Jullie lezen het goed! Ik ben al op de helft! Momenteel heb ik een weekje vakantie, als beloning voor mijn goede tussentijdse evaluatie op stage. De acht weken op CEPIA zijn voorbij gevlogen! En dat zal er vrees ik nog niet op beteren… Het is jullie misschien ook al duidelijk geworden, dat ik mijn hart volledig verloren ben aan dit land en dat ik er een beetje tegenop kijk om terug naar huis te keren. Het is dat ik moet, omdat ik mijn studies af moet maken, want anders…. ;-). Ook weer heel dubbel, want natuurlijk mis ik familie en vrienden… Kom gewoon allemaal maar naar hier!!!
Op CEPIA gaat alles gewoon zijn gangetje. Naar CEPIA gaan voelt niet aan als naar stage of ‘het werk’ gaan. Ik kijk ook niet om de zoveel tijd op de klok om te zien hoeveel uren ik al achter de rug heb en hoeveel nog te gaan. Dus ik denk wel dat ik kan zeggen dat ik het graag doe! Om het plannen van de tutoring vlotter te laten verlopen, heb ik communicatiesysteempje uitgewerkt. Het ontbreekt de moeder aan structuur, dus ik kan ook niet verwachten van het jongetje dat hij ook maar iets van structuur heeft. Hij weet totaal niet in welke dag hij leeft, in welke tijd,… Op vrijdag zegt hij dat hij de volgende dag naar school moet, terwijl hij dan helemaal geen school heeft. Het schoolsysteem in Costa Rica is, toegegeven, ook wel een beetje raar: sommige kinderen hebben een roterend uurrooster. Dus de ene week les in de voormiddag, de andere dag weer in de namiddag. Voor hem is dat te ingewikkeld, omdat hij niet weet welke week het is. Nog elke keer ontdek ik zaken die hem eigenlijk ontbreken. Ik moet dus een beetje prioriteiten stellen en en hem eerst deze structuur aanleren. Verder bereid ik elke week nog steeds activiteiten voor om met de Kids Club te doen, probeer telkens rond een thema te werken, hen iets bij te brengen… Deze week gingen we bijvoorbeeld naar het computerlokaal. Als opdracht moesten ze informatie opzoeken over Costa Rica, België en Duitsland. De reden van de opdracht is simpel: hen een beetje cultuur bijbrengen en hen laten zien hoe ze gericht informatie op kunnen zoeken op internet. De reacties waren wel grappig wanneer ze bijvoorbeeld typische gerechten moesten opzoeken, wanneer ze ervan overtuigd waren dat de vlag van België hetzelfde was als die van Duitsland of wanneer ze ons vroegen in onze eigen taal te spreken.
Dinsdag was het een voetbalavond. Costa Rica speelde tegen de USA en heeft netjes gewonnen. Was het nu 3-0 of 4-0, ik weet het niet meer. Om maar even aan te tonen hoe geïnteresseerd ik écht ben in voetbal, haha. Bij enkele vrienden thuis deden we een barbecue, dronken we gezellig iets en trokken we daarna naar Tamarindo. Omdat veel mensen hier in een sportcafé voetbal waren komen kijken, was het er gezellig druk. Vrijdag had ik tutoring (ergens steekt dit toch wel op mijn vrije dag) en heb ik mijn verslagen voor de volgende netmeeting gemaakt. Ik ben, gelukkig, weer in actie geschoten voor school! Vrijdagavond ging ik met twee vriendinnen sushi eten, kwestie van gemotiveerd te blijven hé… Laat werd het echter niet, aangezien ik zaterdagnacht om half vier op moest staan, omdat ik samen met de twee dochters in mijn gastgezin naar Nicaragua vertrok. Ik ben namelijk zonder visum naar Costa Rica gereisd, waardoor ik drie dagen het land uit moest na maximum drie maanden. En aangezien ik op de helft zit, vond ik dat een goed moment om het land even uit te gaan.
De trip naar Nicaragua: een bus van Tamarindo naar Liberia, van Liberia naar de grens, van de grens naar Granada. Om half vijf hadden we een bus, om dan om één uur in Granada aan te komen. Een heel avontuur! Aan de grens met Nicaragua hing een grimmige sfeer. Vanaf dat we de bus uit stapten werden we bestormd door mensen die geld wilden wisselen, die ons van alles wilden aansmeren,… Een ‘no’ leken ze hier ook écht niet te begrijpen. Heel vervelend! Voor we voet konden zetten op Nicaraguaanse grond moesten we ook een heleboel onnuttige papieren betalen. Ik was zo’n 21 dollar kwijt aan papiertjes, die ik soms niet eens moest laten zien. Mijn twee tica-zusters wisten me te vertellen dat we dit betaalden voor de president van Nicaragua. Goed voor hem zou ik zeggen. Eens op Nicaraguaanse grond stopte de gekte niet. We hadden een bus nodig naar Granada, maar we waren niet de enigen. Het moest blijkbaar allemaal snel vooruit gaan, een heleboel geduw en getrek dus. Ondertussen vallen die mense, die je van alles willen aansmeren, je dan ook nog eens lastig. Wat mij vooral stoorde was dat de mannen veel te handtastelijk waren. Wanneer ik de bus op wilde stappen voelde ik opeens handen waar ze niet hoorden. Op dat moment heb ik me omgedraaid en deze meneer even duidelijk gemaakt dat ik daar niet mee gediend was! Ze hadden me al gewaarschuwd voor de mannen, maar dit tartte toch alle verbeelding.
