Ga je met je auto de openbare weg op, dan moet je te allen tijde een aantal boorddocumenten kunnen voorleggen. Van de verplichte boorddocumenten moet je het originele exemplaar in je wagen hebben. Kopieën zijn niet toegelaten. Je moet ze kunnen voorleggen bij een politiecontrole en ook bij een ongeval heb je ze nodig.
Rijbewijs & identiteitskaart
De chauffeur moet altijd een geldig rijbewijs en identiteitskaart bij zich hebben. Dat laatste geldt trouwens voor alle passagiers.
Gelijkvormigheidsattest & inschrijvingsbewijs
Het gelijkvormigheidsattest krijg je bij de aankoop van je wagen. Het inschrijvingsbewijs – ook wel ‘kentekenbewijs’ genoemd – krijg je van de Dienst voor Inschrijvingen van Voertuigen (DIV) wanneer je een nummerplaat aanvraagt. Het bestaat uit twee delen. Eén deel bewaar je in de wagen, het andere thuis. Dat maakt het moeilijker om gestolen wagens door te verkopen.
Verzekeringsbewijs
Het verzekeringsbewijs – ook wel ‘groene kaart’ genoemd – toont aan dat je wagen een geldige verzekering heeft en dit boorddocument mag dus niet vervallen zijn. Een aanhangwagen met een MTM van meer dan 500 kilo heeft ook een eigen verzekeringsbewijs nodig.
Keuringsbewijs
Is je auto ouder dan vier jaar? Dan moet er een geldig keuringsbewijs bij je boorddocumenten zitten.
Tip
Een Europees aanrijdingsformulier is geen verplicht boorddocument, maar je hebt het beter altijd in je auto liggen. Heb je net een ongeval gehad en het formulier gebruikt, denk er dan aan om snel een nieuw exemplaar op te vragen bij je verzekeraar.
Bron: VAB
Foto: Pixabay