Wendy Adriaens column

Van kuiken naar speelvogel

Ze zitten daar goed zo lekker warm in de schuur. Kokostapijt op de koude betonnen vloer, dekentjes erop, een kussen en een warmtelamp erboven. De eerste weken hebben ze namelijk nog veel warmte nodig.

Van kuiken naar speelvogel

Een bakje water, maar geen voedsel… We weten dat een kipje de eerste 24 uur ook niet eet, dat komt door de dooier die hen in het ei van voeding heeft voorzien. Het kipje zuigt de dag voor het uit het ei komt via de navel zo voeding naar binnen en na het uitkomen nog eens 24 uur. Bij een struisvogel werkt dit exact zo, maar voorziet het kuiken nog tien dagen (!) van voedsel. Om er zeker van te zijn dat ik ze niet eerder zou voeden, werd me er ook even bij verteld dat, indien ik dat wél zou doen, de boel zou kunnen gaan ontsteken. Met als gevolg dat het kuiken dan sterft. Jeetje!

Ook wist ik al dat het sterftecijfer bij struisvogelkuikens gemiddeld 50% bedraagt. Grootste oorzaken: Stress, eenzaamheid, prolaps (drukken ze zo hard dat een deel van het darmkanaal meekomt) en ontstoken dooierzak. De angst zat er goed in! Zo fragiel had ik het allemaal niet verwacht! En wellicht is dat net de reden waarom mijn kleine struisjes zo aanhankelijk geworden zijn… Minutieus ben ik met ze bezig geweest. Minstens na elk uur binnen ging ik weer naar ze kijken, observeren en knuffelen. Telkens angstig dat er eentje dood zou liggen. Werkelijk élke keer! Het is moeilijk te begrijpen voor sommigen, maar zo ben ik nu eenmaal. Er werd me ook aangeraden meerdere kuikens mee te nemen wegens het hoge sterftecijfer, maar dat risico kon ik niet nemen. Indien ze dan allemaal zouden overleven moest ik er alsnog weg doen, ten laatste op leeftijd van 1 jaar.

Neenee, ik zou mijn best doen en voor mij betekent dat dan bijna volcontinu aanwezig zijn. Dat ze met hun hun rollende roep ook om me schreeuwden wanneer ik afwezig was, zette de druk nog wat hoger want…stress kan dodelijk zijn! Ik ging er zelfs lekker bij liggen onder de warmtelamp! Heerlijk hoor, die kleine stekelvarkentjes tegen je gezicht. Hun eerste veertjes, een soort dons, zitten namelijk nog in de schacht bij geboorte, waardoor ze lekker stekelig aanvoelen. Na een week begint er hier en daar al wat zachte dons vrij te komen.
Wat is het allemaal grappig als ik er achteraf weer aan terug denk. Wat ben ik eigenlijk toch een muts als het over dieren gaat.

Vanaf de eerste dagen zette ik ook de deur van hun schuur open, zodat ze frisse lucht kregen. Met hooibalen had ik dat afgezet om ze veilig te houden. De deur kijkt uit op de poort welke op de straat uitkomt en waar veel wandelaars en buren passeren. Het duurde natuurlijk ook niet lang voordat de passanten zich nestelden op de hooibalen om die schattige stekelvarkentjes te knuffelen of ermee op de foto te gaan. Zalig vond ik dat, om al die blije gezichten te aanschouwen en de oprechte liefde die daar vanaf droop. Ik had dus niet alleen een verschil voor deze struisvogeltjes betekend, maar ook voor de buurt!

Zo is eigenlijk hun eerste bekendheid ontstaan. Voor ik het wist kreeg ik dagelijks bezoek en daarom besloot ik mijn diertjes niet enkel voor mezelf te houden, maar ze te delen met de hele buurt. En zo gebeurde het dat velen hen met een centimeter per dag zagen opgroeien. Voorzichtig al eens buiten op onderzoek zagen gaan en hun eerste dansjes uitvoeren. Hetgeen de harten deed smelten, zoals het jouwe dadelijk wanneer je de filmpjes bekijkt…

Wendy Adriaens

Facebook56
Twitter
Follow Me
Tweet