Het bussysteem was ook een lachertje. Terwijl iedereen opgepropt stond te wezen, werden we onderweg twee keer gestopt door militairen om onze paspoorten te laten zien. Om te betalen kwam een man langs, dus die propte zich ook tussen de massa heen tot helemaal achteraan in de bus. Alsof het nog niet druk genoeg was, stapten onderweg twee mannen op die mopjes kwamen tappen. Daarna vroegen ze om geld of verkochten ze chocolade bonbons. Weer duwen en trekken. En jawel, nog meer mensen passeerden tijdens de busrit: vrouwen met grote manden met eten in en zakjes drinken, die ze verkochten aan de kant van de weg, stapten op om ook op de bus te proberen verkopen. Over de hoge snelheid ga ik zwijgen. Laten we zeggen dat het opeens nog tien graden warmer was.
Uiteindelijk kwamen we aan in ons hotel in Granada, waar we eerst even konden bekomen van ons avontuur. Wat direct opviel in dit stadje was dat er heel veel bedelaars waren. Daarnaast hing er ook een niet zo’n frisse geur. Aan het centrale plein, op enkele meters van ons hotel, stond een hele stoet paarden en die deden hun behoeften daar ook uiteraard. Op een bepaald moment stapte ik in een plas. Een plas water of paardenplas, wie zal het zeggen? Ik weet alleen dat ik eventjes terug naar het hotel ben gewandeld om mijn voeten te wassen. Verder hebben we enkele terrasjes gedaan, over de markt gewandeld, de winkeltjes bezocht,… Zoals echte toeristen. Een klein probleempje in Nicaragua is dat ze hier leguanen opeten. Het avondeten was dus spannend, want soms als je kip vraagt, eet je zonder dat je het weet leguaan. Blijkbaar lijkt dit erg op elkaar! Na het avondeten wandelden we nog even rond, keken we naar de groepjes muzikanten die de straten een beetje opfleurden met hun muziek en kropen we vroeg in bed.
Hoe hard ik me verheugd had op het ontbijt de volgende ochtend… Ik had een buffet in mijn gedachten, veel keuze, fruitsapjes, brood, fruit… De realiteit: gallo pinto (rijst met bonen). Verdorie toch! Ik lust dat niet en een andere optie konden ze me blijkbaar niet aanbieden. Het fruit in Nicaragua heeft ook een heel andere smaak dan het fruit in Costa Rica. Ook dit was dus geen succes. Het enige lichtpuntje was de toast met een soort kaas. Beetje een tegenvaller dus, maar geen ramp. We zetten onze reis verder met de bus naar San Juan del Sur, een kustplaatsje. Weer een paar uur verder kwamen we aan en zochten we een hotelletje. Het werd een heel goedkoop kamertje voor ons met drie, met het allerslechtste bed waar ik ooit in geslapen heb! Maar het was enkel maar voor te slapen, dus gaan we niet te veel over klagen. Belangrijker was dat het zondag was. En: SUNDAY FUNDAY. Een kroegentocht, maar dan nog beter. Inkom betalen, een t-shirt ontvangen en voor de rest van de dag drinken wat je wil. We vertrokken vanuit de hostel die dit organiseerde en daarna volgden nog drie hotels met zwembad. Uiteraard werden sommigen ongewenst in het zwembad gegooid en werd de alcohol sommigen te veel. Er zijn dan ook al drie mensen gestorven in het verleden op deze tocht. MAAR GEEN PANIEK, wij drie meisjes hadden genoeg verstand om het niet zo ver te laten komen. Dansen van twee uur ‘s middags tot middernacht, je kan je wel voorstellen dat dat oh zo slechte bed meer dan welkom was… Na een goede nachtrust stonden we op tijd op om San Juan del Sur een beetje meer te verkennen en eventjes te bekomen van de nacht op het strand. En oh ja, om te eten uiteraard. Daarna was het weer al tijd om onze reis naar huis te ondernemen. Aan de grens met Costa Rica betaalden we twee dollar en daarmee was de kous af.
Om één uur waren we vertrokken, om thuis te zijn om half acht ‘s avonds. En ook nu weer voelde het aan als thuiskomen in mijn veilige Costa Rica, bij mij geweldige gastgezin. Helemaal geradbraakt en onder de indruk van de trip, kroop ik met een gelukzalig gevoel in mijn eigen bedje.
De rest van de week staan me nog enkele leuke momenten te wachten, maar uiteraard zal ik deze week ook een inhaalbeweging voor mijn schoolwerk moeten doen!
Tot snel, Kelly
Klik op de foto’s om een vergroting te zien en door te bladeren met de pijltoetsen of de muis. Druk ESC om af te sluiten.
Neem contact met ons op als u een foto wilt gebruiken of laten afdrukken.