Bij mijn spiegel staat een foto van mijn vader in uniform. Genomen in 1943 toen hij bij de Royal Air Force in Engeland zat, in Squadron 322. Iedere keer als ik iets lees over onze bevrijding, denk ik aan mijn vader, die ook heeft meegewerkt aan onze vrijheid. Op zijn achttiende moest hij aanmonsteren op een Duits schip. In Noorwegen wist hij te ontsnappen, waarna de Duitsers hem tien dagen hebben gezocht. Hadden ze hem gevonden, dan had hij de kogel gekregen. Door de bergen is hij getrokken, mijn toen al zo stoere vader. Hij ontmoette een leraar die zich over hem ontfermde en hem in het dal geiten liet hoeden. Tegen patrouillerende Duitsers zei hij: ‘Dat is mijn doofstomme neef uit Oslo’. Met vrienden van de leraar werd een plan opgemaakt om mijn vader via Zweden te laten ontsnappen, als het juiste moment daar was… Tot aan zijn nek in de sneeuw is mijn vader door de bergen naar Zweden gegaan. Hij is daar verder getrokken naar het zuiden van Zweden, van waaruit hij naar Engeland is overgestoken. In Engeland ging hij bij de Royal Air Force, Squadron 322. Zijn medaille, die hij na de oorlog ontving, koester ik nog steeds. De eerste jaren wist de familie niet eens waar hij was en of hij nog leefde.
Vandaag is het de sterfdag van mijn geweldige, stoere en superbescheiden vader. Ze zeggen wel eens: toeval bestaat niet. Ik zocht iets in een kast en vond een gedicht dat mijn oma, de moeder van mijn vader, in 1944 schreef.
D’r was eens een Hollandse jongen
Die was er het thuiszitten moe
Toen heeft hij z’n zeezak genomen
En ging naar de Waalhaven toe!
En als hij aan boord was aangekomen
Dat trok hij zijn werkkloffie aan
Hij wilde aan ’t afscheid niet denken
Daar trok hij zich toch niks van aan.
2 maanden zijn er verlopen
De schuit komt de haven weer bin
Ze kwamen z’n werkkoffer brengen
Met werkgoed en schoenen d’r in
De moeder die maakte zich zorgen
En klaagde van acht en van wee
Waar zou er mijn zoon nu wel wezen
Misschien wel verdronken op zee
2 jaren, daar kwam er een briefje
Uw zoon is behouden geland
En blijft bij wel durend de oorlog
Bij ons aan de overkant
3 jaren is het geleden
Dat Henk van ons weg is gegaan
En dikwijls in eenzame uren
Denkt Moedertje angstig daaraan
Lief Moedertje maakt u geen zorgen
De tijd is nu gauw genoeg daar
En gaan wij wel nooit meer scheiden
En blijven steeds bij elkaar
14 augustus 1944
Het is deze maand tachtig jaar geleden dat we werden bevrijd, de bevrijding waar ook mijn vader aan heeft meegewerkt. Waarschijnlijk zal iedereen het van zijn of haar vader zeggen, maar mijn vader was een unieke man, superintellectueel, sprak zeven talen die hij zich, buiten het Nederlands natuurlijk, aanleerde met boeken in die taal en een woordenboek. Want als gezagvoerder op de grote vaart moest hij zich overal ter wereld verstaanbaar kunnen maken. Vandaag is de sterfdag van mijn eerste grote liefde, mijn vader. Houden van houdt niet op bij de dood, net als respect. Dat ik dit gedicht vond op deze dag kan haast geen toeval zijn, toeval bestaat niet…
NN