Dit schrijven is aan jullie gezonden in naam van een quasi voltallig lerarencollege. Want vandaag, maandag 13 januari, doen we iets wat geheel niet in onze aard ligt.
Normaal gezien zetten wij, elke avond, met de ditjes en datjes van het klasgebeuren in ons achterhoofd, met onze gedachten al bij de volgende dag en vol goede goesting onze wekker klaar.
Normaal gezien staan we springen we met een blij vooruitzicht op onze fiets of achter het stuur van onze auto.
Normaal gezien zitten we ‘s ochtends met een kop koffie of thee de laatste hand te leggen aan de planning van de dag die op ons wacht.
Normaal gezien staan we met de glimlach aan de deur om elk kind op zijn of haar manier de hand te schudden, een goedemorgen te wensen.
Normaal gezien bereiden we met alle plezier, met ontzettend veel liefde en met groot idealisme deze generatie voor, zodat zij hun eigen unieke steentje kunnen bijdragen. Zodat ze precies kunnen bieden wat ze de wereld van morgen te bieden hebben.
Normaal gezien… Maar op deze dag niet.
Vandaag willen we onze stem laten horen aan zij die, boven ons hoofd, denken dat die toekomstige generatie, de kinderen die onze klassen kleuren, hun vuile was wel zal komen wassen. De insteek van de staking die vandaag plaatsvindt, zijn de plannen om te beknibbelen in de pensioenen. Onze insteek ligt nog veel breder dan dat. Want het beknibbelen terwijl er steeds meer gevraagd wordt, is een druppel bijgooien in een emmer, die reeds over zijn voegen liep.
Het is meer dan duidelijk dat de personen die van bovenhand de touwtjes in handen nemen, erg ver af staan van het werkveld, van pedagogie en van inzicht in het bredere plaatje van ‘het opgroeiende kind’.
Het is een druppel die laat zien in hoeverre het respect voor het vak, hetwelk meer en meer een ambacht lijkt te worden, zoek is.
Ons beroep is er één met vele voordelen, denk maar aan de vele vakantiedagen. Toch liggen bij ons de salariswagens, extra toekomende verzekeringen en bonussen niet op de plank. De enige ambitie die we kunnen hebben, is degene die we onszelf, onze collega’s en het concept ‘onderwijs’ opleggen.
Doorgroeimogelijkheden liggen voor een enkeling misschien weggelegd in de functie van directie. Een functie met onevenredig veel verantwoordelijkheden, een functie met vele ‘verplichte’ petten op, waarbij elke dag een petje lijkt bij te komen zonder dat hiervoor middelen of hulp worden voorzien. Van werfleider tot pedagoog, van preventieadviseur tot manager. Het verval in deze functie is groot. Vele directeurs geven er voortijdig de brui aan. Gewoon omdat dit werk, deze verantwoordelijkheid moeilijk te dragen is voor één persoon. Gewoon omdat deze personen in de kou worden gelaten en te weinig ondersteuning krijgen.
Ons onderwijs, maar ook de wereld daarbuiten, staat voor vele uitdagingen, we gaan als college deze uitdagingen met veel goede moed aan. We zijn dit verplicht aan de kinderen die de toekomst zullen kleuren. Toch voelen we niet het respect en vooral niet het vertrouwen vanuit de bevoegde overheid om dit in vrijheid te kunnen doen, als professionals. We hebben allemaal de vereiste diploma’s, we hebben allemaal vereiste competenties en we verdienen het om daarnaar behandeld te worden. Zonder de vele controles, extra paperassen en ronduit pijnlijke blamages van bepaalde beleidsmakers in kranten of sociale media. Op die manier hebben wij de tijd, de ruimte om, vanuit onze expertise, de kinderen die in goed vertrouwen aan ons zijn toevertrouwd, te voeden en de tijd en de ruimte te geven om te worden wie ze worden willen.
Dat is waarom wij vandaag, voor één dag, het werk neerleggen.
Hopende dat ze onze zorgen en bekommernissen tot op het ministerie zullen horen.
De leraar doet ertoe en verdient het om naar waarde, naar kennen en kunnen gezien te worden.
Vele groeten
Van Diede, Leraar zesde klas, namens volledige team van Steinerschool De Wingerd
Foto: Pixabay