Laatste nieuws:
Spiegel van de ziel

Spiegel van de ziel

In één van de antiekzaken in de stad stond al jaren een enorme antieke spiegel. Hij was prachtig, zonder meer maar niet iedereen heeft ruimte voor zoiets groots. Je moest hem op de grond zetten en tegen de muur laten leunen. Door de jaren heen was het hout wat doffer geworden er waren wat weerplekken in het glas gekomen. Eerst was hij het pronkstuk van de zaak, maar de eigenaar had de moed allang opgegeven: hier kwam hij niet meer vanaf.

Lisa was net in de stad komen wonen. Ze werkte er al jaren en had genoeg gekregen van het woon-werkverkeer. Ze zocht en vond een leuk en bijzonder groot appartement dichtbij het centrum. Lisa was altijd gek geweest op klassieke meubelen, maar vond dat je daar de ruimte voor moest hebben. Die had ze nu. Haar woning werd precies dat waar ze altijd van had gedroomd. Het enige wat ontbrak was een mooie spiegel.

“Niet zo’n ovaal ding met een vergulde lijst, heel mooi hoor, maar niet wat ik zoek. Ik wil een grote, zo eentje die je neerzet en die je kamer nog twee keer zo groot maakt.“ zei ze tegen haar vriendin. “Kijk dan in die krantjes, weet je veel, misschien wordt er wel één aangeboden.”
“Dat denk ik niet, ik vraag me zelfs of of zoiets wel bestaat, wat ik wil, maarlaten we maar eens gaan ‘stadten’. Ik ken wat dat betreft deze plaats nog niet, maken we er meteen een gezellige dag van.”
Uren hadden ze rondgesjouwd, allerlei dingen gekocht en overal gesnuffeld. “Volgens mij zijn mijn voeten drie keer zo groot, kunnen we niet ergens gaan zitten en wat drinken?” klaagde Irene, Lisa’s vriendin. Goed, daar verderop zit iets, laten we daar naartoe gaan.” Ze installeerden zich aan een tafeltje voor het raam, stapelden de tassen bij elkaar en bekeken de berg met ontzag. “Nooit gedacht dat hier zulke leuke winkels zouden zijn. Ik werk hier natuurlijk al heel lang, maar kom nooit in de stad.”
“Ik moet toegeven dat het mij ook heel erg meevalt. Het zit ook allemaal lekker dicht bij elkaar in de buurt, je hoeft niet van die enorme einden te lopen, zoals in andere steden.”
“Moet je kijken, schuin aan de overkant, nee daarzo, is een antiekzaak. Wil ik dadelijk even kijken.” “Kijk jij maar, dan blijf ik even zitten. Ik ben gewoon op!” Na de koffie kwam Lisa kreunend overeind. “Vanavond een voetenbad, met een Chinese afhaalmaaltijd. Ik doe niets meer.” Ze liep de deur uit, stak over en deed de deur van de antiekzaak open. Het was er eentje met stijl: alles mooi opgesteld, rachtige vitrines, mooie kleden op de plavuizen. Alles schreeuwde: DUUR! Lisa wilde alweer weggaan, maar ze was net te laat. Een meneer kwam naar voren en vroeg of ze iets speciaals zocht. Ja, een spiegel. Een hele grote.” De man geloofde zijn oren niet. “Ik heb er wel één, maar die is wel erg groot.” “Mag ik die eens zien?” Ze liepen de winkel door en achterin, tegen de zijmuur stond de spiegel. Precies wat ze zocht, alleen zou hij wel niet te betalen zijn. Tja, jammer dat het hout zo dof is, en die weerplekken daar in de hoek maken hem er niet mooier op.’”Dat doffe werkt u weg met zo’n spuitbus, dat weer, ja daar valt weinig aan te doen.”
“Wat moet hij kosten? De hersenen van de man werkten koortsachtig: als hij te hoog ging nam zij hem niet en dat ding was zo lomp om te verplaatsen… Hij noemde een prijs. Lisa dacht dat ze hem verkeerd verstond. “Sorry?” “Vindt u dat te duur?”
“Verkocht!!! Bezorgt u hem thuis? Ik betaal er graag voor.”

