De heiligenbakker (heyligenbacker), ook wel beeldendrucker genoemd, vervaardigde heiligenbeeldjes. Als grondstof werd pijpaarde (waarschijnlijk afkomstig uit de Maasvallei of het Rijnland) of terracotta, een mengsel van rode klei met pijpaarde, gebruikt.
Mallen
De beeldjes werden vervaardigd in mallen van hetzelfde materiaal. Om deze mallen te maken, werd in de nog zachte klei een zogenaamde patrijs gedrukt, dikwijls een gesneden houten beeld. Als de klei voldoende gehard was, werd de patrijs verwijderd en kon de mal gebakken worden.
Pijpaarde
Voor een beeldje waren een voor- en achterkant nodig. In deze mallen, die eerst ingevet waren, werd dan pijpaarde gedrukt om het gewenste afgietsel te krijgen, waarna het bakken daarvan plaatsvond. Grotere voorwerpen maakte men door de onderdelen los te vervaardigen, met natte klei aan elkaar te plakken en het geheel te bakken. Na het bakken werden de beelden beschilderd. Via de patrijzen (mallen) konden uiteraard meerdere afgietsels worden vervaardigd. Er was handel in de beelden, maar ook in de mallen. Het bakken werd wel ook wel uitbesteed aan een pottenbakker.
Paul Witters
Foto: Pixabay