In de gangen van de regering

Martine de Weerdt schrijft…

Dat Martine kan schrijven, heeft ze allang bewezen met haar boeken: Een huis met een scenario en Een tekstbericht met gebaren. Daarnaast heeft ze een scherpe pen, die ze gebruikt om haar observaties in columns weer te geven.

In de gangen van de regering

‘Zeg Jos, kunt gij sebiet is efkes langs het kantoor komen?’
‘Ja meneer de minister.’

Een uurtje of drie later…
‘Amaai Joske, zo snel moest ge nu ook weer niet zijn hé.’
‘Ik heb al de tijd ze. Wat wou je bespreken?’
‘Ge weet…we moeten het één en ander doen onder dwang voor een schoner milieu.’
‘Ja meneer de minister, daar zijn de in de toekomst verplichte elektrische wagens toch voor? Daar zijn we nu al stillekes aan de stroom voor aan het verhogen, zonder dat het gepeupel dat doorheeft. Tegen dat ze allemaal zo’n auto MOETEN hebben is dat weer kassa, kassa.’
‘Ja, ja dat weet ik. Dat heb ik zelf bedacht hé.’
‘Ja, chapeau meneer de minister. Die belachelijke dure design bureau stoel, die ge op kosten van de regering hebt aangeschaft voor op uw buitenverblijf heeft alweer zijn geld opgebracht.’
‘Ja inderdaad. Gezien we nu €160,- per parlementariër moeten gaan neerdokken voor ons gelag in de kantine van het parlement… Iemand moet die fleskes wijn van zo om en bij de €450,- betalen toch? Het is niet zo dat we maar 10 ministers hebben toch?’
‘Is waar.’
‘Vandaar de komende extra €5,00 bij het elektriciteitsfactuur.’
‘Denkers doen dromers dromen.’
‘Maar Jos, die komende digitale meters moeten we ook nog op de één of andere manier aan het volk zelf gaan doorrekenen hé. Daar ben ik nog niet over uit.’
‘Een nieuwe bureaustoel misschien? Of vers water?
‘Vers water?’
‘Met de natte vinger gaat denken en rekenen wat beter.’
‘Ah ja. Maar, schoner milieu? Elektrische wagen >> de oplossing? Dat is ook niet helemaal juist.’
‘Dat is eigenlijk een demagogische uitspraak meneer de minister. Maar dat snapt het gepeupel toch niet.’
‘Nee en ze staan er ook niet bij stil dat we wat extra blokjes hout onder de kernreactor moeten steken, om die wat harder te laten werken voor al die stroom.’
‘Neen, meneer de minister, en ze weten ook nog niet dat de batterij van hun auto om de drie, maximum vier jaar vervangen moet worden. En het allergrappigste… ze weten helemaal nog niet dat we daar dan een serieus bedrag voor MOETEN aanrekenen! Kassa, kassa!
Want WIJ moeten dat gaan stockeren omdat het GEVAARLIJK afval is.’
‘Zeg Joske, gij kunt rekenen, allee… dat miljardje dat ge er naast zat bij de berekening van de begroting niet meegeteld…Over hoeveel batterijkes spreken we dan om de drie a vier jaar?’
‘Awel, zal dat is gaan uitrekenen. Tegen eind volgende week?’
‘Jot, is goed. Zo belangrijk is dat nu ook weer niet en als ge er nu een honderdduizend naast zit, dat is niet zo erg. Tegen dat de berg zo groot is dat ge er niet kunt overzien zijn we er zelf ook niet meer hé.’
‘Nee, en daarbij, daartegen heeft het klimaat dat probleempje alweer opgelost meneer de minister.’
‘En Joske, we gaan er voor zorgen dat de batterijkes gemaakt worden door de één of de andere minister zijn bedrijfje.’
‘Dan moeten we snel wat gaan regelen en een wet verzinnen dat de transparante laag die men aan het creëren is toch wat troebel blijft.’
‘Ah ja!’
‘Toevallig, dat ge zo een bedrijfke kunt gaan opkopen…’
‘Ja… Allee, mijn vrouw hé. Ik heb daar niets mee te maken.’
‘Gaat nu maar wat berekenen. Tot eind volgende week?’
‘Jo…’

Martine de Weerdt

Facebook6
Twitter
Follow Me
Tweet