Lot van ew ore: dat is de leuze van het 53ste carnavalsjaar in Essen. Elke wijk werkt naarstig aan haar praalwagen waarin deze leuze is verwerkt. Ze werken hard om de titel ‘Grootste Stoet der Noorderkempen’ elk jaar opnieuw waar te maken. Wij keken achter de schermen bij wijk Staesi.
Door de raampjes van een boerderijloods in Nispen, enkele honderden meters van de grens, zie je ’s avonds felle lichten flitsen. De lassers zijn in januari nog volop in de weer om van hun wagen de mooiste te maken. Elly Van Loon, raadslid van de wijk Staesi, vangt ons warm op en geeft antwoord op onze vragen.
Mensen zien enkel het resultaat van jullie werk tijdens de stoet, maar hoeveel tijd investeren jullie in de voorbereiding van het grootste feest in Essen?
Elly: “Het begint al heel vroeg. Tijdens het carnavalsbal na de stoet in Essen krijgen we te horen wat de leuze voor het volgende jaar is. Diegene die de wagen ontwerpt, kan dan eigenlijk al aan de slag. De wagen wordt snel daarna ontmanteld. Vanaf september wordt er om de paar dagen aan gewerkt en vanaf januari is er elke avond wel iemand bezig.”
Hoe financieren jullie dit?
Elly: “We doen inzamelingen, we krijgen startgeld als we deelnemen aan andere stoeten en in Essen is er ook prijzengeld.
Wie bepaalt wie wint en welke categorieën zijn er?
Elly: “Er zijn zes juryleden: één voor elke wijk. Zij mogen niet op hun eigen wijk stemmen en beoordelen de wagens op afwerking en originaliteit. Categorie A bestaat uit de wijkwagens, categorie B uit de wagens van Essense verenigingen, C zijn wagens afkomstig buiten Essen, D zijn groepen in het algemeen en E is individueel algemeen.”
Hoe komt het dat carnaval meer leeft in Essen dan in de naburige, Belgische gemeenten?
Elly: “Dat is moeilijk te zeggen. Misschien zijn het de Nederlandse invloeden? Lang geleden bleek het carnavalsleven in Kalmthout groot te zijn, maar na verloop van tijd is het daar weggedeemsterd en is het in Essen net heel populair geworden. De kwaliteit van de wagens is gewoon heel goed in Essen. Zo’n 54 groepen passeren de revue en dus mogen we met trots zeggen dat we de grootste stoet der Noorderkempen hebben.“
Meer info?
www.ossekoppen.be
Bron en foto: gemeente Essen
JH