Alfonso M. de Liguori (1696-1787) trok zich, samen met een aantal anderen, het lot van de armen aan. Hij was de grondlegger van de Redemptoristen en sindsdien gaat deze beweging de wereld over.
Congo
“De Redemptoristen begonnen in Congo in 1899”, vertelt Pater Alouis Willemsen. “Er waren daar toen al protestanten en de Redemptoristen zaten met name in Matadi. De Congolezen geloofden in een opperwezen en tussen de oppergod en de mensen waren tussengoden, geesten die goed gestemd moeten zijn en blijven. Het bijgeloof van de tussengeesten is er uitgezuiverd door de Redemptoristen, er werd geprobeerd licht in te brengen. Eigenlijk was datzelfde bijgeloof hier zo’n 200 jaar geleden ook en werd de Zwarte Hand genoemd.”
Vertrouwen en geloof in elkaar
“De eerste Redemptoristen begonnen met een klasje voor kinderen en volwassenen. Er werd verteld over hygiëne, landbouw en mensen werden overtuigd om bruggen en wegen aan te leggen. Zo konden ze hun landbouwproducten beter verkopen. Ze zorgden van basismedicatie en medische zorg als ze rondtrokken. Het was geen kwestie van godsdienst opdringen, maar mensen vertrouwen en geloof in elkaar bij te brengen, net als openheid en zorg voor elkaar. Dat is uiteindelijk tevens de boodschap van Jezus aan de mensen.”
Charles Kusika
“In 1980-’81 werden mensen in Congo ter plaatse opgeleid om pater, broeder of priester te worden en de goede geest van de congregaties voort te zetten. Charles Kusika was een van de eerste vijf Redemptoristen die in Congo tot priester werd ingewijd. Paters Gaston Ribbens en Bijloos hebben ingestaan voor de opleiding. Pater Jan Notenboom en vice-provinciaal Jan Notenboom hebben hier het initiatief voor genomen en onder de aandacht gebracht, zodat iedereen erachter zou staan.”
Kandidaat
In 1979 woonde Charles Kusika met zijn vader in Matadi, waar zijn vader taxichauffeur was. In 1979 presenteerde hij zich als kandidaat, om Redemptorist te worden voor het klooster. In 1980 deed Charles het noviciaat (vorming voor het religieuze leven). In 1981 legde hij zijn gelofte af en in 1989 werd hij tot priester gewijd.
Pater Wim Cortjens
“Het voorbeeld zag ik bij de missionarissen van de Redemptoristen”, vertelt Pater Charles. “Pater Wim Cortjens was er missionaris in de parochie en mijn grote voorbeeld. Ik wilde ook zo worden, maar dan moet je een vorming en noviciaat doen. Als je begint, ga je ervoor. Je ziet het als roeping en je verbindt je aan het evangelie. Natuurlijk heb je momenten dat je een partner en kinderen mist, maar de invulling van je werkt zorgt dat dat niet gaat overheersen.”
Vormingsjaren
“De eerste jaren zijn de vormingsjaren, namelijk het leven in gemeenschap, het geloof verdiepen en de wetenschappelijke vorming. Natuurlijk heb ik moeilijke tijden gehad, je stelt jezelf vragen en hebt twijfels of je het wel aankunt. Maar je hebt de steun van de anderen en het werk dat je doet. Nadat ik als priester was ingewijd, was ik medepastoor in de parochie Nbanza Ngungu met Pater Notenboom van Essen en was verantwoordelijk voor de jeugd.”
Beenhouwer
“Dat heb ik twee jaar gedaan en ben toen naar de missie in Songololo gegaan als ‘reispriester’. In 1999 ben ik in Brussel op de catechetische school voor universitair onderwijs Lumen Vitae(dienst pastoraal) gaan studeren. In de weekends ging ik helpen in Malmedy as weekendpriester en sprong in bij misvieringen. Na de mis zag ik een beenhouwer tegenover de kerk en ben daar gaan kijken. Ik vond dat erg interessant en ben gaan leren voor voedselverwerking, want dat is in Congo niet zo vanzelfsprekend. Ze kunnen wel slachten, maar niet verwerken zoals ze hier doen.”
Vlaamse Redemptoristen
“Na mijn terugkomst in Congo ben ik een universitaire school voor voedselverwerking begonnen, om de opgedane kennis over te brengen. Daarnaast stichtte ik ook een lagere school en bouwde kerken. Ik had materialen nog om dat in praktijk te brengen en Pater Gaston Ribbens heeft me met Broeder Willy in contact gebracht. Die stuurde me wat hij had, net als bedden voor interne studenten. Omdat ik in Brussel studeerde, leerde ik de Vlaamse Redemptoristen kennen en ook Broeder Willy. Hij was dus geen onbekende voor me. Ik ben nog vaker in België geweest en bij Broeder Willy langsgegaan.”
Uitvaartdienst
“Nu ben ik overgekomen om de uitvaartdienst van Eddy Beyloos bij te wonen, de eerste Pater die me gevormd heeft. Ik heb de gelegenheid genomen om bij Broeder Willy langs te gaan en vind het geweldig om Pater Hugo Goting en Pater Alouis Willemsen weer te zien. Broeder Willy heeft me enorm geholpen met de organisatie van de scholen, met schoolbanken en stoelen, schriften, schrijfborden en veel ander materiaal, maar ook medische spullen, zoals bedden. Hij heeft voor veel containers gezorgd en zo mensen in Congo geholpen. Morgen, vrijdag, ga ik weer terug, want de universiteit gaat weer beginnen. Ik heb het geweldig gevonden Broeder Willy en de confraters weer te mogen ontmoeten!”
NN