Een sappeur was een militair die ondergrondse gangen of loopgraven groef. Hij was samen met de kurassier werkzaam in de aanvalslinie. De taak is nu op de genie overgegaan.
Bescherming tegen vijandelijk vuur
Een sappe of approche is een aanvals- of naderingsloopgraaf, die bij de belegering van een vesting werd gegraven en die bescherming moest bieden tegen vijandelijk vuur. Een sappeur was dus een soort van pionier of geniesoldaat. De taak van een sappeur beperkte zich echter niet tot het aanleggen van sappen. Terwijl bovengronds de artillerie op de vesting inbeukte, gingen de sappeurs ondergronds ten aanval. Eerst groeven ze een ‘sappe’ (een overdekte loopgraaf) naar de vestingwal. Vervolgens probeerden ze een diepere mijngang tot onder de wal te graven. Waren ze eenmaal zo ver, dan kwamen de mineurs naar voren. Zij legden een zware mijn onder de wal. De ontploffing moest een gat in de wal slaan. Voor de infanterie was dat het sein om de aanval in te zetten op de bres. De verdediger liet dat niet zomaar gebeuren. Een bres in de wal betekende vaak het begin van het einde. Dus zij groeven op hun beurt ‘tegenmijnen’ om de aanvallende sappeurs te onderscheppen. Als de tunnels elkaar kruisten, was het man-tegen-man. Dan gingen de sappeurs van beide partijen elkaar bij kaarslicht te lijf met pikhouwelen en schoppen. Deze manier van vechten beleefde een opleving in de Eerste Wereldoorlog (1914-1918).
Mijnenoorlog
Op sommige plaatsen aan het front vond diep onder de loopgraven een geheime ‘mijnenoorlog’ plaats. De bedoeling was om onder de vijandelijke stellingen een enorme mijn tot ontploffing te brengen. Op de voormalige slagvelden in België en Frankrijk zijn nu nog enorme kraters te vinden. Vooral de Britse sappers waren zeer bedreven in deze ondergrondse oorlogvoering. Sappeurs ruimden hindernissen op, velden bomen, installeerden bivaks, bouwden kantonnementen, ondersteunden pontonniers bij het bouwen van bruggen e.d. Het voornaamste en tegelijkertijd meest kenmerkende werktuig van een sappeur was de langstelige houthakkersbijl waarmee ze steevast voorop marcheerden. Sappeurs waren in de 18e en 19e eeuw indrukwekkende figuren. De sappeur droeg traditioneel een baard en snor en men zocht mannen uit die groot van stuk waren.
Paul Witters