Nu heb ik al twee keer een column moeten schrijven over ons dorp. Op die 38 jaar dat ik hier woon is daar nooit behoefte of noodzaak toe geweest, want het was hier rustig, kalm, gezond, in de natuur met bloemekes en bijkes en alles ging zijn normaal gangetje, zonder zever, kul of flauwekul. Wat dat woord COLUMN betreft, dat moet eigenlijk uitgesproken worden in ’t Engels, zoals de snobistische Hyacinth Bucket uit “Keeping Up Appearances” dat doet.
Bij ons heette dat feuilleton “De Schone Schijn”, maar mijn echtgenoot noemt dat heel degenererend een KOLOM. Op zijn Engels klinkt COLUMN natuurlijk veel en veel chiquer dan een KOLOM. Maar ja, mijn echtgenoot is oorspronkelijk van Kalmthout, niet dat ik er iets mee bedoel maar toch. Die eerste KOLOM ging, zoals jullie allemaal zeker en vast gelezen hebben, over die klacht met toeters en bellen tegen die foto’s van die oorverwarmers in de ZOMER.
Evident, oorwarmers zijn voor de WINTER, maar buiten dat weten we nog altijd niet wie die bekende, onbekende dader was. Maar bon, dat gaan we nooit te weten komen. Intuïtief wisten velen dat het verkeerd ging lopen, maar impulsiviteit kan je niet tegenhouden. Anything that can go wrong, will go wrong en dat is na dat debacle ook niet gestopt.
Die tweede KOLOM ging over Opschudding in Essen, de dorpsstube ’t Wapen Van Essen. Daar zullen we waarschijnlijk ook nooit het fijne van te weten komen. Maar de op FB circulerende prints van de GSM gesprekken tussen de oprichters en/of medewerkers van de VZW Esselem voorspellen echter niet veel goeds. Intuïtief weten velen dat het verkeerd gaat lopen, maar de aanloop tot …. is genomen. Anything that can go wrong, will go wrong.
Zoals dat in ieders dagelijks huishouden gaat, is die wet van Murphy nooit ver weg. Iedereen heeft zo van die dagen dat alles tegen zit. Ge komt ’s morgens uit je bed en eerst en vooral zijn je sloefen weg en dat is het eerste teken dat je terug in je bed moet kruipen, want voor de rest van de dag stopt dat totaal niet meer. Maar een mens is maar een mens , luisteren naar hun intuïtie, zeg maar een soort ingeving, doen ze toch niet. Dus voor de rest van de dag is het naar de knoppen, maar ze weten het nog niet. Dan komt je ontbijt, je brood is oudbakken en uwen toespijs is ook op. Je vrouw stuurt je, dik tegen je goesting, naar de winkel. Ge stapt razend in de auto, rijdt naar de dichtstbijzijnde supermarkt. Gelukkig is er nog een brood, dus dat zit al mee, maar de toespijs die je wil is er niet. Dan maar de confituur die je thuis nog hebt. Ge stapt terug in uwen auto, maar die start niet. Ge belt Touring Wegenhulp, die komt, maar je bent je bijdrage vergeten te betalen en je auto kan niet ter plaatse hersteld worden, dus naar de garage.
Die wagen ben je minstens een week kwijt en dan komen de kosten nog. Gelukkig zet de garagist je thuis af. Die week zonder auto is niet zó erg zegt je vrouw “fijntjes” want je hebt nog een fiets in ‘t tuinhuis hangen. Die fiets heb je echter al jaren niet gebruikt. De banden zijn verduurd, het licht op dat oud kreng is kapot en fluo kleding heb je ook niet meer.
Vroeger kon je nog eens rekenen op je buur, maar die spreekt niet meer zonder dat je enig benul hebt van de reden, dus ben je ook maar kwaad. Met als resultaat, te voet naar de fietsenmaker. Door al dat rijden met die auto ben je ook al niet meer zo sportief en lenig en tegen de tijd dat je bij die fietsenmaker aankomt ben je zo stijf als een plank en heb je blaren op je tenen. Ondertussen is het al ver in de namiddag. Die fietsenmaker staat ook niet te springen om die fiets op slag en stoot te herstellen, want die heeft veel te veel werk. Het is voor ’s anderendaags. Maar allez, dat valt nog een beetje mee, maar dan komen de kosten nog.
Dus op ’t gemakske, trager en trager, terug te voet naar huis. Van al die ‘sportiviteit’ heb je natuurlijk grote dorst gekregen en je stapt de eerste de beste café binnen. Blij dat je even kan gaan zitten, want je voeten doen verschrikkelijk pijn. Ge drinkt daar meer dan genoeg pinten, eigenlijk veel te veel, ligt tegen die cafébaas wat te zeveren over wat er op die paar uren allemaal al gebeurd is. Herhaalt dat zeven keren en ge vliegt eruit. Ge zwalpt naar buiten, draait de hoek om en staat daar toch juist ne combi van de politie. Dus dat is blazen. Uiteraard vertel je met dubbele tong en tranen in je ogen nog eens zeven keren wat je die dag allemaal is overkomen. Vol ongeloof maar toch met enig medelijden zijn die mannen van de politie zo ‘vriendelijk’ om je thuis af te zetten. Maar die kosten komen ook nog.
De buren hebben allemaal gezien dat je laat in de avond bent thuisgebracht door de politie, dus je integriteit ben je ook al kwijt. Dan val je binnen, struikelt over de hond die in de weg ligt, salontafel in gruzelementen, je vrouw razend naar bed en geen avondeten. En dan…. moet het ’s anderendaags nog allemaal tegen je vrouw uitgelegd worden. Anything that can go wrong, will go wrong.
Jeannine