De bijzondere hobby van… Hannes Loos!

Zwemmen is belangrijk, want het kan levensreddend zijn. Hannes Loos (18) turnde en voetbalde al op zeer jonge leeftijd, maar uiteindelijk werd zwemmen zijn grote passie en is dat altijd gebleven.

Schoolzwemmen

“In het eerste leerjaar hadden we schoolzwemmen”, vertelt Hannes. “Na zes maanden kreeg ik ook privézwemles. Op mijn vierde had ik geturnd en gevoetbald, maar dat vond ik niet zo leuk. Zwemmen daarentegen vond ik wel meteen tof en ik bleek er talent voor te hebben. Mijn ouders hebben met toen bij Arvicola, een zwemclub in Kalmthout, ingeschreven. De eerste jaren was ik nog niet serieus met zwemmen bezig. Je traint wel op vaste tijden en in het begin was dat twee keer in de week.”

Verschillende technieken

“Om te beginnen kende ik eerst alleen de schoolslag en bij de vereniging word je stap voor stap de verschillende technieken voor de slag aangeleerd en na een poos ga je die combineren. Eerst zwem je bijvoorbeeld met een plankje dat je vasthoudt en kun je je focussen op je benen. Dan andersom, tot je armen en benen kunt combineren. Na de schoolslag werd je rugcrawl geleerd, daarna borstcrawl en als laatste de vlinderslag.”

Van vriendschappelijk naar de competitieploeg

“We zwommen vriendschappelijke wedstrijden met andere verenigingen, maar dat was echt voor de leut. Op mijn elfde ben ik doorgegaan naar de competitieploeg. Samen met drie anderen werd ik gevraagd om er eventueel voor geselecteerd te worden. Ik was er trots op dat ze potentieel in me zagen en ben me nog meer met zwemmen bezig gaan houden.”

Trainen op zomerkamp

“We gingen met de vereniging op zomerkamp, waar je elke dag traint. Aan het eind van het kamp kwamen we terug bij het zwembad in Kalmthout. Dan zwommen alle leden van de club tegen elkaar om te laten zien hoe ze op kamp vooruit waren gegaan. Daarna werd ik weer apart genomen en de trainster zei: ‘Hannes, jij mag vanaf het volgende seizoen bij ons in het competitieteam komen zwemmen.’ Ik had er hard er hard voor gewerkt en mijn best voor gedaan, maar op dat moment had ik het niet verwacht. Later misschien, maar niet toen.”

Watertemperatuur en prestaties

“Ik was helemaal gelukkig, ook met het vooruitzicht dat ik nog beter en sneller zou worden. Ik was toen elf. Het was een stuk meer trainen, vier keer in de week, zo’n zes, zeven uur. De waterkwaliteit heeft ook invloed op je prestaties. Is het te warm, dan worden je spieren een soort van ‘lui’. Met kouder water juist actiever en dit kan per zwembad verschillen.”

Grotere uitdaging

“Op mijn twaalfde ben ik naar Nederland gegaan, naar vereniging Hieronymus in De Stok in Roosendaal. Het zwemniveau in Nederland ligt hoger en was daarom voor mij een grotere uitdaging. Ik was bij drie clubs gaan proefzwemmen en de keus viel dus op Hieronymus. Ik werd meteen in de groep opgenomen, alsof ik er al jaren zwom en ik had veel baat bij de manier van instructies geven. Ik voelde me er thuis en ben er gebleven.”

Competitiebeestje

“Daar startte ik in de laagste competitiegroep. Na een maand was de eerste wedstrijd en ik haalde meteen alle p.r.’s (persoonlijke records), oftewel: snellere tijden. Ondanks dat ik wat minder trainde, presteerde ik door de fijne sfeer veel beter. Bij deze vereniging zie je meteen je tijden en kun je vergelijkingen maken. Ik ging dan ook steeds meer op mijn tijden letten. Toen is ook een ‘competitiebeestje’ ontstaan.”

Pieter van de Hoogenband Olympisch Zwembad

“Bij tien p.r.’s krijg je een button en dat motiveert je om nog harder te werken en sneller te gaan. Als je aantikt bij de finish van je afstand, zie je meteen je tijd op het scorebord. Zo heb je dus zelf inzicht in je prestaties. Ik was gemotiveerd om meer en meer te presteren. Voor een wedstrijd gingen we naar het Pieter van de Hoogenband Zwembad in Eindhoven. Een gigantisch, Olympisch zwembad, waar grote wedstrijden gehouden worden. Het is een nationaal zwemcentrum met drieduizend zitplaatsen voor toeschouwers. Ik was enorm onder de indruk en dacht ‘ik wil aan de kampioenschappen in dit zwembad deelnemen en laten zien wat ik kan’.”

Drijfveer

“Het was meteen mijn drijfveer om nog beter te presteren en het is me gelukt daar op kampioenschappen uit te komen. In januari zij de Brabantse Provinciale Winterkampioenschappen en in mei de Regionale Zwemkampioenschappen. Per afstand, leeftijdscategorie en jongens/meisjes wordt een lijst met tijden opgesteld. Als je onder die tijden zit, mag je meedoen. Ondertussen heb ik daar negentien keer aan wedstrijden en kampioenschappen meegedaan. Ik haal nog steeds p.r.’s en blijf dus nog steeds verbeteren.”

Nederlandse Kampioenschappen

“Vorig jaar heb ik onverwacht de limiet voor de Nederlandse Kampioenschappen gehaald, ik was superblij! Ik heb toen voor de eerste keer deelgenomen aan de Nederlandse Kampioenschappen en dit jaar weer, in totaal vier keer. Voor de meeste wedstrijden ben ik niet zenuwachtig, maar bij de Nederlandse Kampioenschappen voel ik toch meer druk.”

Studie Communicatiewetenschappen

“Vanaf volgend jaar ga ik Communicatiewetenschappen studeren, in Antwerpen of in Leuven. Zeer zeker als ik in Leuven ga studeren, zal dat moeilijk te combineren zijn met zwemmen, maar zal toch proberen in de weekenden met wedstrijden mee te doen. Ga ik in Antwerpen studeren, dan zal het makkelijker zijn. Hoe mijn studie en leven zullen gaan, blijft natuurlijk een verrassing, maar zwemmen zal er altijd een belangrijk deel van blijven uitmaken.”

NN

120