De grote brand die vrijdag een deel van het Groot Schietveld in Brecht en Wuustwezel in de as legde, heeft heel wat ravage toegebracht aan de natuur. De afgebrande oppervlakte zou eerder richting 1.000 hectare gaan dan de 500 hectare die gisteren werd meegedeeld. Wat ’s morgens nog controleerbaar leek, werd een ecologische ramp. Maar is wellicht met de nodige beheersmaatregelen ‘herstelbaar’. De brand die vrijdagavond – na een hele dag bluswerken- in ‘bedwang’ is gebracht, is absoluut nog niet volledig onder controle. Er is gelukkig ook goed nieuws. Omdat de brand vooral oppervlakkig is, is de kans dat het natuurgebied zich in de toekomst herstelt groot. Vooral het pijpenstrootje is zeer brandbaar, meer inzetten op begrazing is daarbij aangewezen.
Had deze brand vermeden kunnen worden?
Niet alleen een militaire oefening kan zo’n brand veroorzaken, één weggegooide sigarettenpeuk kan al genoeg zijn om een groot gebied te laten afbranden. Een weggegooide fles of een ander stuk glas werkt, als de zon erop schijnt, als een vergrootglas en kan zo een brand veroorzaken.
De hevigheid van de brand wordt vooral beïnvloed door het type begroeiing en de weersomstandigheden. Zo zijn droge heide, het pijpenstrootje en naaldbos erg brandgevoelig, zeker bij aanhoudende droogte en wind. Een natuurbrand kan zich in een droge periode snel en onvoorspelbaar ontwikkelen.
Veiligheidsvoorzieningen
De bestrijding is vaak lastig, omdat bluswater meestal van elders moet worden aangevoerd en de wind kan de brand aanwakkeren. Om te voorkomen dat er brand ontstaat in brandgevoelige vegetaties, worden een aantal maatregelen genomen. In bepaalde periodes van het jaar is het risico op brand groter dan in andere. Het brandrisico in bos- en natuurgebieden wordt dagelijks berekend en gemeten aan de hand van de meteorologische toestand.
Afhankelijk van het brandrisico zijn er met de hulpdiensten vier alarmfases afgesproken met elk een specifieke kleurcode. Er was een code geel, dus zeker geen verbod, dan is het code rood. Maar bij code geel beginnen de natuur- en bosgebieden droger te worden waardoor het risico op brand groter wordt. Beheerders en brandweer moeten dan extra waakzaam zijn.
Erg klaar was de brandweer van het leger niet
In het Kamp van Brasschaat staat normaal altijd een brandweerwagen paraat, maar net gisteren was die in onderhoud en het personeel was blijkbaar met pensioen. Om een brandweerwagen te bedienen, moet je een bepaald brevet hebben en de laatste twee mensen die dat hadden, zijn vijf jaar geleden met pensioen gegaan. Dat doet vragen stellen over ‘de paraatheid’ van het leger. Was er dan geen voorafgaand overleg met de lokale brandweerkorpsen om een brandweerauto stand-by te zetten? Kennelijk niet.
Te weinig veiligheidsvoorzieningen
Tijdens de schietoefeningen van de elfde genie van Burcht was er een zogenaamde brandpiket aanwezig, maar middelen die daarbij voorhanden zijn, blijken erg voorbijgestreefd. Om beginnende brandjes te doven wordt een soort dorsvlegels gebruikt, om de vuurhaarden uit te slaan. Blushelikopters lijken ons een modernere oplossing. Die kunnen per keer 7.500 liter oppikken en uitstorten over de vuurhaarden, wat natuurlijk een groot verschil kan maken. De militaire vakbond ACMP-CGPM noemt het “beschamend” dat ze een beroep moeten doen op gespecialiseerde Nederlandse blushelikopters als bij ons een grote brand uitbreekt. Defensie heeft in 2015 bluszakken aangekocht, maar die blijken niet te werken op onze helikopters. Uiteindelijk bleken de helikopters te duur om te gebruiken en staan die nu aan de grond. Ligt de echte oorzaak van deze grote, felle brand dan bij de besparingen?
Een ding is in ieder geval duidelijk: er waren te weinig veiligheidsvoorzieningen!
DW