Jeannine Douws - Column

Het ‘mogelijk’ gevaar van een afhaalpunt in je krantenwinkel

Een pas gehuwd héél modern stel vestigt zich in een plattelandsgemeente dicht tegen de Nederlandse grens. Hij, zowel als zij, kopen totaal niets bij de plaatselijke dorpswinkels of ondernemers maar kopen alles, maar dan ook alles, via webwinkels. Kwestie van niet TE vertrouwd te raken met de plaatselijke zelfstandigen, maar ook uit zelfgemak aangezien ze alle twee werken.
Telkens zij een online aankoop doen wordt daarom ogenblikkelijk het plaatselijke afhaalpunt ingevuld. Dit afhaalpunt, ik zal het ‘fictief’ bij Jerry en Karin noemen, is ‘fictief’ gevestigd in de krantenwinkel van het dorp. Alle dagen worden er bestellingen van het stel afgeleverd. Gaande van kledij, schoenen, kleine keukenartikelen en huishoudelijke apparaten zoals stofzuigers, een oven, keukenrobots en dergelijke. De eetkamermeubels vormden enigszins een probleem, maar dat werd opgelost door ze stuk voor stuk te bestellen. De winkel werd overstelpt met bestellingen van het stel. Alle hoeken en kanten van de krantenwinkel werden bedolven onder pakketten.
De hond, verzonden vanuit een kennel in Spanje, was netjes verpakt in een grote krat met uiteraard een opening zodat het beest voldoende zuurstof had om te ademen en die alle benodigdheden voor het beestje bevatte. Drinkbak, etensbak, een leiband met naam en bovendien een zak Spaanse hondenbrokken. Het gehuil van dat beest in die krat, viel natuurlijk niet in goede aarde bij uitbaters Jerry en Karin. Maar ja, als officieel afhaalpunt was daar weinig aan te doen, tenzij te wachten tot de eigenaars ‘hopelijk’ hun pakket kwamen afhalen en het zeker niet zouden terugsturen. Jerry en Karin besloten echter dat dit de laatste keer was dat ze zulk pakket zouden aanvaarden. De hond werd, tot beider vreugde, ettelijke uren later door het stel afgehaald met een klaar en duidelijke vermelding van de krantenuitbaters dat DIT ECHT NIET KON en zulke fratsen in de toekomst niet meer werden getolereerd. Gerustgesteld na die aanmaning ging het leven verder. De kat, die enige tijd later werd afgeleverd in een kleinere krat, heeft wel twee dagen moeten wachten tot het stel haar kwam, halen want ze waren op weekend geweest. De pakketten van het stel bleven echter maar komen en uiteraard gaan, want regelmatig werden er dingen teruggestuurd: te klein, te groot, te dik, niet zacht genoeg en noem maar op. Het was dagelijks een halen en terugsturen van pakken. Jerry en Karin werden er horendol van en hoopten uit de grond van hun hart dat dat koppel eindelijk gesetteld zou zijn, zodat die aan- en terug levering van allerlei goederen zou stoppen. Gelukkig mochten hond en kat blijven. Een tijdje werden de bestellingen minder, tot plots op een dag een grote vrachtwagen van om en bij de 12 m zich dubbel zette voor de krantenwinkel. Een heftruck werd aan de grond gezet en de laadbak van de vrachtwagen ging open. Een immens grote trailer werd op de parkeerplaats gereden naast de winkel, waar gelukkig, zodat er plaats genoeg was, geen auto stond geparkeerd van één van de uitbaters. Jerry en Karin ‘dus fictief’ stormden beide buiten waar de chauffeur van de vrachtwagen klaarstond met een aftekenbewijs, waarop de naam stond van diegene aan wie het pakket afgeleverd moest worden. Tot hun grote ontsteltenis was het de naam van het “pakketten” stel én de naam van het afhaalpunt, Jerry en Karin waar geleverd moest worden.
De omschrijving van de inhoud luidde: “ Galloway koe, schofthoogte 120 cm en 5OO kg”

Dit was de allerlaatste keer dat de dorpskrantenwinkel, bij Jerry en Karin nog als afhaalpunt van BP post actief was.

Jeannine

Facebook48
Twitter
Follow Me
Tweet