Wanneer ga je het best tanken?

We horen het vaak: je wacht beter niet met tanken tot de brandstoftank bijna leeg is. Maar klopt dat ook? En wanneer tank je dan beter wel?

Het antwoord is simpel: ja, dat klopt. Er zijn verschillende redenen waarom je beter niet te lang wacht met tanken. Ten eerste kan in een volle tank geen condens optreden. In lucht zit water en hoe meer lucht in je tank, hoe hoger de kans op de vorming van waterdruppeltjes. Water wil je liever niet in je brandstofleidingen. Daarnaast zorgt een laag brandstofniveau ervoor dat de brandstofpomp niet voldoende gekoeld kan worden door de diesel of benzine die er doorheen loopt. Omdat vanuit het inspuitsysteem een deel van de brandstof terug in de tank terechtkomt, warmt de brandstof in de tank op. Hoe minder brandstof er in de tank zit, hoe sneller ze warm wordt en hoe minder goed ze de brandstofpomp kan koelen.

Lucht in het brandstofsysteem

Wie tot aan het randje gaat en de brandstof helemaal oprijdt, riskeert vooral bij een oude dieselwagen ook lucht in het brandstofsysteem te laten. In dat geval moet je wagen ontlucht worden vooraleer je er opnieuw mee kunt rijden. Moderne diesels kampen minder met dat probleem. Ten eerste omdat sommige een ingebouwd systeem hebben om dat te voorkomen door al stil te vallen voor er lucht in de leidingen kan komen. En ten tweede omdat moderne diesels zichzelf kunnen ontluchten door een paar keer het contact aan te zetten.

Een kwart van de tank

Maar wanneer tank je dan beter wel? Idealiter ga je al tanken wanneer er nog een kwart brandstof in de tank zit en dit omwille van de redenen die je eerder las. Daarnaast zorgt sneller gaan tanken er voor dat het vuil op de bodem van je tank niet mee in het brandstofsysteem geraakt. Dat is vooral een risico voor wie weinig met zijn auto rijdt of tankt bij bedenkelijke tankstations. De brandstoffilter zal deze vuiltjes wel oppikken, maar wie vaak te laat tankt, zal wellicht sneller de filter moeten vervangen.

Bron: VAB
Foto: Pixabay

36