Lilian Smout en Maria De Backer vertellen over Essen vroeger en nu

Essen vroeger en nu. Lilian Smout en Maria De Backer vertellen!

Lilian Smout (85) en Maria De Backer (89) hebben heel hun leven in Essen gewoond. Lilian is in de Stationsstraat geboren en had twee broers, haar vader was zelfstandig loodgieter. Maria is in de Heikantstraat geboren en had een broer die op zijn tiende overleed.

Leuvense stoof

“Mijn vader werkte bij de plasticfabriek in Kalmthout”, vertelt Maria. “Ik ben thuis geboren, er was toen nog geen ziekenhuis in Essen en ik was te klein, ik woog maar 1,5 kilo. Mijn bedje stond onder de Leuvense stoof. Tot mijn veertiende ging ik naar de gemeenteschool en ben daarna gaan werken bij de Lonka, waar ik snoepjes maakte en verpakte.”

Oorlog

“Toen de oorlog kwam schuilden we in de kelder samen met onze buren, we hoorden de bommen vallen”, zegt Lilian. “We hadden veel honger en gingen bij de zusters eten.” “Wij schuilden ook veel in de kelder”, vult Maria aan. “De Duitsers waren vriendelijk voor kinderen en de Britten later ook.”

Het Locomotiefke

“Mijn man heb ik op mijn 18de leren kennen in het café van mijn ouders, het Locomotiefke, daarvoor hadden ze café Heikant”, herinnert Maria zich. “Om 00:00 moesten de cafés sluiten en gingen we met de klanten stiekem in de keuken zitten, soms kwam de politie even groeten. Mijn man was kleermaker bij het leger en op mijn 19de zijn we getrouwd. Tot die tijd heb ik in het café geholpen. Na ons huwelijk zijn we bij mijn ouders blijven wonen en gingen daar op café. We mochten een dochter krijgen. Later hebben mijn man en ik, samen met mijn ouders, in de Kloosterstraat gewoond en later ook nog in de Hemelrijkweg.”

Burgermeisje

“Onze buren zaten ’s avonds bij elkaar en zo heb ik mijn man leren kennen”, vertelt Lilian. “We zijn op mijn 21ste getrouwd, mijn man was 18 jaar ouder dan ik en daar kwam veel kritiek op. Hij zou boer worden op de boerderij van zijn ouders in Hoek. Maar omdat hij met een burgermeisje trouwde, mocht hij de boerderij niet overnemen, alleen als hij een boerendochter had getrouwd. Hij werd losse werkman en deed overal klussen, ik werkte in Sint-Michaël. Mijn man en ik woonden in de Stationsstraat, twee huizen bij mijn ouders vandaan. We gingen niet op café, maar wel tijdens de kermis. We kregen twee zoons die op school gingen bij de Broeders van Liefde in de Stationsstraat. Onze ene zoon is tekenaar geworden, de ander werkt in Sint-Michaël.”

Vakanties

Maria, haar man en dochter gingen elk jaar in augustus een maand naar Blankenberge. “Daar huurden we kamers bij mensen. We wandelden veel en onze dochter kon lekker naar het strand. Mijn man ging rond zijn zestigste met pensioen.“
“Ik ging veel weekendjes weg met vriendinnen, maar mijn man bleef altijd thuis om de dieren op de boerderij te verzorgen en te gaan vissen met de mannen van mijn vriendinnen”, vult Lilian aan. “Hij ging op zijn 65ste met pensioen en ging daarna heel veel met vrienden vissen. Hij was voor in de zeventig toen hij overleed. Hij had al twee hartinfarcten gehad en aan de derde is hij overleden.”

Verhuizing naar Sint-Michaël

“Mijn man kreeg de ziekte van Alzheimer en we zijn hem een keer een dag en een nacht kwijt geweest”, vertelt Maria. “Hij ging brood brengen bij de konijnen van onze dochter hier in Essen, maar ging naar Kalmthout, want daar had hij vroeger gewoond. Ze vonden hem bij het viaduct in Kalmthout, het brood had hij nog in zijn hand. Hij is toen naar De Bijster gebracht, waar hij nog twee jaar heeft gewoond. We stonden al ingeschreven bij Sint-Michaël, we kregen bericht dat we konden komen, maar mijn man is net ervoor overleden. Ik ben toen hier naar toe verhuisd in april 2023.”

Hartsvriendinnen

“Ik woon hier sinds september 2021”, zegt Lilian. “Ik kon niet meer alleen wonen en mijn dochter heeft toen geregeld dat ik hier kon komen. Hier leerde ik Maria kennen en we waren meteen hartsvriendinnen. Zie je de één, dan zie je de ander. We vinden dezelfde dingen leuk en zijn ook altijd goedgezind. We zijn altijd samen en zijn hier in Sint-Michaël heel gelukkig, het is hier buitengewoon goed en je hebt alle vrijheid.” “Als mijn zonen komen, vragen ze zich altijd af: is ze er of moeten we gaan zoeken, omdat ze weer samen weg zijn”, lacht Lilian.

Essen vroeger en nu

“Essen was vroeger een klein dorp en iedereen kende elkaar. Er waren veel cafés en buurtwinkeltjes en op Heikant nog veel zandwegen. Mensen hingen meer aan elkaar en dat is niet meer. De jonge mensen die hier nu komen wonen, kennen elkaar niet. Er is ook veel meer bebouwing. Buren zaten vroeger, als de kinderen op bed lagen, bij elkaar en het verkeer is veel drukker. Essen was vroeger veel gezelliger.”

NN

Facebook136
Twitter
Follow Me
Tweet