Huppelend kwam ze weer bij haar vriendin. “Kheberéén.Kheberéén.” Haar vriendin verstond niets van wat ze zei. “Waar heb je het over? Wat heb je? Mens, doe normaal. Ik versta niets van wat je zegt.”
Lisa pakte haar vriendin bij de armen: “Een spiegel, zo’n grote. En goedkóóp, dat wil je niet geloven. Morgen wordt hij bezorgd.”

De volgende dag kwam de spiegel. Lisa had er niet van geslapen; stel je voor dat hij bij het transport kapot ging, stel je voor dit, stel je voor dat… En nu stond hij daar. Ondanks stof en dofheid had hij nu al het effect dat ze had beoogd, hij besloeg een groot gedeelte van de muur. Met vier man hadden ze hem binnen moeten brengen. “Weet u zeker dat hij hier moet staan? Want als hij eenmaal staat kunt u hem niet meer verplaatsen. Of er moet vier man aanwezig zijn.” Voorzichtig poetste ze de lijst. Wat kon een mens toch gelukkig zijn.

Ondanks herhaaldelijk poetsen met de diverse middelen voor hout, haalde Lisa het doffe toch niet helemaal weg. Ze besloot terug te gaan naar de zaak waar de spiegel vandaan kwam. De man herkende haar meteen. “Goedemiddag, bevalt de spiegel?” “Geweldig. Alleen ik heb niet het juiste spul voor de lijst. Kunt u me iets aanraden?” Hij gaf haar een pot met antiekwas: “Dit is beter dan dat spuitbussenspul. Dat is leuk voor wekelijks onderhoud, maar wilt u hem een goede beurt geven, gebruik dan dit. U krijgt hem van me.” Thuisgekomen besloot ze meteen aan het werk te gaan; het was een enorme lijst, dus daar was ze wel even zoet mee. Ze pakte een oude handdoek, die ze speciaal hiervoor had bewaard en ging aan de slag. Ze begon rechtsboven en inderdaad, je zag meteen het verschil. Ze poetste en poetste, het zweet stond op haar rug en voorhoofd. Halverwege de lijst, ze stond nu weer op de grond, in plaats van op het krukje, keek ze tijdens het poetsen in de spiegel. En keek in een wildvreemd gezicht. Lisa verstarde, liet de doek vallen. Ze bukte automatisch om hem op te pakken en keek weer met grote schrikogen in de spiegel. Alleen haar eigen verschrikte gezicht keek haar aan.
Ze deed een paar stappen achteruit, het spiegelbeeld bleef vertrouwd, niets aparts te zien. Lisa draaide zich om en liep naar de keuken om thee te zetten. Dat ding werkte wel op haar fantasie. Vaak had ze gefantaseerd in wat voor huizen de spiegel had gestaan, wat hij had gezien. Intrigerend vond ze het. Maar wat net gebeurd was vond ze griezelig. Ze kon zich niet voorstellen dat ze het zich had verbeeld.
Ze ging de kamer weer in en zag niets anders aan de spiegel, behalve dan dat het gedeelte dat ze had behandeld weer mooi glom.

Een paar dagen later zat ze aan haar eettafel de krant te lezen. Ze keek op en keek schuins de spiegel in. Ze zag een andere kamer dan de hare: een planken vloer, en met ouderwetse, mooie meubels. Lisa bleef kijken, als gehypnotiseerd. Ze stond op en liep langzaam naar de spiegel toe, naarmate ze dichterbij kwam zag ze ook meer van de kamer. Hij was ruim, met een donkere eettafel en stoelen langs de muur. Een groot bankstel met een hoog tafeltje ernaast, daarop een koperen pot met varen. Lisa moest met haar ogen knipperen en meteen was het beeld weg. Peinzend ging ze weer zitten. Ze had het zich dus inderdaad niet verbeeld; ze had vorige keer echt iemand gezien. Vreemd genoeg vond ze het nu niet griezelig. Vorige keer was ze geschrokken, maar er ging niets naars van uit. Het was niet angstaanjagend. Eigenlijk vond ze het jammer dat het beeld nu weg was. Ze ging voor de spiegel staan, raakte het oppervlak aan, maar daar viel niets aan te voelen. De beelden kwamen vaker en liepen synchroon aan de normale dagtijden. Was het bij Lisa overdag, dan was het ook zo op de spiegel. Was het avond, dan waren in de kamer in spiegel ook de gordijnen dicht. Maar de vrouw met het donkere haar zag ze niet meer.

