Sinds het begin van de week heb ik een huis waar het griepvirus de controle over mijn kinderen heeft overgenomen. Het is best wel makkelijk. Ze liggen in bed, bewegen amper, ze eten een pak minder en vooral… ze snoepen een stuk minder. Ook de flessen met water nemen het over van de frisdranken. Dat scheelt weer in de portemonnee.
Ik ben dan een beetje een pestkop. Als ik een ijsje aan het eten ben, zeg ik tegen de jongste dat het smaakt. Waarop hij met een kwade blik gooit en als hij op internet wil gaan zeg ik: “Geen school? Geen internet!” Waardoor het internet voor één keer eens niet over zijn limiet gaat.
Zelfs onze wasmachine blijft deze week gespaard en het strijkijzer blijft rimpelloos in de kast staan, gezien iedereen in zijn pyjama zit. Je zou bijna zeggen… hier worden we vrolijker van. Maar sinds vanmorgen voel ik een pijntje rond de maagstreek, het eten smaakt me niet zo en het lijkt of de plaatselijke fanfare in mijn buik zit, waardoor ik veiligheidshalve een windstilte hanteer.
Als er een vriendin langs komt en me vraagt: “Voel je je niet goed? Heb je griep?”
Antwoordt de jongste, die net voorbij komt met een ijsje in de hand, terwijl hij zijn was voor onze wasmachine gooit en het internet opzet,
“Wij noemen dat Karma!”
Martine de Weerdt