Pierre Geets (74) werd in de kliniek in Essen geboren en was enig kind. Zijn vader, Frans Geets, werkte bij het spoor en zijn moeder, Jeanneke Vander Zande, zorgde voor het gezin.
Hoevenen
“We woonden aan de Veldweg die toen een inderdaad een veldweg was, later kwamen daar kasseien en daarna asfalt”, herinnert Pierre Geets zich. “De Veldweg liep niet door zoals nu, je moest door de Kleine Veldweg. Toen ik nog een baby was, zijn we naar Hoevenen verhuisd, waar ik de kleuterschool heb gedaan, het atheneum deed ik in Kapellen. Op mijn twaalfde zijn we terug naar Essen gekomen. Hier ging ik naar de technische school in de Hofstraat, waar ik mechanica, mechaniek, lassen en metaalbewering heb geleerd.”
Legerdienst
“Toen ik zeventien was ben ik gaan werken. Mijn eerste baan was in Etten-Leur, bij een bedrijf dat broodmachines en inpakmachines voor brood maakt. Daar heb ik twee jaar gewerkt en kreeg dan het bericht dat ik mijn legerdienst moest doen. Ik ging naar de kazerne in Leopoldsburg en na een maand moest ik naar Duitsland, naar Kassel, waar ik bij de verkenners ging. Na mijn dienst ben ik nog twee keer opgeroepen om op kamp te gaan met het leger.”
Werken bij het spoor
“Het bedrijf van de broodmachines was ondertussen failliet gegaan en er werd me aangeraden om bij het spoor te gaan werken. Ik heb examens voor metaalbewerking bij het spoor gedaan, waar ik voor geslaagd ben en ik heb er tot mijn pensioen gewerkt.”
Drummen bij de Mini Stars
“Mijn vader speelde accordeon en sowieso was heel mijn familie muzikaal. Zelf heb ik heb altijd in een band gespeeld, de Mini Stars, waar ik de drummer was. We traden vaak op in heel Nederland en begeleidden artiesten, ook bekende zoals Rob de Nijs, Vader Abraham, Corrie Konings, … Mijn vrouw, Marleen Vervloesem, heb ik bij een optreden in Hulst tijdens de pauze leren kennen. Tijdens het spelen had ik al oogcontact met haar en in de pauze ben ik met haar gaan praten. Ze woonde met haar vriendin, die er ook bij was, in Antwerpen. Marleen en ik kregen verkering en ik ging een paar keer per week naar haar toe.”
Van Kapellen terug naar Essen
“Marleen ging vaak mee met optredens, met haar vriendin en andere vrienden. Onze manager, Ad Heesbeen, regelde onze optredens. Toen ik 27 was en Marleen 24, zijn we getrouwd en zijn we bij mijn ouders gaan wonen, tot we iets gevonden hadden. We vonden een appartement in Kapellen, waar we vijf jaar hebben gewoond. Daarna zijn we naar de Moerkantsebaan 200 verhuisd, vlakbij De Bostella, waar we wel naar toe gingen. Veel gingen we niet uit, want naast mijn werk bleef ik met de band vaak optreden. We mochten een dochter en een zoon krijgen en toen ging mijn vrouw niet altijd meer mee.”
Rodenbachlaan
“Na zeven jaar kregen we bericht van De Ideale Woning, dat ze een woning voor ons hadden, Rodenbachlaan 32. We zijn verhuisd en gingen toen naar De Meeuw en met de band hebben we een paar keer opgetreden in het Volkshuis. We deden onze boodschappen bij de GB, nu de Carrefour, de Spar in de Kammenstraat en in Nederland.”
Fibromyalgie
“Toen mijn vrouw rond de veertig was, kreeg ze fybromyalgie en deed ik de dingen die ze niet meer kon. Maar uiteindelijk kon ze niet veel meer en als ik van werk thuiskwam, zorgde ik voor het eten en het huishouden. Onze kinderen gingen nog naar school en van optreden kwam niet veel meer. Uiteindelijk werd het allemaal te zwaar en verhuisde mijn vrouw, op aanraden van de huisarts, naar Sint-Michaël. Ik heb toen een poos in een appartement aan de Stationsstraat gewoond, maar ik kon niet tegen het alleen zijn. Onze kinderen waren het huis al uit en omdat ik steeds minder kon, vonden zij het beter als ik naar De Bijster verhuisde. De arts vond dat ook, want omdat mijn vrouw heel erg achteruit was gegaan vond hij het beter dat ik niet naar Sint-Michaël ging.”
Verhuizing naar De Bijster
“Toen er een plaats vrij kwam, ben ik naar hier verhuisd. De verhuizing is goed meegevallen, mijn zoon en dochter hebben alles voor me gedaan en komen vaak hier. Mijn vrouw komt wel eens en ik bezoek haar daar ook. Het is hier heel goed, goede verpleegsters en zorgkundigen. ’s Morgens zet ik in de eetzaal en de living koffie voor de medebewoners. Ik werk ook wel in de tuin, ik ben graag bezig, want stilzitten is niks voor mij. Ik help de mensen waar ik kan.”
Essen vroeger en nu
“Er waren vroeger niet zoveel huizen en de wegen waren slechter. Nu zijn er ook veel appartementen. De mensen zaten vroeger veel samen en iedereen groette elkaar. Dat is nu niet meer. De jeugd lijkt minder sociaal en altijd op hun gsm bezig. De mensen hingen meer aan elkaar en buurtten met iedereen, bij mooi weer zat iedereen buiten. Dat zie je ook niet meer.”
NN