Ree overstekend wild

Een ree ziet geen rood

De ree is een aansprekend dier dat vrijwel in heel België in het wild voorkomt. Voor veel mensen is een ontmoeting met een ree het hoogtepunt van een bezoek aan een natuurgebied.

Herstelde reeën worden terug gezet in de natuur

Regelmatig verblijven er enkele reeën in het Brasschaats opvangcentrum om in het voorjaar te worden uitgezet in de natuur. Omdat het opvangcentrum Brasschaat nauw samenwerkt met plaatselijke Politie en Brandweer en Civiele bescherming, zullen we trachten enkele maatregelen om verkeersongevallen te verminderen te promoten. Wij kunnen echter enkel vanuit onze jarenlange ervaring met reeën enkele raadgevingen meegeven, die voor ons toch het leed voor dier en mens met 70 tot 80% kan verminderen.

Overstekend reewild van half juli tot half augustus

We waarschuwen voor overstekend reewild tussen half juli en half augustus. Er lopen naar schatting 25.000 tot 30.000 reeën in Vlaanderen, waarvan een groot deel in de Provincie Antwerpen voorkomt. Tijdens de bronstperiode worden reebokken erg onvoorzichtig, want zij volgen blindelings hun instinct op zoek naar een partner. Tijdens dezelfde periode worden ‘liefdesconcurrenten’ uit het territorium verdreven en raken zo op de dool. Vooral bosrijke zones en de nabijheid van houtwallen vormen een risico. Later verjaagt de geit haar volwassen dochters uit het territorium, vlak voor de geboorte van de kalveren. Daarom zou het mooi zijn moesten op gevaarlijke plaatsen meer waarschuwingsborden voor overstekend wild staan, zodat ze zeker worden gezien door de automobilisten.

Grootste kans op aanrijdingen in de schemerperiodes

De kans op aanrijdingen is het grootst in de schemerperiodes, de vroege ochtend of late avond, al kunnen bokken ook overdag actief zijn. Zo heeft een toename in infrastructuur ervoor gezorgd dat de dieren steeds minder leefomgeving en aaneengesloten gebieden ter beschikking hebben. Zodoende worden ze gedwongen zich tijdens de zoektocht naar voedsel en rust te verplaatsen over de wegen heen, met de ons welbekende gevolgen. De weinige gebieden die het ree nog heeft, worden geregeld verstoord door recreatieve activiteiten. Vooral loslopende honden verjagen reeën uit hun leefomgeving richting gevaarlijke wegen. Boswachters constateren dit dikwijls en ons opvangcentrum word regelmatig opgebeld door ongeruste wandelaars met de melding van loslopende honden. Ook aangevallen reeën door honden komen vaak bij ons terecht. Bosbouwpraktijken, zoals verwijderen van opslag of kaalkappen, kunnen ook gepaard gaan met het verjagen van reeën omdat het aanbod van voedsel en dekking daardoor sterk verandert.

Reeën zien alleen vage objecten

Het gezichtsvermogen van het ree is maar matig ontwikkeld. Reeën zien alleen vage objecten. Bewegingen worden echter uitstekend waargenomen. Een volledig stilstaand mens wordt door een ree niet herkend, de geringste beweging maakt het echter wantrouwend. Het gevolg van die onzekerheid is dat het ree zich uit de voeten maakt. Het gezichtsveld van het ree is groot. Ze kan door de zijdelings geplaatste ogen nagenoeg 360 graden in één beeld zien.

Hoe weet je of reeën blauwe kleuren zien

Kleuren zijn verschillende golflengtes licht. Een reeënoog heeft heel kleine organen met lichtgevoelige pigmenten. In die organen zijn kegeltjes en staafjes te onderscheiden. Het lichtgevoelig pigment reageert op een beperkt deel van de lichtgolflengtes. Er zijn drie typen kegeltjes in het oog van de mens. Daardoor kunnen wij kleuren zien, die je kunt maken met rood, groen en blauw. Reeën hebben maar twee typen kegeltjes. Zij missen de kegeltjes waarmee je rood goed kunt zien. Reeën zien dan ook alleen de kleuren die ontstaan als de kleuren groen en blauw licht worden gecombineerd, in het overgangsgebied is de kleur min of meer grijs. Dat betekent dat een oranje jas voor een ree groen/grijs lijkt. Reeën zullen dan ook niet gauw de bewegingen van mensen met oranje jassen zien en mensen met blauwe jassen aan des te beter.

In het donker zien

De staafjes zijn erg lichtgevoelig en helpen een ree in het donker te zien. Staafjes kunnen echter geen kleuren onderscheiden. Uit onderzoek is gebleken dat bij veel onderzochte diersoorten de kegeltjes die blauw zien, het meest voorkomen in het bovenste deel van het oog. Maar bij het ree schijnen de meeste in het onderste deel van het netvlies voor te komen. Het oog voelt met de kegeltjes de kleuren en vertaalt die gevoelens naar signalen richting de hersenen. Wij noemen dat zien en op basis van wat wij zien reageren we. Zo is dat ook bij het ree.

Blauw reflecterende wildspiegels

We weten nu dat reeën alle tinten tussen groen en blauw zien. We weten uit ervaring ook dat reeën slecht zien, tenzij we bewegen. Het vermoeden bestaat dat het ontbreken van één soort kegeltjes en de lichtgevoeligheid van de staafjes een belangrijke combinatie is om bewegingen waar te nemen. Mensen die scherp willen zien maken van deze kennis gebruik door een bril met groen/gele glazen op te zetten. Daarnaast maakt men voor het afschrikken van reeën gebruik van het beweging versterkende effect van blauw reflecterende wildspiegels. Door veel opzoeking en ervaring veronderstelt het opvangcentrum voor vogels en wilde dieren gelegen te Brasschaat – Kapellen, dat blauwe reflectoren momenteel de best resultaten oplevert ter bescherming van reeën en weggebruikers.

Opvangcentrum voor vogels en wilde dieren Brasschaat – Kapellen
Floris Verbraekenlei 32
2930 Brasschaat
047484897
info@vocbrasschaatkapellen.be
www.vocbrasschaatkapellen.be

Peeters Marcel

Facebook18
Twitter
Follow Me
Tweet