Op een dag besloot Lisa de lijst weer een behandeling te geven. Ze stond dicht bij de spiegel, keek naar de onderkant van de spiegen en zag voeten die niet de hare waren. Haar blik ging omhoog, tot ze in het gezicht keek van de vrouw die ze die eerste keer had gezien. Ze had donker haar, dat sluik om haar gezicht viel. Een gevoelige mond en mooie bruine ogen. Ze droeg een eenvoudig jurkje met bescheiden decolleté. De vrouw in de spiegel frunnikte aan haar haar, ze leek zenuwachtig. Lisa durfde amper adem te halen, moest toch met haar ogen knipperen, maar deze keer bleef het beeld. De deur rechts van de vrouw ging open. Een jonge man kwam binnen. Hij lachte en liep naar de vrouw toe. Die liep stralend op hem af. Ze pakten elkaars handen en bleven elkaar diep in de ogen kijken. De man legde toen zijn handen om haar gezicht, zei iets en samen gingen ze op de bank zitten. De man haalde een doosje uit zijn zak, ging op een knie zitten en zei iets. De vrouw begon nog meer te stralen en de man schoof een ring aan haar vinger. Hij ging weer naast haar zitten en kuste haar vol overgave.

Lisa knipperde weer, maar nu was het beeld weg. Ze zuchtte heel diep. Zo vaak had ze zich afgevraagd waar de spiegel getuige van was geweest en nu was er nu een tipje van de sluier opgelicht. Steeds vaker zag ze de jonge mensen; pratend, kussend, lachend, maar vooral: gelukkig. De mooie zomerochtend kwam, dat Lisa voor de spiegel haar haar stond te kammen en ze de vrouw zag in bruidstoilet. Een mooie witte jurk, met handschoenen tot over de ellebogen. Het haar doorvlochten met witte bloemen. Haar grote ogen stonden ernstig. De man kwam binnen, kuste haar voorzichtig terwijl hij haar een boeket overhandigde, daarna leidde hij haar weg. Lisa stond daar met tranen in haar ogen. Dat was echt ontroerend geweest. Maar steeds meer begon de vraag zich aan haar op te dringen: waarom kreeg zij alles te zien? Was er een reden voor? Ze haalde haar schouders op. Het was in ieder geval spannend, ze sprak er verder met niemand over, ze zouden haar toch niet geloven en haar voor gek verklaren.

De tijd ging verder. De meubels in de spiegel werd vervangen voor lichtere, elegantere. De vrouw kreeg een buikje en was duidelijk zwanger. Maar toch… ze zag er niet zo gelukkig meer uit. Moe, kringen onder haar ogen en bleek. Lisa vroeg zich af of ze een moeilijke zwangerschap had. Het antwoord kwam sneller dan ze dacht.

Op een dag liep Lisa naar de telefoon. Ze wilde even haar vriendin bellen om lekker even te kletsen. Toen ze de spiegel passeerde zag ze de vrouw staan. Ze leunde tegen de tafel en was duidelijk bang. Haar man kwam binnen en zag er kwaad uit. Hij liep op haar toe en begon te schreeuwen. Lisa zag aan zijn gelaatstrekken dat dit niet gewoon praten was. De vrouw deinsde terug, leunde met haar rechterhand op tafel, haar linkerarm opgeheven als om een klap af te weren. De man pakte die arm met zijn linkerhand en sloeg haar met zijn rechterhand hard in haar gezicht. De vrouw viel. Toen ze op de grond lag, schopte hij haar. Lisa liet de hoorn vallen en rende naar de spiegel. Maar het beeld was alweer weg. Lisa vloekte heel hard. Die vent sloeg zijn zwangere vrouw!!! En zij was duidelijk doodsbang voor hem, het was dus niet de eerste keer dat dit gebeurde. Lisa voelde zich machteloos,dit was werkelijk afschuwelijk en er was niets wat ze kon doen.

