Jozef Brouwers (78) werd in Essen geboren. Met zijn ouders, broer en zus woonde hij aan Over d’Aa. Zijn vader was elektrieker bij de gemeente Essen en zijn moeder zorgde voor het gezin.
Astma-aanvallen
“Tot mijn twaalfde ging ik naar de jongensschool van Sint-Vincentius in Horendonk”, vertelt Jozef. “We speelden meestal thuis in de tuin, dat vond ik het fijnst. Ik was vaak ziek, ik heb astma en vroeger was het erger dan tegenwoordig. Ze hebben me vroeger na een aanval zelfs moeten reanimeren. Op mijn achttiende werd ik aan mijn linkerpols geopereerd en een paar jaar later aan mijn rechterpols, dat maakte dat werken een probleem was. Ik heb nog wel een poosje in de steenoven in Wildert en Schijf gewerkt, maar ik kon die stenen niet goed pakken. Dat, in combinatie met mijn zware astma-aanvallen, zorgde ervoor dat ik niet arbeidsgeschikt was. Dus bleef ik thuis, bij mijn ouders.”
Tip van onze groenteboer
“Bij zo’n aanval, die had ik meerdere malen per week, moest ik vastgehouden worden, want anders trok ik alles kapot in mijn benauwdheid. Naar aanleiding van een tip van onze groenteboer, ben ik met mijn moeder en nog iemand naar een arts in Aalst geweest. Die had medicatie, maar die hielp op een gegeven moment niet meer. Gelukkig waren er toen wel al andere medicijnen. Ik had graag willen trouwen, maar ook daar zorgde de astma voor dat dat niet kon.”
Lawaai
“Mijn vader was pas 68 toen hij aan kanker overleed. Ik heb daarna zo goed mogelijk voor mijn moeder gezorgd, die last had van migraine aanvallen. Mijn broer en zus waren toen al het huis uit. Nadat mijn moeder overleed, moest het huis verkocht worden en ging ik bij mijn broer wonen. Na drie maanden ben ik verhuisd naar de Stationsstraat, tegenover het vroegere Gildenhuys. De overgang van Over d’Aa naar de Stationsstraat was best groot, vooral het lawaai van het verkeer. Alles staat er ook zo dicht op elkaar, dat vond ik in het begin erg onplezierig.”
Café De Meeuw
“Ik woonde dicht bij café De Meeuw, waar ik op zaterdag en zondag altijd naar toe ging. Gelukkig was de astma toen al minder. Bier dronk ik zelden, daar geef ik niet om, water en cola waren prima. Twee jaar heb ik in de Stationsstraat gewoond en ben toen naar de Spoorwegstraat verhuisd.”
Verhuizing naar De Bijster
“Mijn nicht kwam alle dagen voor me zorgen. Zij had vroeger een café op Horendonk, ‘Nooit Volleerd’. Toen ze op een dag kwam zag ze dat het niet goed met me ging en belde de 100. Die heeft me meegenomen naar de Klina en daar bleek dat mijn suikerwaarden drastisch laag waren. Ze zeiden dat het geen kwartier langer had moeten duren. Ik heb zeker tien dagen in het ziekenhuis gelegen en daarna drie maanden in De Mik. Ik mocht niet meer alleen wonen en werd in De Bijster geplaatst. Het is hier prima, de verzorging is goed en het eten erg lekker. Ik woon hier nu drie jaar en zou niet meer terug naar huis willen.”
Essen vroeger en nu
“Vroeger was het goed in Essen, mensen waren vriendelijk en je kende elkaar. Het is nog steeds goed, maar erg druk en dan al die appartementen die gebouwd worden, dat vind ik echt teveel. In sommige opzichten is Essen wel verbeterd ten opzichte van vroeger.”
NN