Emmie is een misselijk mens en een slechte echtgenote, maar uiteindelijk krijgt iedereen wat hij of zij verdient
Sommige mensen zijn zo egocentrisch, dat er niet mee te leven valt. Merkwaardig genoeg zien de meeste niet in dat ze zo’n kwalijke karaktertrek hebben. Alles ligt altijd aan een ander, zelf bedoelen ze het toch goed? Vinden ze…
Jan en Emmie waren zo’n vijftien jaar getrouwd. Jan was indertijd tot over zijn oren verliefd op Emmie. Ze was inderdaad ook heel mooi. Kort, bruin krulhaar; grote blauwe ogen, een perfecte huid en een figuurtje waar ze om bewonderd en benijd werd. Haar innerlijk was helaas niet in overeenstemming met haar uiterlijk. Van kleins af aan was ze vertroeteld en verwend, haar vader was gek op haar en pronkte overal met zijn mooie dochtertje. Haar moeder kleedde haar in de mooiste jurkjes. Zo’n schoonheidje is natuurlijk een prachtige pop om mooi uit te dossen. Emmie had al heel vroeg geleerd dat ze nergens voor op hoefde te draaien als ze iemand aankeek met licht gebogen hoofdje, de ogen vol tranen opgeslagen naar degene die boos op haar was. Zo iemand smolt ter plekke en vaak kreeg een ander kindje dan de schuld, want zo’n schatje zou zoiets toch nooit uithalen?
Doorgaans krijgt iemand hier geen mooi karakter van en Emmie zeer zeker niet. Op school kon ze behoorlijk meekomen, ze haalde redelijke cijfers en was door haar uiterlijk behoorlijk populair bij de jongens. In de puberteit was Emmie ervan overtuigd dat de wereld om háár draaide. Hier ging ze later iets genuanceerder mee om, maar dat ze te goed was voor deze wereld stond voor haar vast.
De eerste keer dat Jan haar zag viel hij als een baksteen voor haar. Zijn jongere zusje speelde tennis en om haar een plezier te doen ging hij een keer kijken. Emmie zat daar, met een stel jongens om zich heen. Af en toe lachte ze en liet de jongens draven voor ijs en limonade. Jan bewonderde haar losse, maar zeer correcte manieren. Haar hele verschijning was elegant en verfijnd. Nu was Jan zelf ook geen lelijke jongen. Hij was lang, blond, een heel lief knap gezicht en atletisch gebouwd. Meisjes kon hij genoeg krijgen, maar hij was te vriendelijk er gebruik van te maken. Vrouwen hoor je met respect te behandelen was hem geleerd. Emmie had met haar kennersoog Jan allang ontdekt en zorgde ervoor binnen de kortst mogelijke tijd met hem in gesprek te zijn. Jan had toen al een heel goede baan met uitstekende vooruitzichten en was dus een heel interessante partij. Emmie had dan ook al snel haar keus gemaakt en sleepte Jan een huwelijk in. Toen was wat haar betreft de kous af: een man die gek op haar was, financieel geen enkele kopzorg; haar kostje was gekocht. Maar nu maakte ze de grootste fout die iemand kan maken, want niets is vanzelfsprekend. Aan een relatie moet je werken, bouwen, dagelijks, niet af en toe. Emmie brak hem alleen maar af. Telkens liet ze Jan weten hoe geweldig ze was, wat een geluk het was dat zij met hém getrouwd was. Zij, die zoveel goede partijen voor hem had laten schieten. Jan was al gauw niet gelukkig meer. Hij realiseerde zich al gauw dat hij getrouwd was met een koude kikker, iemand zonder enig sociaal gevoel en zonder een spoortje van liefde. Dat hij alleen telde als inkomen en degene die haar van alle luxe kon voorzien. Maar hij zou het zolang mogelijk volhouden. Eerst hoopte hij nog dat ze zou veranderen, maar die hoop verdween geleidelijk en definitief.
Na een aantal jaren besefte hij dat hij alleen maar op papier getrouwd was. Zijn liefde voor haar was verdwenen en zij had nooit van hem gehouden. Maar nog had Emmie dat niet door. In haar zelfzuchtigheid verbeeldde ze zich dat Jan nog altijd gek op haar was. Goede manieren hield ze voor liefde. Lichamelijk was er ook vrijwel geen contact meer, de aantrekkingskracht was verdwenen op een uitzonderlijke keer na. En toen, na bijna vijftien jaar ‘huwelijk’, was Emmie ineens zwanger.
Jan kon zijn geluk niet op: een kind. Iets om van te houden, te vertroetelen, zoals hij eens gehoopt had zijn vrouw te kunnen doen. Emmie daarentegen vond het vreselijk: een kind. Geen tijd meer om te winkelen, of op visite te gaan. Vieze luiers, gedrein, rommel. En wat nog het ergste was: haar figuur! Ze had nu nog hetzelfde figuur als toen ze Jan leerde kennen. “Een kind, ontzettend!!! Als je maar weet dat ik het weg laat halen”, zei ze tegen haar man, “Hier heb ik echt geen zin in.”
Jan was verbijsterd, dit kon toch niet? Had hij hier dan niets in te zeggen? Voor het eerst sinds hun huwelijk werd hij echt woedend. “Dit kind is ook van mij. Voor mijn part neem je er personeel voor aan, maar ik wil dit kind!”
“Doe niet zo ordinair, het is mijn lichaam.” “Jij durft iets te zeggen over ordinair? Het enige wat jij kunt is geld uitgeven en aan jezelf denken!”
Het ene woord lokt het andere uit en een oplossing was ver te vinden. Emmie wilde ook geen oplossing: ze liet zich aborteren en dat was dat.
Op de dag van de ingreep nam Jan contact op met zijn advocaat en diende een aanvraag tot echtscheiding in. Zo gauw Emmie een beetje was bijgekomen van de ingreep vertelde hij het haar.
Spottend keek ze hem aan: “Zo? Heb je een ander?”
“Alleen jij kunt op zoiets verachtelijks komen. Denk je dat ik in een huwelijk met iemand als jij het verlangen naar een andere vrouw zou kunnen ontwikkelen? Je hebt me geestelijk gecastreerd.”
“Had ik het maar lichamelijk gedaan, dan had ik ook het gedoe van een abortus niet hoeven ondergaan.” Voor het eerst had Jan de neiging zijn vrouw te slaan, dit wezen was gespeend van ieder menselijk gevoel. “Maak je geen zorgen over de financiën, je zult een ruime toelage krijgen. Ik betrek een appartement, dit huis mag je houden.”
Jan vertrok deezelfde avond nog. Emmie’s leven kabbelde op dezelfde manier voort, het alleen slapen vond ze heerlijk. Een paar weken later liep ze in de stad en zag ze Jan lopen. Hand in hand met een vrouw. Geen mooie vrouw, wel aantrekkelijk. Emmie vond dat ze er een beetje ‘rommelig’ uitzag.
Ze had een rond, leuk gezicht,met een mond die wist wat lachen was. Een beetje gezet, maar dat gaf haar iets gezelligs. Jan was duidelijk gelukkig met deze vrouw en keek haar stralend aan. Emmie voelde duidelijk een kneep van jaloezie. Niet dat ze jaloers was op deze vrouw, maar ze kon gewoon niet hebben dat Jan na haar nog van iemand anders kon houden. Alle andere vrouwen vielen toch bij haar in het niet?
Hoe gaat het verder met Emmie en haar narcistische inslag? Lees het morgen in deel twee van Loon naar werken