Laatste nieuws:
Oude en vergeten beroepen van vroeger scheepsbeschuitbakker

Oude en vergeten beroepen van vroeger: scheepsbeschuitbakker

Een scheepsbeschuitbakker bakte scheepsbeschuit, een hard beschuit van tarwe- en roggebloem zonder gist, dat lang bewaard kon blijven en als proviand voor zeereizen en op vissersschepen werd gebruikt.

Medische problemen

Broodbakken was op de vroegere eenvoudig ingerichte schepen geen gewoonte, zodat men was aangewezen op een houdbare vorm van brood. Veel medische problemen werden geassocieerd met een gebrekkige spijsvertering en het eten van graanproducten werd gezien als mogelijke remedie. Hollandse zeelui van na de middeleeuwen hadden ook behoefte aan brood aan boord.

Insecten

Scheepsbeschuiten werden meerdere keren gebakken, om ze hard en droog te maken. Hoe harder en droger, des te langer bleven ze goed. Voor langere reizen werden de beschuiten wel vier keer gebakken. Het was gebruikelijk om de beschuiten in stukken te breken en ze in koffie of thee te weken om ze enigszins eetbaar te maken. Dat had nog als bijkomend voordeel dat de insecten die zich in het de lang opgeslagen scheepsbeschuit hadden genesteld, boven kwamen bovendrijven in de hete drank, zodat die er eerst konden worden uitgehaald.

Wormpjes en kevertjes

Het gebruik van zeebeschuit was zeer algemeen, het werd meegenomen op alle langere reizen. De Duitser Ambrosius Richshoffer, die in 1629 als soldaat in dienst van de WIC deel uitmaakte van een militaire expeditie naar de Braziliaanse provincie Pernambuco, schrijft in zijn reisverslag: Ons beschuit had vanwege blootstelling aan de lucht kleine wormpjes en rode kevertjes gekregen, terwijl het eerder zo hard als een glas was en beter dan koekjes smaakte.

Paul Witters

Foto: Freepik

Facebook16
Twitter
Follow Me
Tweet