Onze mooie gemeente telt meer dan 18.500 inwoners. Allemaal mensen met een eigen achtergrond en een eigen verhaal. In deze serie van Noordernieuws laten we de mensen aan het woord, die op hun beurt weer de naam doorgeven van iemand wiens levensverhaal ze volgende keer in Noordernieuws willen lezen.
“Ik heb niet mijn hele leven in Essen gewoond”, vertelt Petra UijtdeHaag(52) “ik ben in Nispen geboren. Mijn ouders zijn heel lieve mensen, die gelukkig nog leven. Mijn moeder kwam uit Heerle en was de oudste van zes kinderen. Mijn vader kwam uit Nispen en was de jongste van zeven kinderen. Na hun huwelijk zijn ze in het ouderlijk huis van mijn vader gaan wonen, omdat mijn oma bij veel dingen hulp nodig had.”
“De lagere school volgde ik in Nispen. Omdat mijn moeder werkte, was mijn oma er tussen de middag altijd en zorgde voor ons en op woensdagmiddag maakte ze altijd frietjes. Ik hield heel veel van mijn oma, helaas overleed ze toen ik dertien jaar was. Een verdrietige tijd, want mijn oma was er altijd, zo lang ik me kon herinneren.”
Petra vond het heerlijk om buiten te spelen. “Ik was altijd buiten of het moest regenen, maar je kon me nooit binnen vinden. Achter ons huis was een voetbalveld met bomen, daar klom ik altijd in. Of spelen bij vriendjes op de boerderij en in de winter schaatsen tot het donker werd.”
Het eerste jaar dat Petra naar de lagere school ging, was ook het eerste jaar dat de klassen gemengd waren: jongens en meisjes bij elkaar dus. “Na de lagere school ging ik naar de Maria M.A.V.O. in Roosendaal. De leukste vakken vond ik talen, behalve Frans. Dat lag niet aan de taal, maar aan de lerares. En wiskunde, dat was ook leuk.”
“Na de middelbare school ging ik liever werken en leren, dan alleen een theoretische studie. Thuis hadden we altijd dieren en daarom wilde ik dierenartsassistente worden, maar toch twijfelde ik.”
Om zich beter te oriënteren, volgde Petra de I.N.A.S. (INrichtings ASsitente, tegenwoordig INterim Algemene Schakelopleiding). “Hier kon je drie stages doen en kon je zelf bepalen welke kant je uit wilde. De stages die ik deed waren: peuterspeelzaal, bejaardenhuis en dierenartsassistente. Maar vanwege de werkzaamheden die ik als dierenartsassistente moest doen, besloot ik dat dat niet mijn ding was.”
Na de I.N.A.S. deed Petra in een verpleeghuis de opleiding voor ziekenverzorgende. “Daar werden mensen zowel kortstondig als langdurig verpleegd. Hier kon je werken en leren tegelijkertijd. De minimumleeftijd voor de zorg was zeventien jaar en zeven maanden en daar zat ik net aan. Ik heb er ruim twee jaar gewerkt en haalde mijn diploma. Maar toen was er niet veel werk in die sector. Ik heb toen gesolliciteerd bij één van mijn stageplekken en werd aangenomen. Dat was in een rusthuis voor nonnen, die over de hele wereld hadden gezeten.”
Petra bleef hier zeven jaar en ging toen aan de slag in een psychiatrisch ziekenhuis in Etten-Leur. “Dat was een heel boeiende omgeving. Je hebt te maken met mensen die niet zelfstandig kunnen leven en een heel ander denkpatroon hebben. Die tegen zichzelf beschermd moeten worden en de omgeving tegen hun. Om me verder te specialiseren wilde ik een opleiding volgen waar ik al voor was ingeschreven. Maar toen kreeg ik een zwaar auto ongeluk. Mijn complete rechterbeen heeft drie maanden in het gips gezeten en ik moest meer dan een jaar revalideren. Daarna was ik niet meer geschikt voor de verpleging, want daar loop je heel de dag.”
Ze deed de avondopleiding Hogeschool Toerisme die twee jaar duurde, twee avonden in de week. Het eindexamen deed Petra hoogzwanger, want op haar tweeëntwintigste trouwde ze met haar jeugdliefde. “Ik leerde mijn man kennen op een feestje op een boerderij: een schuurfuif. Schuurfuiven werden heel veel gegeven en iedereen kwam daar op de brommer naar toe. Ik ook. Ik heb die verdiend met aardbeien plukken. Daar begon ik in de zomervakantie mee om 06:00 tot 08:30, daarna ging ik op de brommer die ik van mijn opa had geleend, naar het ziekenhuis in Roosendaal, waar mijn moeder werkte. Ik ging daar poetsen tot 12:30 en ’s avonds van 18:00 tot 21:00 ging ik aardbeienplantjes sorteren en rapen.”
