Laatste nieuws:
Oude en vergeten beroepen maliemaker

Oude en vergeten beroepen van vroeger: maliemaker

Een maliemaker was de maker, meestal een smid, van een malie. Een malie is een metalen ringetje of busje, o.m. gebruikt voor maliënkolders, nestels en schoenveters.

IJzerdraad

Maliën werden gemaakt van ijzerdraad. Dit werd meestal gedaan door een ijzeren plaat om een stok te winden en dan een verticale snee te maken, waardoor kleine ronde stukjes ijzer loskwamen. Deze moesten dan aan elkaar vastgemaakt worden en dichtgeknepen met een klein stukje staal erin, een rivet. Meestal werd een rij rondjes met het rivet afgewisseld met een rij gewone rondjes om de productietijd te verkorten. Deze gewone rondjes werden gemaakt door ze uit een plaat staal te stampen. Men kon ook van kleine platte stukjes ijzer strookjes knippen. Het metaal moest wel van goede kwaliteit zijn, anders braken de rondjes te snel.

Chronicon Colmariense

Het Chronicon Colmariense (1398) zegt bijvoorbeeld dat men-at-arms beschermd waren door ‘een ijzeren hemd, geweven van ijzeren ringen, waardoorheen geen pijl verwondingen kan aanrichten’. Dat het nodig was dit uit te leggen, betekent dat er ook maliën bestonden, die minder beschermend waren.

Ontzettend sterk pantser

Omdat een maliënkolder een redelijk duur bezit was, werd het veel duurzamer gemaakt door de ringetjes te klinken. Overigens zijn in deze techniek meestal maar de helft van de ringen geklonken, de andere helft bestaat uit volledig dichte ringen. Door dit proces ontstaat een ontzettend sterk pantser, waar je niet snel nieuwe ringen in hoeft te zetten.

Ringetjesmaat

Qua ringetjesmaat variëren de ringen van de gevonden maliën tussen de 9 tot soms wel 4 mm. Hoe kleiner de ringen, hoe meer vondsten er wereldwijd van zijn gedaan. Dit is waarschijnlijk, omdat kleinere ringen het pantser nog steviger maken, maar zoals eerder gezegd: hoe kleiner, hoe meer ringen, dus ook hoe duurder.

Tijdrovend

Al in de oudheid maakten smeden een beschermend vest door metalen ringetjes aan elkaar te bevestigen. Maliënkolders waren een tijdlang standaard in het Romeinse leger, maar ze waren duur om te maken. Elke ring moest aan vier andere vastzitten en voor een maliënkolder waren duizenden ringetjes nodig. Het kostte veel tijd om ze met klinknagels aan elkaar vast te maken of te solderen. Het maken van de ringen zelf was echter het meest tijdrovend. In de 13de eeuw ontstond een nieuwe techniek. Europese smeden leerden hoe ze metaaldraad konden maken en stukjes draad werden verbogen tot ringen.

Paul Witters

Foto: Pixabay

Facebook10
Twitter
Follow Me
Tweet