Vincent Loos (91) werd in Dreveneind, Horendonk, geboren en had drie broers en zes zussen. Zijn vader was landbouwer en had zijn eigen bedrijf, zijn moeder zorgde voor het gezin.
Oorlog
“Tot mijn vijftiende ging ik naar school in Hoogstraten”, vertelt Vincent. Daarna deed ik drie jaar seminarie, maar wiskunde en Frans vond ik veel te moeilijk. Door het landbouwbedrijf van mijn vader hadden we in de oorlog genoeg te eten. Duitse vliegtuigen gooiden bommen, dat hoorden we. Ze vielen niet altijd in onze omgeving, maar door die bommen zijn er wel twee paarden en 20 koeien omgekomen. Aan het einde van de oorlog wilde een soldaat zich overgeven en werd krijgsgevangen genomen. Tijdens de oorlog ging de school gewoon door en na school ben ik bij mijn vader gaan werken.”
Meteen een ‘klik’
“Uitgaan deed ik op de fiets in Kalmthout of Essen, in café ‘Den Zoeten Inval in Kalmthout heb ik mijn vrouw leren kennen. Ze was daar met vriendinnen, ik ben met haar gaan dansen en er was meteen een ‘klik’. We maakten een afspraak en een jaar later zijn we getrouwd. We waren allebei 31 toen we trouwden, mijn vrouw en ik scheelden maar drie weken. Na onze trouw zijn we bij haar ouders in de Putsesteenweg in Kalmthout gaan wonen. We mochten drie dochters krijgen. Ik bleef bij mijn vader werken en mijn vrouw ging bij diverse mensen poetsen. Op zondag gingen we wel eens naar Den Zoeten Inval, niet vaak, maar het bleef ons stamcafé.”
Hofstraat in Essen
“De lagere school deden onze dochters in Essen en daarna gingen ze ook op school in Hoogstraten, daar waren ze intern en kwamen in het weekend naar huis. We hadden eerst een hond, maar die blafte altijd en hield onze kinderen wakker, er liepen ook wilde katten rond die we eten gaven. Onze boodschappen deden we bij een kruidenierswinkel in Nieuwmoer. Vier jaar na onze trouw zijn we in de Hofstraat op nummer 40 in Essen gaan wonen. Daar stonden toen nog niet veel huizen, later is het daar helemaal volgebouwd.”
Verhuizing naar Sint-Michaël
“In juli en augustus gingen we wel met een bus op vakantie naar Salou bij Benidorm in Spanje. Daar bleven we een week tot tien dagen. We hadden een hulp die dan onze koeien kwam melken, we hadden er dertig. Mijn vrouw overleed toen ze 81 was aan kanker, ik ben nadien in de Hofstraat blijven wonen. Ik had hulp en dat ging goed. Sinds een paar jaar woon ik in Sint-Michaël, want mijn huis werd veel te groot voor mij alleen. Het bevalt me heel goed, je kan met andere mensen buurten en de verzorging is prima. Mijn kinderen wonen in de buurt en komen vaak langs.”
Essen vroeger en nu
“Essen is veel drukker geworden en de mensen zijn veranderd, voor ouderen hebben ze nog maar weinig tijd. Ook het verkeer is toegenomen en er is veel bijgebouwd, wat het ook drukker maakt. Maar ik vind het nog steeds fijn om in Essen te wonen.”
NN