GroenRand wenst, binnen het Landschapspark De Voorkempen, de landschappelijke en ecologische samenhang te versterken.
Een gepast beheer van verbindings- en natuurverwevingsgebieden, die cruciaal zijn voor de migratie van dieren en planten, kan later leiden tot de realisatie van een ‘Vlaamse Park’. Vooraf moet bekeken worden welke eventuele barrières weggewerkt moeten worden (wegen ontsnipperen en gedempte gedeelten openen). GroenRand wil hierbij de gemeenten in de Voorkempen stimuleren en clusteren om gebiedsgerichter te werken: een samenwerking tussen het Regionaal Landschap de Voorkempen, de landbouwers, de Antwerpse Bosgroepen, natuurverenigingen, de Vlaamse Landmaatschappij, de Vlaams Milieumaatschappij en de Provincie Antwerpen.
Groenrand richt zich voornamelijk op gebieden met hoge biologische waarde:
De Antitankgracht staat in verbinding met zes gebieden met hoge biologische waarde:
1. De Kalmthoutse Heide
2. Het Groot Schietveld
3. Klein Schietveld, Fort van Brasschaat, Uitlegger, Mastenbos en Ertbrandbos
Het Klein Schietveld vormt samen met het Groot Schietveld en de Kalmthoutse Heide een van de grootste en indrukwekkendste aaneengesloten heide- en vennengebieden van Vlaanderen.
Om deze natuurverbinding beter in kaart te brengen wenst GroenRand, onder leiding van het Regionaal Landschap de Voorkempen, studenten in te zetten. GroenRand denkt dat een onderzoek naar de potentiële verbindingen tussen Schietvelden en Kalmthoutse Heide een goed onderwerp is voor een stage, maar mogelijk ook voor een afstudeeronderzoek.
Vanuit een desktopanalyse, terreinverkenningen en literatuurstudie worden kansen, knelpunten en mogelijke stapstenen en verbindingen in kaart gebracht. Vervolgens worden, in nauw overleg met diverse instanties en stakeholders, enkele concrete casestudies uitgevoerd waarbij inrichtings- en beheermaatregelen worden uitgedacht en opgesteld voor deze stapstenen als verbindend element.
4. Verschillende parken in GruunRant:
– Vordenstein
– Peerdsbos
– Gemeentepark van Brasschaat
– La Garenne
5. Golfterrein Rinkven, Brechtse Heide, Molenbos
6. Het zuidelijk uiteinde van de Antitankgracht met het Zoerselbos, Vrieselhof, Fort van Oelegem, Vallei van Het Groot Schijn, Vallei van de Tappelbeek
De bossen van Halle-Zoersel sluiten aan op het provinciaal domein Vrieselhof te Ranst (gelegen aan het Fort van Oelegem/Antitankgracht). Via de natuurverbindingen van Groot Schijn en Tappelbeek, die respectievelijk ten noorden en ten zuiden van Halle vloeien wordt de link gelegd met Zoerselbos. In Zoersel is de vallei van de Delfte beek (grens met Malle) een belangrijke potentiële natuurverbinding tussen het ’s Herenbos, Vliegveld Malle en Blommerschot. Er kan overwogen worden om een ecoduct aan te leggen over de E-34 ter hoogte van de vallei van de Delfte beek. Tijdens het openbaar onderzoek ‘Vliegveld Malle’ zijn de bossen en beekvalleien rondom het vliegveld mee opgenomen, maar hier kan het GRUP volgens GroenRand (en Natuurpunt) beter scoren. Voor de ontwikkeling van een robuust natuurgebied is het immers onontbeerlijk dat de nodige verbindingen gerealiseerd kunnen met de omliggende natuurgebieden in de regio zoals Vrieselhof, Zoerselbos, Lovenhoek en Visbeekvallei.
Vlaams regeerakkoord
Als onderdeel van een Vlaams actieprogramma ‘ontsnippering’, werkt de Vlaamse Regering de belangrijkste infrastructuurknelpunten weg door de aanleg van ecoducten of ecotunnels.
Daarnaast worden prioritaire permanente verbindingen op landschapsniveau gerealiseerd. Hiermee geeft de Vlaamse Regering vanuit Vlaanderen ook de groenblauwe dooradering in de verstedelijkte omgeving mee vorm (Regeerakkoord 2019). Via het landbouwbeleid zorgt de Vlaamse Regering er voor dat ook landbouwgebieden structureel bijdragen tot het verbeteren van de omgevingskwaliteit (water, bodem, biodiversiteit, landschap) en het leveren van ecosysteemdiensten. Er wordt resoluut ingezet op het versterken van een ecologische infrastructuur, onder de vorm van fijnmazige groenblauwe aders, oeverzones, bufferstroken en kleine landschapselementen. In kansenrijke gebieden voor agrarische biodiversiteit of in kwetsbare zones (bv. in de directe omgeving van Natura 2000-gebieden) wordt via het plattelandsbeleid natuurgerichte vormen van landbouw gestimuleerd.
