Rijden bij warm weer vraagt een extra inspanning. VAB geeft zes tips om de warmte te verminderen en je concentratie te houden.
1. Parkeer je auto indien mogelijk steeds in de schaduw. Hou er rekening mee dat de zon verschuift en dus de schaduw ook mee verandert. Dat plekje in de schaduw onder die boom kan twee uur later dus volledig in de zon liggen.
2. Leg een zonnescherm. Het dashboard absorbeert warmte. Bij 31 °C kan de contacttemperatuur op het dashboard oplopen tot 92 °C. Leg daarom steeds een afscherming, bij voorkeur aan de buitenkant op de voorruit. Heb je geen zonnescherm, neem dan een handdoek of een deken. Gebruik ook zonneblinden voor je achterste autoruiten. Dat is ook erg belangrijk voor je kinderen, zodat ze niet verblind worden door het zonlicht. Heb je dat niet, dan kun je ook een handdoek aan de ruiten bevestigen.
3. Verlucht je auto bij vertrek. Doe je ramen open en zet de ventilator of airco op het maximum. Zo jaag je de hete lucht die is opgeslagen in de luchtkanalen van de airco naar buiten.
4. Zorg voor luchtcirculatie tijdens het rijden. Heb je geen airco, open dan het raam aan de bestuurderszijde en het raam aan de andere zijde achteraan gedeeltelijk, dit zorgt voor de beste luchtcirculatie in de auto. Pas op met airco. Maak het temperatuurverschil met buiten niet té groot. Als het verschil te groot is, riskeer je een lichte ‘thermische shock’ te krijgen als je buiten komt.
5. Neem voldoende koel water mee, zodat jij zelf ook gehydrateerd en fris kunt blijven. Voldoende drinken is altijd belangrijk, zeker als je in een lange file belandt. Koop eventueel een spuitbus met water (spray) om het gezicht even te verfrissen zonder te veel nattigheid. Wie lang fris water wil, kan de flesjes thuis eerst (gedeeltelijk) invriezen.
6. Stop meer dan anders bij lange ritten. De warmte zorgt er ook voor dat je minder lang geconcentreerd kan rondrijden. Eén of twee extra tussenstops zijn dus zeker aan te raden.
Bron: VAB
Foto: Noordernieuws.be