Vandaag weer een nieuw gedicht van kunstenaar en dichter Paul Pauli!
De dronkaard
Zijn adem stinkend naar opgerispt bier
dronk hij zijn chagrijn weg aan de flipperkast
tot in de vroege morgen.
De barmeid met grote borsten
en bruine tanden van de eeuwige sigaret
tussen haar scharlakenrode lippen
had geen interesse in de zatte kop
met versleten regenjas op de gammele kruk.
Ze deelden elkaars onverschilligheid.
Eens was ze mooi, maar er is geen tegengif.
Niemand streelt zijn lijf.
Zij haakt aan een pooier.
De nacht daarop herbegint het oude refrein
van griezelig grijnzen
wachtend op niemandsland.
Paul Pauli