Als er iets is dat Fred Brink (77) mooi vindt, dan zijn dat fruitbomen. Als kleine jongen al bewonderde hij de prachtige bloesems en die liefde is nooit over gegaan.
Ondanks zijn liefde voor fruitbomen, heeft Fred hier nooit zijn beroep van gemaakt. “Ik kom uit een agrarische familie,” vertelt Fred, “misschien heeft dat er wel een beetje mee te maken. Fruitbomen zijn voor mij gewoon de mooiste bomen die er bestaan. In het voorjaar heb je die prachtige bloesem, in de zomer al dat mooie fruit dat daar hangt te pralen en in de winter eet je er van!” Echt een voorkeur voor een bepaalde soort qua uiterlijk heeft Fred niet, qua smaak wel. Dan heeft hij het liefst pruimen. Gif gebruikt hij niet. “Ik spuit één keer: in het voorjaar. Om het ongedierte dat de winter heeft overleefd te verdelgen. Dat was dit jaar best hevig, omdat we eigenlijk geen winter hebben gehad. Maar verder helemaal niet.”
Fred heeft ooit eens overwogen om een bestrijdingsmiddel te kopen. “Ik stond met dat pakje in mijn handen en zag de prijs: €30,-. Dat vond ik toch wel een beetje erg veel. Toen herinnerde ik me ineens wat mijn moeder vroeger altijd deed en wat uitstekend werkte: water met een goede scheut afwasmiddel. Dat gebruik ik nu altijd en dat werkt prima, ook tegen witte vliegjes en luis op fuchsia’s en meeldauw op rozen en kamperfoelie.”
Deze mengeling gebruikt Fred niet voor alles. “Mijn tomaten spuit ik daar niet mee in. Om donkere vlekken te voorkomen is het zaak, dat je, als de tomaten beginnen te groeien, de bladeren net boven de vrucht weghaalt. Dat moet je doen als ze een doorsnee van ongeveer vier centimeter hebben.”
De bomen in Fred’s boomgaard geven rijke oogsten. “In seizoenen met veel fruit maken we appelmoes, jam en druivensap en we geven ook veel weg. Ik heb hier twee druivenplanten, de ene dek ik af, de andere mogen de vogels leeghalen.”
Appelbomen zijn bevattelijk voor ziektes, al ligt dat wel aan de soort. Bekende ziektes zijn meeldauw en kurk. Bij kurk zie je minieme, bruine plekjes op de schil en in de vrucht zelf vind je dan heel kleine stukjes kurk. De appels die je in de winkel koopt zijn uitgesorteerd en de vruchten met kurk gaan naar de appelmoesfabriek.
“Ik kende nog twee mensen met dezelfde interesse, dat was erg plezant. Met die twee praatte ik altijd over bomen, planten,… Helaas zijn ze beiden overleden. Als ik nu ergens mee zit, vraag ik het aan de man waar ik mijn bomen bij koop.”
Het snoeien van bomen en struiken met houtachtige stengels vraagt ook nog bepaald inzicht. “Takken moet je tegen de stam aan snoeien. Doe je dat niet en er zit nog een stukje tak, dan groeit daar waterlot op de wond. Dat zijn snelgroeiende takken die de voeding en het vocht van de vruchten die aan de boom of struik groeien wegnemen. Met het gevolg dat die klein blijven.”
In de boomgaard van Fred zul je geen kersenbomen vinden. “Daar komt zo ongelooflijk veel luis in, net als bij perziken. Dat moet je echt met gif gaan spuiten en dat doe ik niet. Bovendien eten de vogels alles op.”
“Mijn vrouw en ik hadden vroeger een café waar veel fruittelers kwamen. Daar kon ik terecht met al mijn vragen en ik heb daar heel veel van geleerd.”
Fred geeft nog wat tips: “Als je aan fruitbomen begint, moet je ze niet te diep moet plaatsen. Dit gebeurt wel heel veel. De wortels moeten net bedekt zijn. Een paaltje ernaast voor de steun en er moet minstens drie meter tussen de bomen zitten.”
LW
Hebt u ook zo’n bijzondere hobby waar u graag eens over wilt vertellen? Neem dan contact met ons op via de contactpagina en we nemen u graag een interview af. Het is niet noodzakelijk dat u in Essen of omgeving woont.