Leo Grob vertelt over Essen Vroeger en nu

Essen vroeger en nu. Leo Grob vertelt!

Het is alweer ruim honderd jaar geleden dat Leo Grob (100) in Brunssum (NL) geboren werd. Leo was de oudste van tien kinderen. Hij had zes zussen en drie broers, waarvan nog maar een zus en een broer van in leven zijn.

Op veel plekken gewoond

“Mijn vader was politieman en toen hij met pensioen ging was hij district adjudant van Breda”, vertelt Leo. “Omdat mijn vader veel werd overgeplaatst, hebben we overal gewoond. Mijn moeder zorgde voor het gezin. We hadden een dienstmeisje en een zus is altijd thuis geweest om mijn moeder te bij te staan. Na de lagere school ging ik naar het middelbaar op internaat in Weert, dat is in het noorden van Limburg (NL). Op mijn negentiende ging ik werken en deed ik bureauwerk bij Van Gend en Loos. Daar heb ik van 1939 tot 1970 gewerkt. Voor mijn werk moest ik veel reizen. In de oorlog had ik een bewijs dat ik voor mijn werk in Nederland moest reizen en dat ik daarom niet naar Duitsland mocht. De Duitsers hadden ons ook nodig vanwege de transporten, dus dat was geen probleem. Maar ’s avonds moest ik soms wel onderduiken, dat was afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse.”

Leo Grob vertelt over Essen Vroeger en nu
Van de bruidsmeisjes is links Leo’s jongste zusje die nu 81 is en rechts zijn nichtje. Trouwjurk en jurkjes van de bruidsmeisjes werden door zijn vrouw Maria gemaakt.
In afwachting van een woning

“In 1933 leerde ik in Oisterwijk, waar we toen woonden, mijn vrouw Maria kennen, dat is bij Tilburg. We waren lid van de operettevereniging waar zij ook lid van was en na vijf jaar zijn we getrouwd. Mijn vrouw werkte in een kruidenierswinkel en woonde nog bij haar moeder, die weduwe was. Na ons trouwen hebben we daar nog ingewoond. Mijn ouders hadden een grote villa, waarvan de helft politiebureau was. Daar was genoeg ruimte, dus zijn we na een poosje daar ingetrokken, tot we zelf eindelijk een woning zouden krijgen.”

Hotel De Linden

“Na drie jaar huwelijk kregen we een tweeling, twee meisjes, en toen kregen we wel een woning. Na de tweeling kregen we nog een dochter en twee zoons. Op 23 februari 1960 werd ik naar Essen overgeplaatst. Hier hebben we een half jaar in een hotel gewoond, hotel De Linden bij het Heuvelplein, omdat we nog geen woning hadden. Na een half jaar kregen we een woning in de Kerkstraat. Onze oudste zoon ging naar de vakschool bij de broeders in de Stationsstraat en de andere naar Sint-Jozef middelbaar. De tweeling en andere dochter gingen maar Mater Salvatoris in Kapellen.“

Karel Van Oevelen

“De overgang van Nederland naar België was om te beginnen best moeilijk. Vooral vanwege de munteenheid, dat was hier nog de frank en daarnaast wisten onze kinderen nog helemaal niets van België. Gelukkig hadden we geen moeite met de taal en we pasten ons zo goed en snel mogelijk aan. Om te beginnen kwam ik voor drie jaar naar België en dat werden er tien. Na tien jaar heb ik ontslag genomen, omdat ik hier wilde blijven wonen. Ik ben toen bij bierhandel Van Oevelen gaan werken. Karel Van Oevelen was mijn kameraad en hij vroeg of ik daar wilde komen werken. Ik deed daar bureauwerk, daar was niemand voor en ik had er veel ervaring in. Daar heb ik achttien jaar gewerkt en heb heel de boekhouding opgebouwd. Ik zat op een gegeven moment in De Mik en Karel belde me nog op, dat hij langs wilde komen om nog eens te buurten. Maar toen overleed hij plotseling.”

Australië

“Hier in Essen heb ik op diverse plekken gewoond. Na de Kerkstraat zijn we in de Sint-Antoniusstraat gaan wonen, dan in de Dokter Goossenaertsstraat en daarna in de serviceflats in de Maststraat. Op 1 februari 1986 ging ik met pensioen en drie dagen later vertrok ik met mijn vrouw naar onze dochter in Australië, die toen in Melbourne woonde. Daar zijn we tien keer geweest. Door corona is er niets meer van gekomen, dus nu Skype ik regelmatig met haar.”

Leo Grob vertelt over Essen Vroeger en nu - (c) Noordernieuws.be 2022 - HDB_5766s85
Maria
Verhuizing naar Sint-Michaël

“Mijn vrouw is in 2007 overleden. We woonden toen al in de serviceflat en ik ben er blijven wonen, in totaal twintig jaar. Het was heel zwaar voor me zonder mijn lieve vrouw en de kinderen wonen uit de buurt. Mijn jongste dochter in Australië, de andere kinderen in Middelkerke en Stabroek en onze jongste zoon is plotseling overleden aan leverkanker. Het was heel eenzaam en verdrietig. Het meeste deed ik nog zelf en mijn schoondochter bracht meerdere malen in de week eten. Ik ging ook wel uit eten. Ik liep al wat moeilijker en op een gegeven moment ben ik uitgegleden in het halletje bij de slaapkamer en heb bij die val mijn heup gebroken. In de Klina werd ik geopereerd en ben daarna naar De Mik overgebracht, waar ik twee maanden ben gebleven. Toen heeft mijn zoon geregeld dat ik een kamer in Sint-Michaël kreeg. Een goed besluit, want ik vind het fijn hier. Alles is prima verzorgd en ik hoef me nergens druk over te maken. Mijn zoon verzorgt heel mijn administratie en ik heb regelmatig overleg met hem over hoe of wat, de uitgaven, … Wat dat betreft heb ik de touwtjes nog in handen. Bovendien heb ik veel contact met mijn kinderen en zus en broer, waar ik heel blij mee ben!”

Essen vroeger en nu

“Vroeger ging ik naar de kerkkoren van de Statie en Kalmthout en het Gregoriaanse koor in Nieuwmoer. Die laatste heb ik zelf opgericht. Met de carnaval heb ik zeven jaar aan de kassa gezeten in de Heuvelhal. Op mijn 99ste ben ik gestopt met autorijden en op mijn 100ste met de rest. Ondertussen heb ik zeventien kleinkinderen en acht achterkleinkinderen. Mijn leven is altijd zo vol en druk geweest, dat ik niet echt veranderingen heb meegekregen, maar ik heb altijd graag in Essen gewoond. Mijn moeder was erg ‘dorps’, die hield niet van de grote stad en zo ben ik ook. Een dorp is veel gezelliger, iedereen kent iedereen. Toen ik met de rolstoel hier in Sint-Michaël werd binnengebracht, hoorde ik van iedereen: ‘Hee Leo, kom je bij ons wonen?’ Want veel leeftijdgenoten kennen me en wonen ook hier.”

NN

Facebook221
Twitter
Follow Me
Tweet