De Ringland Academie lanceert de tweede editie van Straatvinken, het grootschalige wetenschapsproject met burgers rond mobiliteit. Dit jongere broertje van CurieuzeNeuzen meet niet de luchtkwaliteit, maar het verkeer in de straat. Duizenden burgers zullen op donderdag 16 mei één uur lang alle verplaatsingen in hun straat tellen.
Op initiatief van de Antwerpse burgerbeweging Ringland brengen duizenden burgers op donderdag 16 mei van 17:00 tot 18:00 het verkeer in hun straat in kaart. Ze tellen het aantal en de soort verplaatsingen: te voet, met de fiets, de bus of tram, de auto,.. Wetenschappers van de Universiteit Antwerpen en HIVA – KU Leuven onderwerpen de telresultaten vervolgens aan een analyse. Omdat het om een jaarlijks weerkerend evenement gaat, kunnen de wetenschappers nagaan of onze straten op de goede weg zijn om tegen 2030 de modal shift naar duurzamer en gezonder verkeer te bereiken.
Modal split 50/50
Een van de doelstellingen van het Toekomstverbond, in 2017 afgesloten tussen de overheid en de Antwerpse burgerbewegingen, is de realisatie van een modal split 50/50 in de Vervoerregio Antwerpen. Dat betekent dat tegen 2030 de helft van de verplaatsingen gebeurt op een duurzame manier: te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer. Momenteel is dat nog maar 30 procent. In de Vervoerregio Antwerpen gaan daarom 33 gemeenten, van Beveren tot Malle en van Essen tot Lier, samen de uitdaging aan om jaar na jaar beter te scoren.
Het grootschalige burgerwetenschapsproject Straatvinken biedt daarbij een prima ondersteuning. De initiatiefnemers roepen iedereen die droomt van leefbare straten dan ook op om mee te doen.
Eén uur tellen
Meedoen kan op een heel eenvoudige manier. Maak op donderdag 16 mei slechts één uur van je tijd vrij en vink van 17.00 tot 18.00 uur aan hoeveel voetgangers, fietsers en andere voertuigen er door je straat passeren. Dat doe je met een speciaal ontwikkelde tel-app of met een papieren telformulier. Meld je vandaag nog aan via de website straatvinken.be.
Meer info op straatvinken.be.
Bron en foto: gemeente Brecht