Martine de Weerdt columns 2022

Boodschap

Zalig weer vandaag, dus ik trok er met mijne rosse, volle hond op uit. Halverwege deed mijn hond zijn grote boodschap op het voetpad. Zoals het hoort ruimde ik de nachtelijk opgespaarde hoop op met het daarvoor bestemde zakje. Op dat moment stormde de bewoner met witte sokken in zijn sandalen zijn huis uit. Hij gooide me namen naar het hoofd van onderdelen die wel ergens op mijn lichaam te vinden zijn, waardoor ik in twijfel trok of het nu opgesomde lichaamsdelen of scheldwoorden waren. Ik zei dan nog vriendelijk dat het voetpad niet tot zijn eigendom behoort en dat mijn hond er niets aan kon doen. Als het komt, dan komt het en dat ik het toch netjes had opgeruimd. Vanwaar dan dit stressmomentje?

Daar werd hij niet vrolijker van. Terwijl hij via zijn oprit naast zijn huis naar de achterliggende garage liep, noemde hij mijn Raja, een kanker- en tyfushond. Ik stond hem nog vragend na te gapen toen hij zijn garagepoort opendeed en zijn grasmaaier eruit haalde. Alsof de Duivel zijn warme hand op mijn rug legde, met zijn vinger naar het gras wees en zei: “Dat net ontsproten idee in uw hoofd… gij durft dat niet!”

En dat moeten ze nu niet tegen mij zeggen. Dus ik heb de welriekende, smeuïge dikke brij op het gazon gelegd en de piertjes gras erover gedrapeerd. Toen ik een twintigtal minuten later, met mijn lege hond richting huis wandelde, zag ik een onbemand grasmachien stilstaan op de plaats die de Duivel me aangewezen had.
Moedig dat ik ben, heb ik dan maar een omweggetje gemaakt. Met een glimlach, omdat ik wist dat de grote boodschap van mijn beledigde hond aangekomen was…

Martine de Weerdt

Facebook28
Twitter
Follow Me
Tweet