Als ik vanmorgen richting winkel rijd komt er van links vrij bruusk een zwarte BMW cabrio uit de straat. Ik stop, noodgedwongen geef ik mijn voorrang af.
Er zit een Italiaans type man in. Je kent ze wel, smooth met de halflange, met gel glad naar achteren gekamde haartjes en het armpje nonchalant liggend op het open zijraam. Ik stel dan even in vraag of hij niet liever in mijn Fiat 500 zou willen zitten, gezien het merk en de afkomst.
Soit, ik weet niet waar het heerschap naartoe wil, maar nadat hij me (voor een 16 jarige zwijmelende knipoog) heeft gegeven rijdt hij voor mijn neus de baan op. Sympathiek mannetje denk ik dan even en dan eerder sarcastisch geprikkeld door zijn manoeuvre dan geflatteerd door die knipoog. Even later gooit hij zonder enige reden alles dicht, waardoor ik ook alles moet dichtgooien wil mijn wagen niet eindigen als het origineel model, zijnde: nog wat kleiner.
Dan vertrekt het heerschap weer. Optrekken, remmen, optrekken, remmen…
Ik heb totaal geen idee van meneer zijn voortzetting op de baan, tot hij weer in de rem gaat en vervolgens totaal onverwachts links de straat inrijdt. Ik hef de wenkbrauwen een paar keer op en zucht… en nee, ik heb geen probleem met een BMW, want als ik nog wat loon zou overhouden nadat de nodige instellingen hun deeltje zijn komen halen, dan zou ik me er waarschijnlijk eentje aanschaffen. Ik heb leuke vrienden die twee exemplaren van dit merk voor de deur hebben staan, vrienden die elke functie van hun auto kennen en gebruiken. En ik heb nog nooit een ander zijn ding niet gegund. Waar ik wel een probleem mee heb, dat is met clichés. Echt waar clichés….Brrrrr.
Dus mooie meneer met de BMW cabrio, doe “the unexpected” en gebruik in het vervolg eens uw pinkers.
Martine de Weerdt