Tag Archief: beroepen

Een kaproenmaker maakte kaproenen. Dit was een hoofddeksel voor mannen, dat veel in de middeleeuwen gedragen werd en ook de …

Een haardoekwever weeft doeken van haar. Haardoek zijn paardenharenbladen voor het inleggen in de zeeften randen. Haardoek werd geweven op …

Een haakmaker was een wapensmid, die zich had toegelegd op de productie van haakbussen. Het zal omstreeks het beleg of …

Een hoepbaas (hoepmaker, hoepbuiger) maakte hoepen, een band van hout (gespleten wilgen of populierentwijg) of van ijzer, die om een …

Een jukmaker was een maker van een juk. De jukmaker speelde in de overwegend agrarische samenleving van vroeger een belangrijke …

Een heiboendermaker maakte heiboenders, een kleine bezem zonder steel, gemaakt van bezemheide en gebruikt voor het schoonmaken van potten, vaten …

Een varkensschouwer was toezichthouder op de slacht van varkens. De meeste varkens in de 17e eeuw werden voor eigen gebruik …

Voordat wekkers waren uitgevonden, leefden mensen met de natuur. Je stond op wanneer de zon opkwam of de haan kraaide …

De heiligenbakker (heyligenbacker), ook wel beeldendrucker genoemd, vervaardigde heiligenbeeldjes. Als grondstof werd pijpaarde (waarschijnlijk afkomstig uit de Maasvallei of het …

Een indigobereider was een persoon die de indigoplanten in een kuip met warm water overgoot, vervolgens stapt en omroert. Het …

Oliekoop was een vroegere benaming van rondzwervende geneesmeesters of kwakzalvers, die, veelal in een blauwe, met lint omboorde manteljas gehuld …

De ouderman was binnen een gilde de hoogste gezagsdrager, hij was bestuurder van een gilde. Hij regelde de innerlijke aangelegenheden …