Jules schelvis, leven voor 169.800 doden kamp Sobibor
©Sake Elzinga

Jules Schelvis, leven voor 169.800 doden

Vaak bekijk ik, wanneer ik een Dead Celebs column schrijf, de dood van een wat luchtige kant. Vandaag ga ik dat niet doen, want vandaag wil ik het hebben over iemand die tijdens zijn leven het symbool was, tegen wil en dank, voor 169.800 doden.

Als één van de weinigen overleefde Jules Schelvis de verschrikkingen van vernietigingskamp Sobibór en nog zes andere kampen. Sobibór kamp opende haar deuren in april 1942 en sloot het jaar daarop in november. In amper anderhalf jaar tijd vonden bijna 170.000 mensen hier de dood. Daarmee was het, in de ogen van de Nazi Duitsland, een zeer efficiënt vernietigingskamp. Dagelijks werden hier gemiddeld zo’n 280 mensen de dood ingejaagd.

Foto van Jules Schelvis, Wim Kok en diens vrouw Rita op den Brink in kamp Westerbork
Jules Schelvis, Wim Kok en diens vrouw Rita op den Brink in Westerbork
Sobibór

De meeste mensen die naar Sobibór werden gedeporteerd waren Joden, maar ook Roma en enkele Polen van niet Joodse afkomst werden hierheen gebracht. Het gros van de mensen werd meteen vanaf de trein naar de gaskamers begeleid, waar ze hun einde vonden. Enkele mensen waren echter nodig om de lijken uit de gaskamers te halen, gouden tanden en waardevolle spullen te verwijderen, bagage en kleding te sorteren en natuurlijk ondersteuning leveren aan de Duitse militairen op het kamp. Veelal werd dit door krijgsgevangen gedaan, vaak uit de Sovjet Unie, maar ook mensen die hier naartoe werden gestuurd hadden het geluk te beschikken over vaardigheden of een fysiek gestel die op dat moment nodig waren in het kamp. Deze mensen hoefden niet de gaskamers in, maar werden ondergebracht in barakken om daar te werken. Ook werden er mensen tewerkgesteld in de de omgeving.

Vernietigingskamp

Het kamp werd gebouwd in 1942 door ongeveer 80 Joodse dwangarbeiders die na voltooiing van het kamp werden beloond met de kogel. Het kamp was maar voor één doel ingericht, namelijk om ervoor te zorgen dat de mensen die hier aankwamen zo snel en efficiënt mogelijk verdwenen. Sobibór was dan ook geen groot kamp, want de nadruk lag op het vernietigen van mensen. Daarmee was het puur en alleen een vernietigingskamp. Naast het vernietigingsgedeelte waren er nog enkele barakken voorzien voor de Duitse militairen die hier onder leiding van Franz Stangl de gruwelijke misdaden, die hier zijn gepleegd, uitvoerden. Voor enkele gevangenen waren de gaskamers niet het einde. De meesten werden naar werkkampen gestuurd in de omgeving om daar uiteindelijk ook de dood te vinden. Andere gevangen bleven achter in het kamp om de kampleiding te ondersteunen met verschillende functies. Zoals het verwijderen van de lijken uit de gaskamers, het verbranden van de lijken in het crematorium en andere werkzaamheden, die direct met de vernietiging te maken hadden. Maar ook facilitaire functies, zoals schoenmakers, kleermakers en tal van andere ambachten waar de kampleiding behoefte aan had. Deze gevangenen waren deels Russische krijgsgevangenen aangevuld met enkele andere gevangenen, veelal Joden.

Ontsnappingspoging grondig voorbereid

Het waren uiteindelijk de Pool Leo Feldhendler en de Rus Alexander Aronovitsj Petsjerski die hadden besloten om een ontsnapping te beramen. Deze poging werd grondig voorbereid, waarbij eerst een groot deel van de kampbewaking werd vermoord. Op 14 oktober 1943 wisten 53 gevangen uit handen te blijven van de Nazi’s. In totaal waren er zo’n 300 gevangenen die poogden te ontsnappen. Hiermee was ook het begin van het einde van het vernietigingskamp ingeluid. Na de opstand werd besloten om het kamp te ontmantelen.

Jules Schelvis

Het verhaal van Jules Schelvis loopt niet geheel hetzelfde als de levensduur van het kamp Sobibór. Zijn bezoek aan het kamp was er één van korte duur. Hoewel hij al meteen de gevolgen merkte van het nazi-regime, begon de echte ellende voor hem op 1 juni 1943 als hij samen met een groot deel van zijn familie wordt gearresteerd en op transport gezet naar Westerbork. Hij was toen 22 jaar en al vrij snel daarna belandde hij, samen met onder andere zijn vrouw en schoonouders, in Sobibór. Hier aangekomen bood hij zich aan voor, wat hij dacht, de ordedienst. Al gauw bleek dat hij te werk gesteld ging worden in het nabijgelegen Kamp Dorohucza. De arbeiders in dit kamp moesten turfsteken in de omgeving en het doel was dat zij zich letterlijk zouden doodwerken. Jules Schelvis werd uiteindelijk in zeven concentratie- en vernietigingskampen geïnterneerd. Op 8 april 1945 werd hij door de Fransen bevrijd uit kamp Kamp Vaihingen, waar hij meer dood dan levend werd aangetroffen. Hij leed aan vlektyfus en zijn lichaamsgewicht was nog maar 45 kilogram. Hij werd opgenomen in het ziekenhuis waar hij meteen begon te schrijven over de ontberingen die hij had meegemaakt. Initieel deed hij dit om later niet het verwijt te krijgen dat hij het allemaal zou hebben verzonnen. Teruggekomen in Nederland is hij weer gaan werken als graficus en drukker.

Burgeraanklager tegen kampbeulen

Pas na zijn pensioen in 1982 is hij begonnen om zijn ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog echt op te schrijven. Het bekendste boek van zijn hand is ‘Binnen de poorten’ waarin hij onder meer vertelt over Sobibór. Ook ging hij zich manifesteren als burgeraanklager tegen kampbeulen en ging lezingen geven. Deze lezingen heeft hij tot op zeer hoge leeftijd gegeven. Hiervoor ging hij zelfs terug naar de plaatsen waar de nazi’s hun hoogtijdagen beleefden, zoals Berlijn. Hij werd het symbool van al die slachtoffers in Sobibór, maar ook de andere slachtoffers van de holocaust. Van alle personen die ik in deze column aandacht heb gegeven, is Jules Schelvis ongetwijfeld de meest bijzondere. Een mens die, ondanks alles wat hij heeft moeten meemaken, zich ervan bewust was, dat zijn individuele martelgang deel uitmaakte van iets dat veel groter was en waarvan hij vond dat het gezegd moest worden. Ondanks dat hij ook op die manier die wonde bij zichzelf steeds weer opende.

Op 3 april 2016 overleed Jules Schelvis in Amstelveen. Hij werd 95 jaar oud.

VL

Foto’s Jules Schelvis: Herinneringscentrum kamp Westerbork
Foto 1 (uitgelichte foto): Sake Elzinga
Foto’s Westerbork: Vincent Luijer

Klik op de foto’s om een vergroting te zien en door te bladeren met de pijltoetsen of de muis. Druk ESC om af te sluiten.

Op de foto’s berust het auteursrecht. Neem contact met ons op als u een foto wilt gebruiken of laten afdrukken.

Facebook12
Twitter
Follow Me
Tweet