Een quarantaine doker was belast met de zorg en behandeling van de zieken van in quarantaine liggende schepen. Hij werd ook wel quarantaine-geneesheer genoemd. Quarantaine: quaranta giorni (veertig dagen), is een van origine medische term die afkomstig is uit het Italiaans ten tijde van de pestepidemie in de 14e eeuw.
Gezondheidspassen
De kapitein moest in de kapiteinssloep, met de gele quarantainevlag in top, eerst naar de steiger varen om daar de gezondheidspassen en een verklaring over de toestand aan boord te overhandigen. ‘Bij aankomst aan den steiger worden die papieren door een beambte in ontvangst genomen door tusschenkomst van een groote tang, waarmede hij ze deponeert in een ijzeren kastje, om daarin door berooking de mogelijke smetstoffen grondig te vernietigen. Na eenigen tijd geeft hij ze over aan een anderen beambte, die in een hokje zit, door tralies van ons afgescheiden, en die het oordeel zal uitspreken.’
Afschermen risicobronnen
In die tijd werden namelijk alle aanmerende schepen verplicht om veertig dagen in de haven stil te blijven liggen en werd de bemanning daarbij geacht het schip niet te verlaten. Deze maatregel behelst het afschermen van risicobronnen ter vermindering van verspreiding van een infectie.
Mengsel van azijn
Een kleine vergelijking met de 19e eeuw: een stukje uit de maritiem geschiedenis. In die tijd gingen schepen voor anker bij Vlissingen, het laatste stukje land voordat ze de grote haven in Antwerpen bereikten. De chirurgijn kwam aan boord, overgoten met een mengsel van azijn tegen besmetting, om vast te stellen of er zieken aan boord waren. Bij ziekte bleef het schip veertig dagen voor anker liggen en werden de zieken verpleegd in het quarantainehospitaal.
Paul Witters
Foto: Pixabay