Weken was er niets in de spiegel te zien. Plotseling stond de vrouw er weer, ze keek uit het raam. Lisa zag haar profiel, de platte buik viel meteen op. Een miskraam dus. Ongetwijfeld veroorzaakt door die vent. De vrouw had een zakdoek in haar hand en huilde. Lisa balde haar vuisten en wilde de spiegel wel kapotslaan. Die vuile rotschoft, want dat het zijn schuld was, was voor haar overduidelijk. Vaker zag ze de vrouw huilen. Van haar jeugdige schoonheid was niet veel over, ze zag er afgetobd, bleek en moe uit. Eén keer stond ze er al toen Lisa de kamer binnenkwam. Ze was in de spiegel haar blauwe oog aan het bekijken. Lisa sloot haar ogen en liep weg; dit kon ze niet aanzien. Frequenter werden de mishandelingen en Lisa zag ze allemaal. Ze voelde zich afschuwelijk, sliep ‘s nachts slecht en at haast niet meer. Ze kon haar ogen niet meer afwenden van de spiegel, al was daar doorgaans alleen haar eigen interieur in te zien.

Op een dag stond het raam in de kamer in de spiegel open. De vrouw wilde net de kamer uitgaan toen de man binnenkwam. De vitrage waaide zachtjes heen en weer, het was een mooie zomerdag, net als bij Lisa. De man greep de vrouw in haar haar en schudde hardhandig haar hoofd heen en weer. Met zijn andere hand sloeg hij haar in het gezicht. Hij liet haar los en ze wankelde achteruit, verder en verder naar het open raam. De man liep op haar af en greep naar haar keel. De vrouw trok met een ruk haar hoofd naar achteren, struikelde en viel door het grote raam naar buiten. Lisa viel op haar knieën, de handen voor haar gezicht. Hij had haar vermoord! En voor de politie zou het een ongeluk zijn. Ze keek op en zag op de plaats van de eettafel een kist op een baar staan. De doodskist van zijn vrouw. Overal stonden bloemen. De man stond bij het hoofdeinde, huilende mensen kwamen binnen en gaven hem een hand. En de man? Die huilde en streelde constant het hout van de kist. Hij zag er gebroken uit. Lisa werd witheet van woede en kon het niet meer aanzien. Ze stampvoette naar de slaapkamer, haalde een groot laken en hing het over de spiegel.

Zo gingen weken voorbij. Lisa vertikte het om het laken weg te halen en was tamelijk uithuizig. De geschiedenis zat haar ongelooflijk dwars. Ze voelde zich zo hopeloos en kwaad en wist met zichzelf geen raad.

Op een avond ging ze naar het theater. Naast haar was de plaats nog leeg. Het was al donker toen een man naast haar ging zitten. Hinderlijk was dat toch, mensen die te laat kwamen. Het licht ging in de pauze aan en voor het eerst zag ze de man naast zich. Haar hart leek een paar slagen over te slaan. Naast haar zat de man uit de spiegel. Een stuk ouder, maar het was hem, overduidelijk. De man voelde haar starende blik en sprak: “Wilt u er misschien langs?” Lisa wist dat ze moest antwoorden, maar haar tong lag als lam in haar mond. “Gaat het wel, mevrouw?”Met de uiterste krachtinspanning wist Lisa uit te brengen dat alles o.k. was, maar dat hij haar sterk aan iemand deed denken. “Ik ken u anders niet. Dat zou ook niet kunnen, ik woon hier namelijk nog niet zo lang.” “Typisch, ik woon hier ook nog maar een paar maanden.”
Een innerlijke drang dwong haar het gesprek gaande te houden. Ze wilde meer over dit monster te weten te komen. Ze dronken samen koffie in de foyer en na de voorstelling dronken ze nog een wijntje in het café naast het theater. Het was niet moeilijk voor haar om een afspraak voor een paar dagen later met hem te maken. Bij deze afspraak hoorde ze dat hij weduwnaar was. “Al lang?” vroeg ze. Ja, dat was al heel wat jaartjes. Zijn vrouw was bij het ramen zemen uit het raam gevallen. Maar hij kon haar niet vergeten en was nooit meer aan een andere vrouw begonnen. “Maar”, hij pakte Lisa’s hand, “ik ben daar nu niet meer zo zeker van.” Lisa huiverde en had moeite om haar hand niet weg te rukken.

