De examens zijn begonnen. Ook hier thuis. Als mijn zoon thuiskomt na zijn laatste ‘normale’ schooldag gooit hij me een boze blik toe, omdat zijn tablet en controllers van de Playstation vakkundig verstopt zijn. Hij gromt met een opgestoken wijsvinger: ”Hoe meer je mij onder druk zet, hoe minder ik presteer!” Met opgetrokken wenkbrauwen staar ik hem na als hij de deur van de woonkamer achter zich dicht smijt.
Dat diploma is toch voor zijn toekomst, denk ik dan.
De symptomen van examenkoorts zijn hetzelfde als die van een vrouw die ongesteld wordt, of is. Als je iets vraagt, word je afgesnauwd. Je kunt niets goed doen en je loopt altijd in de weg. De blikken die je mag ontvangen, maken je eerder nerveus dan vrolijk. Hun glimlach is zoek en zelfs je speeksel doorslikken triggert hun zenuwen. Hoe zwaarder het examen, hoe kleiner de verdraagzaamheid.
Tijdens deze periode steek ik pluimen in mijn achterste en dans met regelmaat van de klok een regendans. Want o wee als het ook nog een keertje stralend weer is tijdens deze examenperiode: Phoe… onweer verzekerd binnenshuis!
Begrip is een zelfstandig naamwoord, dat wel eens uit zijn verband kan worden gerukt met een puberende student, maar tot hiertoe ondersteunt geduld de barstjes in het begrip. Dus ik tel af naar het einde van deze ‘warzone’ in eigen huis. Naar een tijd waarin het eten niet meer in een doodse stilte naar binnen wordt geschrokt en je je kind ongelooflijk gelukkig kan maken met twee controllers en een tablet. Alsof het Kerst is.
Tenzij die examens slecht zijn, want dan wordt het nog een grillige zomer…
Martine de Weerdt