Een boerderij beheren is zwaar werk. In gedachten zie je dan een stoere man, bijgestaan door zijn vrouw. Maar dat is niet het geval bij melkveeboerderij ‘Achterste Schriek’. Daar zwaaien Anja Vandekeybus (44) en haar dochter Eline Boden (20) de scepter, bijgestaan door dochter Elke (22) en zoon Kristof (19).
Corneel Boden
De oorspronkelijke boerderij werd in de Tweede Wereldoorlog grotendeels vernield. Corneel Boden kocht de overblijfselen in 1950. Samen met zijn vrouw Anna Goetstouwers heeft hij het helemaal opgebouwd en hield er melkkoeien en varkens. Corneel overleed in 1980, waarna zijn vrouw en kinderen verder deden.
In 1997 getrouwd
“Mijn man heeft de boerderij in 1991 van zijn moeder overgenomen”, vertelt Anja. “Er waren toen zo’n veertig koeien en 150 zeugen, alle biggetjes die geboren werden bleven hier. In 1997 zijn we getrouwd en mijn ouders hadden een boerderij in Kalmthout-Hoek. Daar stonden zo’n veertig koeien, die na ons huwelijk hier naar toe kwamen. Ik was enig kind en zou mijn ouders opgevolgd zijn op de boerderij. Omdat er bij mijn man een nieuwe stal was gebouwd, zijn de koeien hier naar toe gekomen, omdat het melken anders te zwaar zou zijn. De kalveren gingen dan weer naar mijn ouders.”
Af en toe een feestje
“Een onkel stopte met koeien melken en ging mestvee houden. Bij een ander bedrijf, in Loenhout, ging de boer op pensioen en die koeien hebben we toen allemaal opgekocht. Toen hadden we 130 koeien op twee locaties, bij mijn ouders en bij ons. Ik molk de koeien ’s morgens bij mijn ouders en mijn man deed dat hier ’s avonds en omgekeerd. Hij voederde de koeien dan en deed alle controlewerken. Ook de zeugen hadden intensieve zorg nodig, onder andere bij het biggetjes krijgen. Verder hadden we eigenlijk nergens tijd voor, hoogstens af en toe een feestje. We kregen drie kinderen en mijn schoonmoeder, die weduwe was, woonde bij ons in. We hadden erg veel steun van haar bij het opvoeden en de zorg voor de boerderij. Vanaf dat de kinderen konden lopen werkten ze mee. In 2006 stierf mijn schoonmoeder, ze was al anderhalf jaar verlamd voor ze overleed.”
Ik hielp al vroeg mee
“Ik was altijd bij mijn vader”, zegt Eline. ”Ik hielp al heel vroeg mee, net als mijn broer en zus. Het veevoer werd ingekuild en bedekt met zand en elke week werd er een meter zand afgeschept. Precies als ik verjaarde verwachtte mijn vader dat ik het ook ging doen, dus daar had ik een hekel aan. De geboorte van kalfjes vind ik erg leuk en ik help mee bij de bevalling. Het is heel leuk werk, je hebt alle vrijheid en kunt pauzeren wanneer je wilt. Maar het werk moet uiteindelijk wel allemaal gebeuren. Ik houd van mijn beroep en zal het altijd blijven doen en later zal ik de boerderij verder zetten.”
Ook een baan in de ouderenzorg
“Naast de melkveeboerderij werk ik in een WZC in Kalmthout-Heide,” legt Elke uit. “Ik heb altijd een zwak gehad voor senioren en wilde graag met ze werken. Bovendien wist ik dat Eline de boerderij voort wilde zetten en daarom leek een baan in de ouderenzorg me ideaal. Ik had ook zo’n hekel aan dat zand afscheppen, vreselijk vond ik dat. De dieren verzorgen vond en vind ik wel leuk!”
Tractorwerkzaamheden
“Onze broer Kristof werkt bij bestratingswerken”, vertelt Eline. ” Daarom is hij er overdag niet, maar op zaterdag werkt hij altijd mee en doet de tractorwerkzaamheden. In het voor- en najaar heeft hij altijd vakantie om de seizoenspieken op te vangen, zoals het zaaien van de mais, bemesten, …”
Eline en ik runnen de boerderij
“De boerderij wordt door Eline en mij gerund”, legt Anja uit. “Mijn man overleed op 29 juni 2017. Na een hartstilstand heeft hij nog dertien dagen in coma gelegen en is toen overleden. Hij was pas 54. We zijn toen dringend op zoek gegaan naar een medewerker. Die werkte niet alleen fysiek mee, maar heeft daarnaast Eline ondersteund bij het leren van de administratie, want dat deed mijn man allemaal.”
De kennis en liefde voor het vak doorgeven
“Zo’n dertig jaar geleden zijn mijn man en mijn schoonmoeder begonnen met stagiaires, om de kennis en de liefde voor het vak door te geven. We leren ze alle praktische, voorkomende werkzaamheden. De stagiaires komen allemaal van de landbouwschool en verdiepen hier hun kennis en passen die toe in de praktijk.”
Breed ervaring opdoen
Lisanne Danen (16) volgt haar opleiding op Pito Stabroek en is nu stagiaire op de ‘Achterste Schriek’. “Mijn moeder had contact met Anja en Eline en is met mij op de boerderij gaan kijken”, lacht Lisanne. “Ik vond het meteen leuk, vooral al die dieren. Ik loop hier nu bijna vijf maanden stage en was in het begin wel bang van de koeien als ik ze moest melken. Ze wegen zo’n 600 kilo en ik was altijd bang voor een trap. Na heel veel melken is dat wel minder geworden. Na mijn opleiding wil ik ook op een boerderij gaan werken. Het liefst zou ik mijn stage volgend jaar hier ook doen, maar dat mag niet. Je moet namelijk heel breed ervaring opdoen en dat kan alleen als je bij diverse bedrijven stage hebt gelopen.”
De droom van mijn vader uitbouwen
“De kalveren worden verzorgd door onze grootouders”, legt Eline uit. “Als ze vier maanden oud zijn gaan ze daar naar toen en komen terug als ze drachtig zijn, dat is rond de achttien maanden. Mijn grootouders zorgen er perfect voor en springen bij waar nodig. Ze staan dag en nacht voor ons klaar en zeer zeker nadat mijn vader was overleden, zijn ze een enorme steun geweest. Tot op de dag van vandaag hebben we ook de steun van vrienden en familie, die ons helpen de droom van mijn vader uit te bouwen. Een droom die nu de onze is geworden en waar we met z’n allen voor gaan.”
Trots op ons beroep
“We zijn er trots op dat we met onze melkveeboerderij voor de voeding van onze medemens kunnen zorgen. Het is best zwaar, maar ook heel dankbaar werk. We verzorgen onze dieren met liefde en passie en zijn er trots op dat we onze kennis kunnen overdragen aan mogelijke, toekomstige boeren en boerinnen.”
NN