Later thuis zat ze met zichzelf in de knoop. Wat moest ze nu? Ze kon niets bewijzen, hem nergens van beschuldigen: Je bent een moordenaar, ik heb het in de spiegel gezien. Ze zouden haar voor gek verklaren. Peinzend stond ze voor de spiegel, zachtjes streelde ze het hout. “Kon ik maar iets doen. Hoe kan ik hem straffen? Hij heeft jou de dood ingedreven en de schoft is nog vrijuit gegaan ook.”
Het was alsof het oppervlak rimpelde, zoals water waar je een steen ingooit. Lisa wreef over haar ogen en ging naar bed. Toen ze de volgende ochtend opstond had ze een vastomlijnd plan voor ogen: ze zou hem uitnodigen en kijken hoe hij op de spiegel reageerde. ‘s Avonds belde ze hem op, tijdens het gesprek bracht ze het gesprek op haar interieur en beschreef de spiegel. Het bleef even stil aan de andere kant.
“Merkwaardig. Zo’n spiegel heb ik vroeger ook gehad… althans, mijn vrouw.” “’O ja? Het zal toch niet dezelfde zijn? Dat zou wel heel erg toevallig wezen.” Maar al te graag liet hij zich uitnodigen om te komen kijken. Na het gesprek liep Lisa naar de spiegel toe, “Hij komt hier naar toe.” Het spiegeloppervlak rimpelde nu duidelijk en het was of er rook overheen werd geblazen. De volgende avond stond de man voor de deur, gewapend met een grote bos bloemen en een fles wijn. Grimmig liet Lisa hem binnen. Je stelt je er nogal wat van voor, rotzak, dacht ze. Ze nam zijn jas aan, zette de bloemen in het water en liep met hem mee naar binnen. “Wat een ruime, mooie kamer. Hier woont duidelijk iemand met smaak.” Hij liep verder naar binnen en zag de spiegel. Het leek alsof hij terugdeinsde bij de aanblik. “Dit is inderdaad dezelfde spiegel. Hoe is het mogelijk…”
Hij voelde zich duidelijk niet op zijn gemak en bleef op een afstand staan kijken. Hij koos een stoel die het verst verwijderd stond van de spiegel. Lisa schonk koffie in en vroeg: “Vertel eens wat van je vrouw. Hield je veel van haar?”
“Ik aanbad haar. Haar dood was het ergste wat me kon overkomen.”
Het leek Lisa of ze achter zich een zucht hoorde. “Een jaar na ons huwelijk had ze een miskraam. En een jaar daarna was ze dood. Soms vraag ik me af of het zelfmoord was.” Lisa voelde een ijzige kou langs haar lichaam strijken, als een spanningsveld van haat. “Wil je de spiegel niet van dichterbij bekijken? Dat je zeker weet dat het die van jullie is?” Met tegenzin stond hij op en liep er naar toe.
“Ja, dit is hem. Zie je die weerplekjes in de hoek? Die zaten er al toen wij hem hadden. Wel wat kleiner, maar toch…” Hij liet zijn hand over de lijst glijden. Het leek of er een huivering door de kamer ging. “Ik mis mijn vrouw nog iedere dag, ze was mijn engel.” Lisa, die aan het andere eind van de kamer stond, zag hoe het loodzware voorwerp los kwam van de muur en langzaam voorover stortte. De man verpletterend en doorborend met enorme splinters. Een straal bloed liep onder de spiegel vandaan, meteen week de ijzige kou uit de kamer.

Lisa liep op de ravage af, pakte een grote spiegelsplinter en keek erin. Ze zag twee grote donkere ogen die haar dankbaar aankeken en de lieve mond die zich tuitte als om een kus te geven. Lisa kuste de mond in de spiegel en legde de scherf in een la.
Een ziel vol haat had rust en vrede gevonden.

NN

Facebook15
Twitter
Follow Me
Tweet