Verweven en verbinden
Versnippering moet weggewerkt worden, waardoor de natuurgebieden en landschappen geen eilandjes worden, maar effectief geconnecteerde natuurgebieden en landschappen gaan vormen.
Functionele ecologische netwerken vormen de basis van het toekomstige milieu- en natuurbeleid. De basis start met een ruimtelijke visie om grote ecologisch waardevolle gebieden als één netwerk te verweven en te verbinden. Hiervoor moet er samengewerkt worden met alle partners op het veld. Via de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) trachten we te onderzoeken waar kleine landschapselementen versterkt kunnen worden. GroenRand wenst deze zes gebieden te verweven en tracht een projectmatige inventarisatie te maken van kleine landschapselementen en andere landschapselementen, zoals poelen, bomen, houtkanten. Vanuit deze gegevens moet nagegaan worden welke landschapselementen er kunnen worden hersteld of versterkt, zodat hiaten worden opgevuld. Lijnvormige landschapselementen zoals heggen en bomenrijen bieden planten en dieren een beschutte route van het ene natuurgebied naar het andere. Puntvormige elementen zoals poelen en bosjes doen dienst als stapsteen en hebben hetzelfde effect. Er moet tevens een schakelplan worden gerealiseerd waarin een ontsnipperingsplan een essentieel element is. Wegen doorsnijden het landschap en vormen barrières, daardoor hebben wegen een versnipperend effect op leefgebieden van plant- en diersoorten. Ze bemoeilijken de uitwisseling tussen leefgebieden aan de ene kant van de weg met leefgebieden aan de andere kant van de weg. Via o.a. INBO moet een selectie worden gemaakt van storende barrières, die via ontsnipperende maatregelen, weggewerkt moeten worden.
Screening
In samenwerking met het Regionale Landschap heeft GroenRand recent een screening gedaan van het Landschapsbeheerplan en heeft bekeken hoe de Antitankgracht in de toekomst het best beheerd kan worden. Dit wil zeggen dat er werd nagegaan welke acties reeds uitgevoerd zijn, maar ook welke acties -met een hoge, middelhoge en lage prioriteit- in de toekomst moeten worden opgenomen en wie de trekker wordt van bepaalde acties. De Antitankgracht zal versterkt worden door een PDPO-project (met cofinanciering), dat momenteel in de steigers staat (definitieve resultaten verwachten we in januari/februari 2020) De voorgestelde maatregelen zijn erg divers: snoeien van de houtkanten, ruimen van de gracht, terugdringen van streekvreemde planten en dieren, waterhuishouding, beschermen van kwetsbare soorten, renovatie van militaire bouwwerken (o.a. de sluisbunkers), openmaken gedempte gedeelten, herinrichten van oversteekplaatsen voor dieren door o.a. ecotunneltjes (ontsnipperende maatregelen), vervolledigen van het fietspad… Bekeken moet worden welke barrières storend zijn voor de verplaatsing van dieren en planten, deze zouden prioritair aangepakt moeten worden. Met het plaatsen van ecoducten, boombruggen of faunatunnels kunnen dieren een groter gebied bestrijken, wat op haar beurt weer ten goede komt aan de biodiversiteit en veerkracht van de natuur. Mogelijke locaties voor faunapassages moeten op terrein geëvalueerd worden op kansrijkheid en haalbaarheid.
Nu actie
In Vlaanderen is al ontzettend veel voorbereidend werk verricht. Er werden tal van ontsnipperingsstudies gemaakt en voor heel wat wegen in Vlaanderen is al onderzocht waar er knelpunten en kansen liggen. Door oefeningen als het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) en Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk (IVON) is ook bekend waar de belangrijke groene verbindingsstructuren in de Voorkempen zijn of zouden moeten komen (zes gebieden met hoge biologische waardering werden geselecteerd). Er is tevens recent een modelmatige ontsnipperingstool ontwikkeld door het VITO. Kortom de meeste informatie is er. Tijd om dit om te zetten in concrete plannen met een concrete timing en concreet budget.
Het ANB, het AWV, het Departement Omgeving en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) zitten samen om op Vlaams niveau een ontwerp van ‘meerjarenplan ontsnippering’ op te stellen. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen prioritaire maatregelen op korte termijn, waarover al langere tijd met diverse partners onderhandelingen lopen, en een planning op langere termijn om de structurele missing links volledig in beeld te brengen en aan te pakken. Het is belangrijk dat alle infrastructuurbeheerders hierin participeren. Zo is ook een belangrijke taak weggelegd voor de lokale besturen, want er zijn ook kleine lokale infrastructuren die moeten worden aangepast. De opmaak en uitvoering van die plannen zitten verdeeld over diverse bevoegdheden. Daarom is het ook goed om een intergemeentelijk plan op te maken. Het Regionaal Landschap de Voorkempen kan hier het voortouw en de coördinatie opnemen.
Bron: GroenRand
Grote foto: Pixabay