Voor hun trouwen kochten Petra en haar verloofde bouwgrond in Essen waar ze zijn gaan bouwen. Na hun huwelijk zijn ze daar gaan wonen, op de bovenverdiep, omdat het beneden nog niet klaar was. “In 1995 werd onze oudste dochter geboren, in 1997 kregen we nog een dochter en in 1998 een zoon. Toen de jongste hele dagen naar de kleuterschool ging, zag ik een vacature voor VVV De Tasberg. Ik solliciteerde en werd aangenomen. En daar werk ik nu nog steeds met het grootste plezier, al dertien jaar! Je zou het niet verwachten, maar er komen veel toeristen naar Essen, die hier de rust zoeken.”
Ondertussen groeiden de kinderen op. “Mijn oudste dochter van 21 is bij de politie opleiding gestart en woont nu samen. De middelste dochter van 19 is in het bedrijf van haar vader gestart dat gespecialiseerd is in tandtechniek. Mijn zoon, die de jongste is, doet zijn laatste jaar middelbaar, richting lassen. Twee weken geleden won hij nog een prijs, omdat hij de beste van zijn afdeling is.”
“Toen de oudste in het laatste jaar middelbaar zat, was er een Thaise studente in de klas. Zij was door uitwisselingsproject AFS (American Field Service) voor middelbare scholieren een heel schooljaar in België bij een gastgezin komen wonen. Mijn oudste was meteen enthousiast en wilde dat ook graag gaan doen: het zesde jaar examen en dan een jaar weg. Maar de opbouw van een dossier duurt een jaar en het was te laat voor die opbouw. De middelste die het ook geweldig vond, was daarentegen nog te jong.”
Petra werd toen gevraagd of ze zelf geen gastgezin wilde worden. “Na overleg met de kinderen hebben we dat gedaan. De eerste student was een zeventienjarige student uit Chili, die een vergelijkbare opleiding deed als ASO of TSO. Zijn zesde en laatste jaar heeft hij hier opnieuw gevolgd in het Nederlands. De verschillen in cultuur zijn fascinerend om mee te maken! Daarna kwam een zestienjarige meisje uit Thailand en mijn middelste dochter is daarna een jaar naar de Dominicaanse Republiek geweest.”
Maar daar hielden de activiteiten van Petra met het AFS niet op. “Ondertussen zat ik in het oudercomité van AFS van regio NOA (Noord Antwerpen). Met een groep van acht mensen organiseren we activiteiten om de gastgezinnen bij elkaar te brengen. Dan creëer je een band en kunnen ze ervaringen uitwisselen. Nu woont hier een Turks meisje van zestien jaar die heel artistiek is en prachtig kan tekenen en schilderen en lessen volgt aan de Kunsthumaniora. Ze is hier nog maar vijf weken en spreekt nu al goed Nederlands. Ook werd ze lid van de Chiro van het centrum van Essen. Ze hoort er al helemaal bij!”
“Sinds twee jaar ben ik ook vrijwilliger bij het Kabaske. Daar werk ik in de winkel, maar bij voorkeur in de ontmoetingsruimte. Ook sport ik graag en hou van actieve vakanties. Sinds begin dit jaar heb ik een nieuwe relatie, die ik via mijn werk heb leren kennen en waar ik helemaal gelukkig mee ben. Hij kan ook perfect met mijn kinderen en gaststudente opschieten.”
Buiten een actieve, zeer sociale persoon, heeft Petra door haar oplettendheid in 1988 de straat waar ze woont voor een ramp behoed. “Toen ik ’s morgens opstond, zag ik het dakraam van het pand hiernaast los op het dak liggen. Ik dacht niet aan werkzaamheden, ik vertrouwde het gewoon niet en heb de politie gebeld. Aan het eind van de dag kwam ik thuis van mijn werk en kon mijn huis niet bereiken, omdat de straat was afgezet. Er was een inbraak geweest in dat pand waar een bedrijf zat, niet om iets te halen, maar om iets te brengen. Er was een bom geplaatst in het archief door een actiegroep die zich: Kommando, ge komt er niet door, noemde. Deze wraakactie had te maken met het ontslag van zeshonderd Spaanse werknemers. De bos bloemen die het bedrijf me stuurde als dank, was werkelijk enorm!”
We vroegen aan Petra wiens levensverhaal zij de volgende keer graag zou lezen. Wie dat is, leest u volgende keer in Essen vertelt…