Bij sommige mensen zit het toekomstige beroep er al heel vroeg in. De moeder van Ilse Castelijns vertelde dat Ilse op de jonge leeftijd van 5 jaar al wist wanneer er iets met een dier aan de hand was.
Vliegles in de living
“Jonge musjes kregen vliegles in onze living”
Studie
“Ik ben gaan studeren voor dierenarts, maar de eerste 3 jaar krijg je nog geen patiënten te zien. Je krijgt ook veel vakken die niet direct met het beroep te maken hebben. Pas de laatste jaren van de studie kom je met patiënten in contact. Mijn eerste patiënt tijdens mijn stage was een schaap. Tijdens mijn studie had ik vaak met vooroordelen te maken. Vrouwen waren op veel plekken niet welkom, want ‘het was een mannenberoep’ werd gezegd. In mijn vrije weekenden ging ik altijd met een dierenarts mee op ronde. Pas in het laatste jaar van je studie werk je echt als dierenarts, onder supervisie, en dan leer je heel veel.”
De impact van “het laten inslapen”
“De eerste keer dat je een dier moet laten inslapen heeft een enorme impact…”
Van Nieuwmoer naar Essen
“Mijn eerste praktijkjaren waren op Nieuwmoer, waar ik woonde. Na anderhalf jaar begon ik in Essen, eerst in de Stationsstraat, daarna in de Hofstraat. Ik was een van de eerste vrouwelijke dierenartsen in de regio, maar gelukkig had ik geen last meer van vooroordelen van collega’s. Sinds ik in de Hofstraat zit, is de praktijk behoorlijk uitgebreid. Het vorige pand was namelijk veel te klein voor het aantal patiënten.”
Specialisaties en continu evoluerende technieken
“Mijn interesses zijn ogen en kijkoperaties, maar de kennis van ons team is heel breed en wordt constant uitgebreid. De technieken in de dierengeneeskunde zijn ook enorm geëvolueerd. De medische beeldvorming die voor mensen gebruikt wordt, is gelukkig ook voor dieren beschikbaar geworden net als de onderzoeksmogelijkheden. Zo hebben wij ons eigen labo en hoeven niks meer op te sturen. Door die evoluties is het beroep sterk in niveau verhoogd en dat maakt het nog leuker. Al is de verlanglijst nog lang van wat ik zou willen hebben. Vooral de kijkoperaties zijn een enorme vooruitgang, je hoeft dieren niet meer helemaal open te leggen. Ook deze techniek kent constante verbetering.
Zeer kundige assistentes
“We volgen jaarlijks heel wat congressen om onze kennis te verbeteren en uit te breiden. Natuurlijk zijn al onze dierenartsen zeer kundig, maar dat zijn onze assistentes ook! Ook zij volgen opleidingen en bijscholingen, zoals reanimatie, spoedbehandelingen, anesthesie, … Ze assisteren bij operaties, doen bloedonderzoek, anesthesiebewaking die heel gespecialiseerd gebeurt, assisteren bij operaties, brengen infusen aan, … Door hun kennis en kunde kunnen we met z’n allen samenwerken als een perfect geolied team, waar ik heel erg blij mee ben!”
Van hamstertje tot leeuw
“Het kleinste dier dat ik ooit behandeld heb, was een hamstertje met een gebroken pootje dat we hebben kunnen spalken. De grootste dieren waren een leeuw met longontsteking en een tijger met een huidinfectie.”
Trots op mijn beroep
“Ik ben trots op het kunnen, de drijfveren, de groei en kennis van heel mijn team. Dat je steeds meer moeilijke gevallen kunt behandelen. Dat je elke keer je grenzen kunt verleggen in het helpen van patiënten. Dat we het nooit snel opgeven en steeds naar mogelijkheden zoeken om een dier beter te maken. We zijn gezegend met een cliënteel die ons ook die mogelijkheid geeft. Die zelf ook sterk gemotiveerd is om hun dier beter te maken, zodat we samen tot het uiterste kunnen gaan!”
NN
Meer informatie vindt u op de website van Dierenartsenpraktijk ‘t Hof