was.”

“Vroeger was Essen verdeeld in stukken, Staatsie, Molenheiken, centrum, …. Tegenwoordig is dat niet meer zo scherp afgelijnd. Dat werd door de jaren heen steeds minder. Vroeger gingen mensen niet uit hun eigen buurt vandaan, dat is nu natuurlijk heel anders, ook de dorpen van vroeger zijn anders dan nu. Essen heeft nooit meer dan 5.000 inwoners gehad, nu zijn dat er 19.300. Het grootste deel is ‘import’ waar de Nederlanders het grootste deel van inneemt. Vroeger waren die Nederlanders de minder gegoeden, die bijvoorbeeld in eigen land geen woning konden betalen. Tegenwoordig is dat niet meer zo.”

NN

Facebook53
Twitter
Follow Me
Tweet